|
Geslacht | Man |
Leeftijd | ± 72 jaar | |
Geboren | ± 1640 | te | Vriezenveen |
Overleden | ± 1712 | te | Vriezenveen |
|
|
|
|
Notities persoon | bewoonde het ouderlijk erf in de buurt van zijn broers ter hoogte van Westeinde 260 (bron: boterpachtregisters). Voor het eerst in het boterpachtregister van 1683 vermeld. Het erf is een afsplitsing van het ouderlijk erf en omvatte ongeveer 4 akkers ) 4 1-2 akkers, in het boterpachtregister van 1587 is het uitgebreid tot 5 akkers.
In het boterpachtregister van 1713-1719 staan als hoofdbewoners van het erf "de kinderen Jan Frerix" vermeld. Jan zal dus rond 1712 zijn overleden, afgaande op de informatie van de boterpachtregisters. Dit wordt bevestigd door een verkoopakte gedateerd 12 januari 1714 waarin de weduwe van Jan Frerix wordt genoemd (zie notities Jennigje).
Rond 1726 is het erf opgesplitst tussen de volgende personen: (bron: boterpachtregister 1726 en 1735) -mr. Harwig voor 3 1/2 pond boter = bijna 1 akker land. -Gerrit Schuirman voor 2 pond boter = een halve akker land [schoonzoon] -Luicas Schoemaker voor 2 pond boter = een halve akker land [zoon] -Fredrik Jansen Man [zoon] neemt het ouderlijke erf over en krijgt de overige akkers. Deze akkers staan later bekend als "Frerik Jansen Mansland", tenminste als zodanig worden ze in de boterpachtregisters opgetekend.
Ik vermoed dat de familie een akker land heeft verkocht aan mr. Harwig vanwege oa belastingschulden. In het overzicht van restanten van de verponding (bron: inv. nr. 2500 Statenarchief van Overijssel) komt in 1716 de wed. Jan Fred. voor met een belastingschuld van 13 gulden en 12 stuivers. In 1717 is dit bedrag opgelopen tot 17 guldens en 1 stuiver en in 1718 is de schuld van de weduwe geslonken tot 16 gulden en 2 stuivers en in 1719 is het bedrag nog 14 gulden en 19 stuivers.
Op 14 april 1714 spreekt Berend Brouwer Jan Frerix Man aan vanwege schulden (bron: Archief Schoutambt Vriezenveen inv. nr. 22). Hoe dit zich precies verhoudt tot het overlijden van Jan Frerix rond 1712 en of Jan Frerix dus kennelijk ook onder de naam Man door het leven ging blijft mij vooralsnog onduidelijk. Op 22 juni 1715 (foto 166) gebeurt hetzelfde door Berendjen Hinrixen Heijneman, ook zei spreekt Jan Frerix Man aan vanwege schulden in verband met geleverde winkelwaren door wijlen haar broer Jan (bron: Archief Schoutambt Vriezenveen inv. nr. 22). In datzelfde jaar op 6 juli (foto 172) echter staat in verband met dezelfde kwestie de naam Jan doorgestreept en staat er Frerik Jansen Man. Het lijkt er dus op dat er in de voorgaande gevallen wellicht sprake is van een abuis. Wellicht gaat het wel om schulden van Jan Frerix die overgeegaan zijn op zijn zoon Fredrik Jansen Man. |
|