Notities persoon | bewoonde het Jan Butenserf gelegen aan het Oosteinde 390 (huidige nummering). diaken en boekhouder 1775 en 1776 (bron: archief NH kerk Vrveen doos 77). kerkmeester in de periode 1763-1787 (bron: gemeentejaarrekeningen AHA). Gedoopt als Jan zoon van Jan Berchof en Hendrijkjen Smelt. Hij was zelf afkomstig van het pand Oosteinde 409 (aan de overzijde van de straat) en huwde zijn buurmeisje Kunnigje Fayer, die op nummer 407 woonde (uitgaande van de huidige nummering). Van beroep was Jan landbouwer, turfschipper en timmerman en mogelijk evenals zijn vader linnenkoopman (zie opmerkingen hierover bij vader Jan). De waterput uit 1784 met initialen van Jan Berkhof en Kunnigje Derks Fayer (J.B.H. en K.D.F.) was anno 2004 nog steeds te vinden aan het Oosteinde 300 te Vriezenveen. Inmiddels (2016) is de put te vinden bij de nieuwe boerderij van de Jan Butensfamilie aan de Walstraat. Zowel bij het overlijden van zijn dochter Dina in 1812, als bij het overlijden van zijn dochter Janna in 1822 wordt als beroep van Jan genoemd timmerman. Verkrijgt de helft van het erf van zijn schoonvader Derk Fayer en wordt voor het eerst in het hoofdgeldkohier van 1750 genoemd, heet dan Jan Berkhof jonge. Omstreeks 1750 zal Jan dus op zich zelf zijn gaan wonen. Broer Johannes blijft op het ouderlijke erf van vader Jan wonen, gelegen aan het Oosteinde 409. Jan Berkhoff (Buten), wordt met de hoofdelijke aanslag van 1753 voor 1 persoon belast met 1 gulden, wat erg veel is. In 1753 in het belastingregister op de reliqua (belasting op schapen, varkens en bijenkorven) wordt Jan voor het eerst met de naam Buten aangeduid, hij heeft dan 16 schapen, wat behoorlijk veel is; slechts 3 boeren op het Oosteinde kunnen zich in dat jaar eigenaar van een grotere schaapskudde noemen, waaronder ook oom Berent Jansen Berkhof, die dan 20 schapen bezit. Ook had hij nog een varken en 4 hoornbeesten (runderen ouder dan 3 jaar). NB De belasting op gehoornd vee betrof nl. koeien ouder dan 3 jaar. Hoornvee jonger dan 3 jaar is dus niet meegenomen in de belastingkohieren. Verder moest hij in 1753 belasting betalen voor meer dan een halve hectare bezaaid land. In 1760 bezat Jan zelfs 25 schapen, waarvoor hij toen bijna 2 gulden belasting moest betalen. Hij was dat jaar de op één na de grootste schapenboer van Vriezenveen, alleen Berent Wype had meer schapen dat jaar, nl. 26. In later jaren moet de schaapskudde van Jan Buten, gezien het belastingbedrag dat hij moest betalen, zelfs nog groter geweest zijn. De naam Jan Buten in het belastingregister op de reliqua uit 1753 is de eerste aanduiding voor de bijnaam Jan Butens, die zijn nazaten vandaag de dag nog steeds dragen (2004). Hij is als het ware de stamvader van de Jan Butens, zijn alias was Jan Buten en in de belastingregisters komen we hem onder die naam vaker tegen als onder de naam Berkhof. In 1760 wordt Jan Buten hoofdelijk aangeslagen voor 2 personen en moet 1,70 betalen, dat is 0,85 per persoon, terwijl het gemiddelde voor heel Vriezenveen op 0,39 lag. Hij behoorde hiermee zeker tot de meer vermogende Vriezenveners. Het Fayerserf (Oosteinde 407] was onderdeel van het Berckhoff´s erf uit 1583 bestaande uit 10 akkers (bron: boterpachtkohieren), dat rond 1645 werd opgesplitst in twee 4-akker erven. Ook nu dus weer een opsplitsing. Jan krijgt van de 4 akkers, 2 akkers en gaat zich aan de zuidzijde van de dorpsstraat vestigen. Jan vestigde zich aanvankelijk een stuk zuidelijker van de dorpsstraat, vandaar de bijnaam "Buten". Zie Ken uw dorp en heb het lief, blz. 158). Lang heeft het erf daar niet gestaan, zo´n 35 jaar, want in 1784 bouwt hij een nieuwe boerderij, dichter bij de dorpsstraat, waar de waterput uit 1784 nog steeds van getuigt (anno 2004). Jan Buten bezat ook nog land genaamd de paterije en het land ten oosten van de Schipsloot (zie Ken uw dorp en heb het lief). In het boterpachtregister over 1753 wordt de splitsing van het erf al duidelijk. Hoewel het "Fayerserf" daarin nog aangegeven staat als één erf, wordt de betaling van de boterpacht reeds voor de helft opgebracht door de aantrouw Jan Berkhoff, die 8 pond boter betaalt en zijn zwager Jan Derksen Feyer, betaalt ook 8 pond boter. In het boterpachtkohier van 1763 staat hij aangeduid als Jan Berkhof junior, dit ter onderscheid van zijn vader, die dan dus mogelijk nog leeft. Jan Berkhof wordt nog genoemd in het kohier van dienstbodengeld (Archief Huize Almelo) van 1790, en wordt dan aangeslagen voor 1 gulden en 8 stuivers (bron: AHA inv. nr. 2769).
08-02-1773 akte van transport: aankoop van een akker turfland op het Superplus door Jan Jansen Berkhof en zijn huisvrouw voor een bedrag van 126 gulden, 11 stuivers en 8 penningen van de edele Gerrit Costers Egb.zn. [koopman te Almelo]. Het gekochte land is gelegen tussen het land van Jan Berents Hof en Henderik Berents Braemer (bron: Archief schoutambt Vriezenveen, inv,.nr. 2677).
3-5-1777 is Jan Jansen Berkhof, één van de turfschippers die de Heer van Almelo verzoeken om een dam in de Hollander Graven te plaatsen, zodat het water op kon stuwen, om het transport van turf te vergemakkelijken (inv. nr. 4067 Staten archief). Het verzoek is verder ondertekend door Albert Berends Broertjen, Hendrikus Harms, Berend Hofman, Jan Koops en Jannes Vrijlink.
Als timmerman komt Jan Jansen Berkhof Buijten diverse keren voor in de jaarrekeningen van de gemeente, omdat hij diverse timmeropdrachten uitvoerde aan bruggen, de pastorie, de kerktoren etc. In 1754 repareert hij het Oostervonder en brengt hij 10 gulden en 7 stuivers in rekening. In 1764 bedraagt de rekening voor reparaties aan bruggen 25 gulden en 10 stuivers. In 1776 brengt "Jan Barkhof Buijten" een bedrag van 36,35 gulden in rekening voor reparatie van de poort van de pastorie. In 1775 krijgt Jan Berkhoff de bouw van de brug naar Wierden vergund voor de som van 163 guldens.
20-11-1783 is Jan Berkhoff, samen met Gerrit Fredriks en Claas Claasen, voogd over de onbekwaam verklaarde Jan Faijer (gedoopt 1722) en diens onmondige dochtertje Jannetje Faijer. Jan Faijer was een neef van echtgenote Kunnigje Derks Faijer (archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2678).
Copyright: Erik Berkhof, Amsterdam 2017. | Notities overlijden | in het kerspellastenbelastingregister van 1792 worden genoemd, de kinderen Jan Berkhof, een teken dat Jan overleden moet zijn in dat jaar. In het register van 1791 wordt Jan nog genoemd. |
|