TERUG NAAR START
Gerrijt Jaspers Berkhof
gemeentejaarrekening1742handtekeninggarritbarckhof.jpg  
GeslachtMan
Leeftijd± 54 jaar
 
Geboren1693teVriezenveen
Overleden± 1747teVriezenveen
Vader Jasper Hendriks Berckhoff
 Geboren ± 1650
 Overleden ± 1720
Moeder Jennigje Hendriks
 Geboren ± 1655
 
Zus  Hendrikjen Jaspers *± 1684
Zus  Jennigje Jaspers *± 1686
Zus  Fennigje Jaspers *± 1688
Broer  Hendrik Jaspers *± 1690
 
Huwelijk 1724 te Vriezenveen
 
metGrietjen Hendriks Schuurman
 Geboren± 1690
 Overleden> 27-11-1762
Kinderen  Hendrik Gerrits
Jasper Gerrits
Jan Gerrits
Hendrikje Gerrits
Janna Hendrijne Gerrits
Jenneken Gerrits
Notities persoonlandbouwer. Gezien zijn grote vermogen wellicht ook koopman geweest, evenals zijn zoons Jan en Hendrik. In 1739 kerkmeester (bron: AHA 2770). Heeft ook in andere jaren een bestuurlijke functie aangezien hij de jaarrekeningen van de gemeente van 1740,1743 en 1744 mede ondertekent.
Wordt genoemd in het boterpachtregister van 1736, heeft dan het erf (waarschijnlijk reeds langere tijd) overgenomen van zijn schoonvader Hendrick Arends (zie notities Hendrick Arends). Het is een vierakkerstuk. Het was gelegen aan het Oosteinde (zuidzijde) nr. 300, huidige nummering.
Van 1750 tot en met 1760 wordt in de kohieren van het hoofdgeld de weduwe Gerryt Barkhof genoemd. Ze wordt aangeslagen voor 2 gulden.
Vanaf 1761 wordt Hinderkin Berkhof genoemd, de dochter van Gerrijt die kennelijk het erf heeft overgenomen.

24-02-1725 Adolph Henrik Harwig en Berent Raphuis als volmachtigers van de minderjarige Janna Raphuis overleden bij derselver minderjarigheid contra haar mombaren Evert Harmsen Coster en Hendrik Arends, Janna Raphuis heeft al een aantal keren om rekening van haar mombaren verzocht. heer van Almelo heeft dit verzoek gehonoreerd en de erven van Henrik Arendsen om rekening verzocht.
27-10-1725 de erfgenamen van wijlen kerkmeester Hendrik Arends [Schuurman] met name: Jan Prinsen, Arend Hendriks, Janna Hendriks, Gerrit Berkhoff en Jan Lucas Koster, Egbert Jansen Roest, Jan Hinrixen en Berendje Hinrixen. contra Janna Raphuis (bron: archief schoutambt Vr.veen inv. nr. 24 foto 110 en 204).

15-7-1739 wordt Garrijt Barckhoff genoemd als erfgenaam van Jan Egbers, naast Jan Prinsen, Jan Luykas Coster, Jan Henr. Schuurman en Arent Henr. Schuurman, benevens hun vrouwen (akte uit het familiearchief van de familie Teunis, (Mariën), in de zeventiger jaren door de familie Berkhof (Onweer) overgedragen aan de Oudheidkamer van Vriezenveen).

3 februari 1748 verschenen voor het schoutengericht van Vriesenveen: "Jan Prinsen, Garrijt Barkhoff, Jan Hendriks Schuurman, Hendrik Heijneman en Jan Hendriks Glas de rato caverende voor haar vrouwen ende andere absinte erfgenamen, voorts Klaas Krol en Jan Harms als erfgenamen van wijlen Jan Egbers" verkopen haar anbehorende angeerfde Huis en halven Brink verdere timmeragie en holgewas daar op staande, voorts ruim Drie hondert treden roede maete bouwland, twee koeweijden en een stukken gaarden land aan deese sijde sijde den waterleijdink gelegen alles staande en gelegen in de landerijen van wijlen Jan Egbers gelimiteert oostwaarts Jan Berens Tuer westwaarts de weduwe Teur Jenne [Jennigje Jansen Timmer weduwe van Berent Jansen Tuer of Toer" aan Engbert Lucas en zijn huisvrouw voor 405 gulden (bron: archief schoutambt vriezenveen inv. nr. 2675).(bron: archief Sch. ambt Vr. veen inv. nr. 2675 foto 347).
Gerrit moet een geziene en welgestelde persoon geweest, bij het personele quotisatiekohier wordt hij genoemd als één van de weinigen die een inkomen tussen 200 en 400 gulden op jaarbasis heeft. Ook in de kohieren van de 1000e penning uit het Statenarchief van Overijssel komt Gerrit als een meer dan gemiddeld bemiddeld man naar voren (1734 en 1739 geschat vermogen 500 gulden). Slechts een minderheid van vriezenveners werd voor deze belasting aangeslagen. Regelmatig is hij bij de inning van de lokale belastingheffing betrokken (bron: gemeentejaarrekeningen Archief Huize Almelo). Bij de volkstelling van 1748 was Gerrit al overleden. Dan wordt de weduwe Gerrit Berkhof genoemd. In het register van de 1.000e penning van 1751 staat de wed. Gerrit Berkhof te boek met een vermogen van maar liefst 1680 gulden en voor personeel komt daar nog 200 gulden bovenop. In 1758 is dit geslonken tot 1025 gulden.
Notities geboorteverklaart in 1733 omtrent 40 jaar oud te zijn bron: AHA inv. nr. 3241. Hoewel het stuk uit het breukregister van de schout Claas Cruijs ongedateerd is, het is opgeborgen in stukken uit het jaar 1733. De leeftijd van oa de getuige Albert Jonker stemt met deze info overeen, hij is in dit stuk ca. 55 jaar en in 1731 was hij bij een proces ca. 54 jaar.