Notities persoon | genoemd in het verpondingsregister van 1723 en het boterpachtregister van ca. 1735. Heeft een klein stukje land (1/4 akker) op het oude Jan Doddeland. Hij zal het pand Westeinde nummer 85 hebben bewoond, waar later zijn dochters Geertje en Swenneken met hun echtgenoten woonden (bron: belastingregisters en volkstelling 1748). Of hij al slager was, evenals zijn kleinzoon Jan Bom, die dit erf weer in haar geheel bewoonde is onduidelijk. Gezien z’n geringe landbezit zal hij geen landbouwer zijn geweest. Wordt genoemd in een gerechterlijk vooronderzoek inzake een incident (steekpartij tussen Pieter Harwig en Fredrik Jansen Dodde) op 17-8-1735, dat plaats vond in het huis van Jan Harmsen Bom, het gerechtelijk onderzoek vind pas plaats in 1739 (inv. nr. 2932 Huisarchief Almelo).
Op 5 augustus 1737 wordt Jan Bom geciteerd voor het gericht van Huize Almelo te verschijnen. Hij had voor en tijdens de preek, op zondag dus, turf vervoerd op een wagen, deze was als bootvracht aangeleverd door Engbert Janssen Smit, Jan Lucas Hols en Jannes Prinsen, die ook geciteerd werden vanwege hun werkzaamheden op de heilige zondag (bron: AHA inv. nr. 2937). |
|