Notities persoon | landbouwer en linnenkoopman. Ook Braemer of Braamhaar genoemd. Bewoonde Westeinde 598 (huidige nummering) zie Ken uw dorp en heb het lief, blz. 147. Gezien de vele keren dat Claas voor het gerecht gedaagd wordt vanwege schulden zal de linnenhandel voor Claas niet al te fortuinlijk zijn geweest (bron: archief Schoutambt Vriezenveen inv. nr. 22). Vanaf 1704 als Claes Bramer of Braemhaer genoemd in de boterpachtregisters. Bezit dan een halve akker land, die voorheen door Jan Jansen Glas werd bezeten. Deze Jan Jansen Glas is een oom van de echtgenoot van Claas, Anneken Willems Glas. In 1713 wordt Claes genoemd als bezitter van een hele akker, de andere helft heeft hij dan inmiddels verworven van zijn schoonvader Willem Jansen Glas, die dan waarschijnlijk zal zijn overleden.
In 1696 wordt Claes Hendrijxs voor het gerecht gedaagd vanwege het met geweld onttrekken van geschutte beesten door de schutters (bron: AHA inv. nr. 3240).
akte van transport 13-3-1708 Willem Claasen Vos en Jenne Jans en Claas Hendriks Bramer en Annegjen Willems verkopen 3 akkers Buiterland van de Waterleijdijck tot aan de Aa, gelimiteert oostelijk Engbert Freriks Smelt, westwaarts Herman Cluppels aan Jan Wolters Smit en Henrikjen Berents volgens koopceduul van 11 december 1706 (arch. Sch.ambt Vriezenveen inv. nr. 2673 foto 107).
In 1710 speelt er een kwestie tussen Henrik Spijker en zijn vouw Grietje ten Cate tegen Claes Henr. Braemhaer, waar deze over gaat is onbekend (bron: AHA inv. nr. 1442 foto 290)
Op 18-09-1711 kopen Claes Hendriks Bramer en Anneken Willems Glas van Berent Willemsen Glas en zijn echtgenote Geertjen Wijchers en van Jan Fronten en Mettjen Willems Glas 3 akkers land die van hun ouders (Willem Jansen Glas en N.N.) geerfd zijn. Op 19-09-1711 worden de verworven akkers voor 1000 gulden doorverkocht aan Berent Gerritsen ten Cate . In 1722 wordt Berend Gerritsen ten Cate voor het schoutengericht gedaagd vanwege een restant schuld van 40 gulden die hij weigert te voldoen aan Claas Braamhaar en Anneken Willems Glas (arch. Sch.ambt Vriezenveen inv. nr. 23).
1 april 1713 speelt er voor het schoutengericht een kwestie van niet-betaalde gemeentelijke belastingen door Klaas Braamhaar te betalen vanwege het eigendom van Voswillemsland over het jaar 1706 te betalen 53 gulden en 19 stuivers, de helft hiervan betaald door Willem Vos, en het vierde deel door de voogden van het voorkind van Klaas Braamhaar. Het restant van 3 gulden en 4 stuivers nog te betalen door Klaas Braamhaar (bron: Archief Schoutambt vrv inv.nr. 22 foto 546).
Rond 1714 verschijnt de naam Claas Hendriksen Braamhaer of Bramer veelvuldig in het schoutengericht vanwege uitstaande schulden. Kennelijk verlopen de zaken van Claas in deze periode niet zo goed. Er lijkt ook een proces te zijn geweest over de boedelscheiding inzake de erfenis van het voorkind (Koert Braamhaar) wiens voogden Jan Brouwer en Willem Vos regelmatig in de annalen van het schoutengericht Vriezenveen voorkomen.
Op 25-11-1713 doet dr. Liens verpanding op de goederen van Willem Klaassen Vos, als de voogd van het onmondige voorkind van Klaas Braamhaar, vanwege schulden inzake verdiend slaris [als advocaat] (bron: Archief Schoutambt vrv inv.nr. 22 foto 004).
Op 27 januari 1714 compareren voor het schoutengericht Jan Brouwer en Willem Vos, als voogden van het onmondige voorkind van Claas Braamhaar. Deze doen verpanding op de goederen van Jan Derxen Pixen vanwege schuld van het voorkind van klaas bramer om te verhalen de som van 7 gulden en 11 stuivers komend van de verkoop van de helft van de klederen van de overleden moeder van het onmondige kind (bron: Archief Schoutambt vrv inv.nr. 22 foto 021).
Op 3 maart 1714 compareert dr. Liens als gevolmachtigde van Hinrick Spijcker om Klaas Henrixen Braamhaer voor het gericht te dagen vanwege een niet betaalde schuld van 8 gulden, vanwege verdiend salaris en voorschot gekregen van de Heer van Almelo (bron: Archief Schoutambt vrv inv.nr. 22 foto 027). .
Op 12-10-1714 verkopen Claas Braamhaar en Anneken Willemsen Glas 3 akkers land, lopend van de Olde weg tot aan de doorgegraven Buijterenweg voor 200 car. guldens aan Wolter Levelts en Henrikjen Pauwels (akte18-02-1716 arch. Sch.ambt Vriezenveen inv. nr. 2674).
Op 14-10-1714 doet Abraham ten Cate verpanding op de goederen van Claas Braamhaar vanwege een schuld van 16 gulden en 16 stuivers vanwege geleverd linnen (bron: Archief Schoutambt vrv inv.nr. 22 foto 021 en 024).
Op 13-07-1715 verklaart Claas Braamhaar een schuld aan dr. Liens (advocaat) te zullen betalen zodra Henrikjen Pauls (gehuwd met Jan Egberts Raphuijs en koopvrouw?) terug is uit Holland. Kennelijk dreef Claas Braamhaar een compagnonschap met Henrickjen Pauls (bron: archief sch. ambt Vriezenveen inv.nr. 22).
21-08-1717 verklaren Klaas Braamhaar en Anneken Willems Glas schuldig te zijn aan de schout Claas Cruis en zijn echtgenote Geertje Lucas Schol de som van 185 car. guldens, huis en landerijen dienen als onderpand (akte18-02-1716 arch. Sch.ambt Vriezenveen inv. nr. 2674).
29-01-1718 Ik Klaas Kruis, schout van Vriezenveen en keurnoten Joan Derck de Bitter en Gerrit Bartelink; verklaar dat verschenen zijn voor het schoutengericht Claas Braamhaar en Annegien Willemsen verklaren schuldig te zijn aan Jan Brouwer en Willem Vos als mombers over het onmondige kind van Claas Braamhaar genaamd Coert Claassen de som van 231 car. guldens, huis en landerijen dienen als onderpand, gelegen oostwaardsLubbert Holshoff en westwaards Gerrit Berendsen Zomer(arch. Sch.ambt Vriezenveen inv. nr. 2674).
Op 10-09-1725 verklaren Claas Braamhaar en Anneken Willemsen Glas schuldig te zijn aan de schout Claas Cruis en Geertien Luicas Schol 156 gulden (arch. Sch.ambt Vriezenveen inv. nr. 2674).
Voor 1736 moet Claes zijn overleden, want dan zijn een aantal Vriezenveners, te weten Berent Raphuis, Lenart Wolters, Berent ten Cate en Lucas Feijer eigenaar van het "Claes Braemhaerslandt" dat dan 3 akkers omvat. In 1733 stond het land nog voor 1 akker in de boeken op naam van Claas. Heeft volgens de dorpshistoricus wijlen Herman Jansen het pand Westeinde 598 (huidige nummering) bewoond.(Bron: Ken uw dorp en heb het lief blz. 247).
De link naar de vader van Claes is, is ontleend aan de volgende akte: in 1713 wordt broer Wicher genoemd in een schuldkwestie van broer Claas Bramer of Braemhaar inzake diens schuld aan het voorkind uit zijn eerdere huwelijk, waartoe diens voogden Claas aanspreken (bron: archief Schoutambt Vriezenveen inv. nr. 22).
Klaas heeft kennelijk problemen met het betalen van geld voor geleverd linnen in 1710 voeren Hendrik Spijker en zijn vrouw een proces tegen Klaas H. Braamhaar wegens geleverd linnen. Vonnis 5-7-1710 (Bron: Huisarchief Almelo inv. nr. 2984). In 1714 spant de Almelose linnenkoopman om die reden eveneens eenr ectzaak aan tegen Claas Braamhaar vanwege 16 guldens en 16 stuivers geleverde lappen linnen d.d. 14 oktober 1712 (bron: archief Schoutambt Vriezenveen inv. nr. 22).
In het notarieel archief van Utrecht is een akte te vinden met betrekking tot een compagnonschap tussen Nicolaas Bramer en de Vriezenvener Jan Schol. Nicolaas is een gebruikelijke benaming in Holland en Utrecht voor de naam Claas. Overigens ondertekent Claas de akte met de naam "Klaas Braemer". Klaas machtigt in deze akte Jan Schol om namens hem zaken te behartigen. (Bron: notarieel archief Utrecht akte 31-3-1707 bij notaris Keppel). Dit duidt erop dat zowel Claas Bramer als Jan Schol in de buurt van Utrecht zaken deden. | Notities geboorte | Claas is in 1713 getuige in een gerechtelijk onderzoek in verband met een ruzie tussen Jan Henrixen Olde en de oud-schout Lucas Hermssen (Coster). Claas is dan 36 jaar en moet dus omstreeks 1677 geboren zijn. Archief Huize Almelo inv. nr. 2932. |
|