Notities persoon | niet onder de naam Bramer in de boterpachtregisters te vinden. Vermoedelijk identiek aan Claes Jansen eigenaar van zo´n 3 akkers land aan het Oosteinde dichtbij het midden. ook zoon Jan Claasssen heeft een erf in deze buurt. Volgens het boterpachtregister van 1690 gaan de landerijen van Claes Jansen over aan Hendrik Jansen Faijer, die zich de nieuwe eigenaar van het goed mag noemen. Uitsluitend in een blaadje met losse notities van het boterpachtregister van het jaar 1665 staat "Clas Bramhaer" vermeld als degene die 2 pond boter betaalt (1/2 akker) op Berent Jansen Sendermans naam.
12-08-1660 heeft Jan Bartels Schult op’t Vrieseveen de volgende breuk (beboetbare overtreding) aangegeven: Claas Jansen Braamhaar heeft geklaagd dat de Ooster Schoelmeisterszoon hem twee gaatjes in ’t hoofd geslagen heeft, comende voor bloedstromen gerekend worden. Verschenen Frerick Frericksen schoelmeister die accordeert voor de breuk boven onkosten van onderzoek en schrijne 20 kar. guldens. 30 augustus 1660 betaald 13 kar. guldens en 14 stuivers, nog te betalen 2 zilveren ducaten. (bron: AHA inv. nr. 3245).
(Bron: Toegang 5075 Stadsarchief Amsterdam, inv. nr. 4737, notaris David Srafmaeker Valet mbv Read & Search)
Folio 303 Op Huijden den 22e„ Julij Ao„ 1677 Compareerde voor mij David Staffmaker Varlet openb. Nots. Albert Fredrikse Jonker Linnecooper out 65 Jaaren dewelke ten versoeke van Pr. Frans Meijer & Matheus weduwe procuratie hebbende van Hendrik Jansz Bramer woonende in’t vrieseveen in Overijssel soo voor hem selve mitsgaders als oom en voogd over de kinderen van zijn broeder Claas Janse braamer heeft verclaart ende geattesteert hoewaar, En hem getuijge wel bekend is dat debbigas Pieter Jansz Vos in zijn leven gewoond hebbende op de Zeedijk inde Fortuijn hem geneerende indt houden van Commesaalen & slaapers aan voorn. Hendrik en Claas Janse braamer Deuchdelijk schuldig is geweest d’ obligatie breeder vermelt inde verclaeringe ende affirmatie bij hendrik Janse braamer selven op den 27 Julij des voorleeden Jaars 1676 voor mij Nots. ende seek’re getuijgen verleeden ende gepasseert Geevende voor reedenen van weetenschap dat hij getuijge ten huijse van voorn. Pieter Janse Vos neffens de voorss. Hendrik & Claas Janse braamer is gelogeert geweest ende bij die Occasie tot verscheijden reijse en eenige Jaaren achter malcanderen heeft gesien dat Maritje de huijsvrou vande voorn. Pieter Janse Vos aan de selve gebroedens de Intresse vande capitale somme in zijn getuijgen bij wesen heeft betaelt bereijt zijnde tselve des noots met solemneelen Eede te bevestigen, alles oprecht gedaan binnen Amsterdam ter presentie van Isacus Hegeman & Anthonij Brackarius als getuijgen hier overgestaan Albardt frerijcks J. Hegeman A. Brackarius Ita Attestor D: Stafmaker Varlet Nots. |
|