TERUG NAAR START
Berend Gerrits ten Cate
GeslachtMan
Leeftijd± 73 jaar
 
Geboren1671teVriezenveen
Overleden± 1744teVriezenveen
Vader Gerrit Berends ten Cate (ook Becker)
 Geboren ± 1645
 Overleden ± 1709
Moeder Hendrikjen Hendriks Bramers
 Geboren ± 1645
 Overleden > 1709
Broer  Gerrit Gerritsen *± 1680
Broer  Jan Gerrits *± 1690
Broer  Hendrik Gerrits *± 1690
Broer  Frerik Gerritsen ~1-10-1699
 
Huwelijk ± 1710
 
metAaltje Berends
 Geboren± 1690
 Overleden11-3-1730
Kinderen  Fredrika Berends
Janna Berends
Fenneken Berends
Bernardus (ook Berent)
Gerrit Berends
Huwelijk < 1742
 
metAaltje Derks Timmer
 Gedoopt11-4-1723
 
Notities persoonBerent Gerrits ten Cate bewoonde het erf van zijn schoonvader Berent Alberts, gelegen aan het einde van het Westeinde, dichtbij zijn eigen ouderlijke erf (in de buurt van nr. 530). In 1715 wordt Berent Gerrits al als bewoner op dit erf genoemd (register van de 1000e penning, inv. nr. 2547 Statenarchief). Berent zat er warmpjes bij met een geschat vermogen van 1.900 gulden. In 1734 en 1739 is het zelfs gegroeid tot 2.000 gulden.
In 1729 nog in het boterpachtregister genoemd. Heeft dan een behoorlijk erf, nl. ongeveer 7 akkers. Rond 1751 woont hier Wolter Scholten de 2e echtgenoot van Swenneken Lamberts, die eerder gehuwd was geweest met Bernardus ten Cate, een zoon van Berent Gerrits ten Cate. Het familiekapitaal van dit erf is dan behoorlijk uitgedund. In het register van de 1.000e penning van 1751 staat Wolter Freriks [Scholten] met een vermogen van "slechts" 400 gulden.

Op 18-09-1711 kopen Claes Hendriks Bramer en Anneken Willems Glas van Berent Willemsen Glas en zijn echtgenote Geertjen Wijchers en van Jan Fronten en Mettjen Willems Glas 3 akkers land die van hun ouders (Willem Jansen Glas en N.N.) geerfd zijn. Op 19-09-1711 worden de verworven akkers voor 1000 gulden doorverkocht aan Berent Gerritsen ten Cate . In 1722 wordt Berend Gerritsen ten Cate voor het schoutengericht gedaagd vanwege een restant schuld van 40 gulden die hij weigert te voldoen aan Claas Braamhaar en Anneken Willems Glas (arch. Sch.ambt Vriezenveen inv. nr. 23).

Op 25-11-1713 daagt Berend Gerritsen ten Kaathe Jan Berendsen Hulst voor het gericht vanwege een schuld van 100 daalder die volgens de schuldverklaring dateerde van 8 oktober 1709 (bron: Schoutambt Vriezenveen inv.nr. 22).
Op 24-02-1714 daagt Berend Brouwer Berend Gerrits ten Cate voor het gericht vanwege een niet betaalde schuld van 6 gulden en 15 stuivers (bron: Archief Schoutambt Vriezenveen inv.nr. 22).

Op 11-03-1730 verklaren Berend Gerrits ten Caathe en Aaltien Berendsen ontvangen te hebben van Hinrik Janssen Hinnevend en Jenneken Klaassen, echtelieden en hun dochter Jenneken Hinnevend 1100 car. guldens voor 2 akkeren lands en een akker bovenwegs en een huis en erf. De 2 akkeren lands gelegen tussen het land van Jan Geurts westwaarts en de wed. Gerrit Vos oostwaarts zijn 11 december 1728 verkocht.(bron:archief schoutambt Vriezenveen).

Op 08-08-1742 maakt Berent ten Cate zijn testament op en legateert aan zijn 3 kinderen, Berent Berens ten Caate, Fenneken Berens ten Caate gehuwd met Jan Jonker en ten slotte Grietje Berens ten Caate, gehuwd met Jan Freriks Fronten ieder 100 gulden, na overlijden, vooruit uit de boedel te trekken.Verder komen al zijn goederen, indien bij zijn huidige vrouw Aaltjen Derks Timmer geen kinderen worden verwekt, aan zijn kinderen toe, genaamd: Janna, Fenne, Grietjen, Fredrika, Berent, Hindrik en Gerrit ten Caate en zijn tegenwoordige bruid Aaltjen Hendriks Timmer, die na zijn dood de gemeenschap van goederen mag blijven genieten. Met andere woorden een testament op langstlevende (bron:archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2675).

8-2-1744 verschijnt Berent ten Cate voor het gericht. Hij daagt hierbij zijn dochter Fenneken Berends ten Cate, als getrouwd aan Jan Jonker. Zij zou in september 1744 van Berend ten Cate, die toen ziek te bed lag, 100 gulden 1 stuiver en 8 penningen hebben gekregen onder de voorwaarde dat als hij tegen "legtmissen off vastenavond" kwam te sterven zij het geld door vier zou verdelen met Janna, Frederika en Gerrit Berends ten Cate. Fenneken zou het geld terug geven als hij weer beter zou worden, wat is gebeurd, echter Fenneken wil het geld tot op heden niet teruggeven. Jan Alberts Jonker verschijnt voor zijn vrouw voor het gericht en verklaart dat zij het geld alleen zal teruggeven als zijn schoonvader onder ede het voorgaande verklaart. Op 22 februari laat Berent ten Cate het gericht weten dat hij te zwak is om naar het gericht te komen om de eed af te leggen en verzoekt het gericht bij hem thuis langs tekomen om de eed af te leggen inzake deze kwestie. Op de 22e verschijnt, vanwege ziekte van haar man Jan Jonker ook Fenneken voor het gericht en verklaart het geld terug te willen geven als haar vader onder ede verklaart de 100 gulden te hebben gegeven onder voorwaarde van zijn sterven. (bron: archief schoutambt Vr.veen inv. nr. 26 foto 242).
Notities geboortegetuige in een proces 10 februari 1710 en verklaart daarbij 39 jaar oud te zijn (bron: transcriptie Gezinus Grissen, AHA inv. nr. 1486).
Notities overlijdenin 1745 niet meer in het hoofdgeldkohier vermeld.