TERUG NAAR START
Egbert Fredriks ten Cate
GeslachtMan
Leeftijd± 72 jaar
 
Geboren± 1675teVriezenveen
Overleden± 1747teVriezenveen
Vader Frerick Berents ten Cate (Cort)
 Geboren ± 1640
 Overleden < 1704
Moeder N.N. Wolters
 
 
Broer  Gerrit Fredriks *± 1670
Zus  Aaltjen Frerix *± 1670
Zus  Jennighjen Frericks *± 1680
Zus  Grietje *± 1680
 
Kerkelijk huwelijk 26-3-1699 te Vriezenveen
 
metJaspertjen Hendriks Bramer
 Geboren± 1675
NotitiesEgtbert Frerix ten Kate Zone van Frerik ten Cate en Jaspertjen Henrix Bramer N.D. van Henrik Bramer Beide hier geboortig (transcriptie: Gerard Jansen Hoofddorp)
Kinderen  Aeltje Egberts
Hendrik
Grietjen Egberts
Huwelijk ± 1712 te Vriezenveen
 
metJenneken Jansen (Telgencamp?)
 Geboren± 1690
 Overleden< 1748
Notitieseerste kind wordt gedoopt op 4 juni 1713, Jasper vernoemd naar de eerste echtgenote van Egbert Fredriks ten Cate genaamd Jaspertje Bramer.
 
Notities persoonheeft zijn erf dichtbij het ouderlijkerf op het Westeinde, in de buurt van het Midden.
In het kohier van de 1.000e penning van 1715 wordt zijn vermogen geschat op 1200 gulden.
In 1714 voert hij een rechtzaak voor het schoutengericht tegen de weduwe Bonte en haar zoon Joachim Adolph Bonte over een recht van overpad en de hieraan verbonden lusten en lasten (archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 22).

Op 28 dec. 1712 verkopen Berent Roelofs en Aaltjen Waanders een hoevenakker gelimiteert oostwaarts Berent Jansen Hollander westwaarts Barkhoffen volkien, onverscheiden met Lubbert Holshoff aan Egbert ten Cate en Jennigje Jansen voor 75 gulden (archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2673 foto 180).

Engbert Hendrixen Timmerman is in 1750 momber van drie van de kinderen van Egbert ten Cate, te weten, Berentjen, Frederika en Janna ten Cate (bron: archief schoutambt Vr.veen inv. nr. 27 foto 184). Dit duidt er mogelijk op dat de tweede vrouw van Egbert evenals de vrouw van Egbert Timmerman een Telgencamp was. Mombers waren meestal bloedverwanten. In dat geval zou Jenneken Jansen later met Jan Klomp zijn gehuwd.
Notities overlijdennog genoemd in het hoofdgeldkohier van 1746. Met de volkstelling van 1748 wordt Egbert niet meer vermeld.