Notities persoon | aanvankelijk molenaar (1723-1727), later winkelier, Quotisatiekohieren 1749 Pieter Claas, Ooststellingwerf Plaats: Oosterwolde Omschrijving: coopman Gezin volw: 3 Aanslag: 19-11-0 Verhoging: Vermogen: Bron: Ooststellingwerf, fol. 36
In het register van gezinnen van Oosterwolde uit 1748 staat Pieter Claas vermeld met 2 ouderen en een jongere in het gezin. Als beroep staat koopman vermeld.
Bij de dopen van Hiltje (1723) en Pieter (1727) staat vermeld dat Pieter Claeses opzichter van de molen te Oosterwolde is.
[6 mei 1722 eerste proclamatie] Men laat een ieder weten dat Grietie Jans voor haar zelf en als moeder en voorstanderse van haar minderjarige dochter Trijntie Pijtters samt Jan Pijtters en Antie Pijtters gesterkt met haar man Hans Jans en Martien Pieters gesterkt met haar man Pieter Claasen alle meerderjarig en wegens het minderjarige aandeel van Trijntie Pijtters waarop decreet is verklaard op 22 april 1722 verklaren publiek te verkopen (bij de brandende kaars) zeker huis met hof cum annexis gelegen te Heerenveen aan de noordkant van de gemene grifte hebbende ten oosten Joost Hoovenier en ten westen Johannes Wijbes cum soc [Bijsitter of mederechter van Schoterland] , ten zuiden de twee gemene roeden en ten noorden Jan Mucks met 6 caroli guldens grondpacht die jaarlijks aan Johannes Symonides of zijn erfgenamen moeten worden betaald. Kopers zijn geworden Jelle Gerckes en Antie Althuijs voor de som van 725 caroli guldens. Kantlijn: Douwe Oedses protesteert vanwege een geregistreerde obligatie die hij heeft uitstaan op dit huis van 100 caroli guldens dd 28 maart 1713. Regt gesproken 3 juni 1722. 17 juni 1723 zijn formeel koper gebleven Jelle Gerckes en Antie Althuijs voor 725 caroli guldens, alsmede de 6 jaar huur die verbonden zijn aan dit huis voor de som van 36 caroli guldens per jaar komen de kopers toe (bron: archief Nedergerecht Schoterland, proclamatieboeken inv. nr. 128 foto 257).
(onderstaande registraties zijn afkomstig uit de weesboeken van het nedergerecht inv. nr. 36, verwezen wordt naar de bereffende folionummers in het weesboek). 31-48 Inventaris van de goederen van wijlen Grietje Geerts in leven huisvrouw van Rinder Hendrix Tot Oosterwolde dd 13 april 1742 31-48 "Peter Claes , Op 13-4-1742 staat koopman Peter Claas te Oosterwolde genoemd (zie ook hypotheekboeken Oostellingwerf) bekent schuldig te zijn aan Grietje Geerts bij het opmaken van de boedelscheiding van laatstgenoemde persoon. Het betrof een klein bedrag van 1 gulden en 10 stuivers. Ook inzake een inventarisatie van schulden op 22-02-1746 van wijlen Berent Luitjes en Wibbe Eijntes wordt de koopman Peter Claas een aantal keren genoemd." 43 Peter Claas Coopman tot Oosterwolde koomt wegens geleverd winkelwaren een Cargl en 10 stuivers 152- inventarisatie van de boedel van wijlen Wolter Berents d.d. 22-2-1746 156 Den 24 December 1737 betaalt aan Peter Claas Coopman tot Oosterwolde voor geleverde rijs en mostert op de Begrafenisse van wijlen Berent Luitjes de somma van 2 Carlglds 10 gros en 8 penn volgens specificatie met No.4 157 Den 24 december 1737 betaalt aan Peter Claas Coopman tot Oosterwolde voor rijs en jenever gelevert op de begraffenisse van’t wese Grietje Berents de somma van een Caroligulden en seven stvs en vier penn volgens Qtie met No7 159 Den 11 maij 1738 betaalt aan Peter Claas Coopman te Oosterwolde wegens winkelwaren aan wijlen Berent Luitjes gelevert de somma van twee Carolglds elf stvs en tien penn volgens specie en Qtie met No11 163 Den 1 Febr 1739 betaalt aan Peter Claas Coopman tot Oosterwolde wegens gelevert Garen en Naijen voor de wesen de somma van sestien stvs 184-191 inventaris van de weesboekhouding tbv de kinderen van wijlen Jan Eijts en Grietje Geerts d.d. 10 sept. 1749 Den 24 September 1742 aan Peter Claas wegens winkelwaren de somma van 15 stvs
Op 13-4-1742 staat koopman Peter Claas te Oosterwolde genoemd (hypotheekboeken Oostellingwerf) als schuldeiser voor geleverde winkelwaren aan Grietje Geerts bij het opmaken van de boedelscheiding van laatstgenoemde persoon. Het betrof een klein bedrag van 1 gulden en 10 stuivers. Ook inzake een inventarisatie van schulden op 22-02-1746 van wijlen Berent Luitjes en Wibbe Eijntes wordt de koopman Peter Claas een aantal keren genoemd. Hij had op 24-12-1737 geleverd mosterd en rijst voor de begrafenis van Berent Luitjes 2 gulden en 10 stuivers en dezelfde dag geleverd aan rijst en jenever voor de begrafenis van het weeskind Grietje Berents van 1 gulden en 7 stuivers. Ook in 1738 leverde de koopman Berent Claas winkelwaren aan voernoemd gezin en wel voor een bedrag van 2 gulden, 11 stuivers en 10 penningen. Ook in de administratie van rekenschap van de erven van wijlen Jelke Fokkes staat op 24-09-1742 een betaling van 15 stuivers aan winkelwaren vermeld aan Peter Claas.
Op 2-2-1745 verklaren Peter Claas en Martjen Peters wonende te Oosterwolde 125 car. guldens schuldig te zijn aan Roelof en Rinske Rintjes gesterkt met haar vader Rintje Martens te Zuider Drachten vanwege geleverde winkelwaren. Beiden ondertekenen de acte met een kruisje, toch wel opmerkelijk gezien het beroep van winkelier. Als onderpand stellen Pieter Claas en zijn vrouw "onse winkel en winkelwaren". Pieter Claes en Martien Peters ondertekenen met een kruisje, toch wel opmerkelijk gezien het beroep van winkelier (bron: Nedergericht Ooststellingwerf, hypotheekboeken, inv. nr. 59, folio 135).
Op 14 november 1745 verklaren Peter Clasen koopman wonende te Oosterwolde en Martien Peters schuldig te zijn aan Rintie Jans en Janke Hendriks kooplieden te Zuiderdrachten 150 gulden vanwege geleverde winkelwaren. Onderpand is de winkel met winkelwaren en huisraad (bron: Nedergericht Ooststellingwerf, hypotheekboeken, inv. nr. 59, folio 147).
Genoemd in de reële belastingkohieren van Oostellingwerf tot en met 1766. In 1767 wordt de wed. Peter Claas genoemd als huurder op belastingnummer 23. Het pand ("huis en enig land") werd in 1766 nog verhuurd aan Peter Claas. Het huurbedrag bedraagt in deze tijd 24 gulden. Het belastingbedrag (5e penning, afgeleid van de huurwaarde) bedroeg dienovereenkomstig 4 gulden 7 stuivers en 4 penningen. Eigenaar van het pand waren de erven Jan Holtrup. Peter huurde het pand vanaf 1759 (bron: reële belastingkohieren van Oostellingwerf). Tot en met 1758 had Peter een pand (belastingnummer 19) gehuurd van Hendrik Jans c.s. voor 10 gulden op jaarbasis. Kennelijk gingen de zaken in deze tijd goed, zodat hij zich een pand met een meer dan dubbele huur kon veroorloven. Het oudste belastingkohier van de reële middelen (in het archief van de provincie Friesland) stamt uit 1722. In dat jaar staat Hendrik Jans als eigenaar en bewoner vermeld. Het daaropvolgende kohier stamt helaas pas uit 1736. In dat jaar staat Peter Claas reeds als huurder van het perceel vermeld. | Notities geboorte | moedersnaam bij doop niet genoemd. |
|