Notities persoon | 21 februari 1653 Inventaris van de goederen van Sijtse Clasen en Berber Dircx echtelieden in leven gewoond hebbende te Goutum, op verzoek van Atse Clasen tot Jelsum en Pijter Gerrijts als curatoren over de kinderen van Sijtse Clasen en Berber Dirx en Aucke en Jacob Sijtseszonen voor zichzelf en Lieuwe Ottis als man en voogd van IJble Sijtsedr. alsmede Feijte Jans als man en voogd van Griet Sijtsesdr. alle voorkinderen van voorschrevene Sijtse Clasen door Trijntie Jacobs in echte verwekt op aangeven van Aucke Sijtses en Lieuwe Ottis voornoemd. Tot de boedel behoort een huis te Goutum lang 21 “tach” gelegen boven het land van Jildu Reen. Verder 2 ponden land op Goutumer meenschar. Vijfdehalf ponden land op Goutumer nienland, 2 ponden en 2 einsen op Huisumer Hemrick. Tot de boedel behoorde oa een praam en 3 wagens en een slede, 13 koeien, aan zilverwerk bezat men een zilveren beker. Aan waardepapieren oa een schuldpapier ten laste van Pieter Claas te Wirdum en Willem Jans cum uxore als borg akte dd 10 september 1630, mede cessie gegeven aan Atse Clasen en Sijtse Clasen dd 25 februari 1641 voor een bedrag van 250 goudguldens. De intrest van 1640 nog onbetaald, het rentepercentage 6%. Een obligatie ten laste van Pieter Clasen en Trijnke Willems dd 1 mei 1630 200 goudguldens. een obligatie. Atse en Sijtse Clasen hebben nog een cessie van Foeck Bartels dd 25 februari 1641 ten laste van Pieter Clasen voor een bedrag van 50 goudguldens. Kantlijn: Trijntje Willems wed. van Piter Clasen verklaart dat zij van voornoemde 3 obligaties nog 300 goudguldens op 1 mei 1654 met een jaar intrest van 6 % zal terugbetalen. Verder oa nog twee schuldpapieren ten laste van Rintie Ottes van 350 guldens gedateerd 18 april 1644 en 16 nei 1645. Verdere papieren oa scheidingsceduul opgemaakt voor den Hove van Friesland tussen Sijtse Clasen en zijn kinderen door wijlen Trijntie Jacobs in echte verwekt dd 29 april 1635. Obligatie ten laste van Lieuwe Ottis van 400 goudguldens dd 1 mei 1652. Aucke Sijtses is schuldig 100 goudguldens. Jacob Sijtses is schuldig 300 goudguldens tegen 5 ½ procent. Schulden ten laste van het sterfhuis: oa Duco Wopkes komt 200 goudguldens toe, Hessel ottes 3 gulden en 14 stuivers. De doodschulden van wijlen Berber Dirx zijn 50 goudguldens. De totale profijtelijke staat is 8.877 goudguldens. Sijtse Clasen had hiervan 2.500 goudguldens in de boedel ingebracht en Berber Dirx 600 goudguldens. De 4 voorkinderen komt elk 858 goudguldens toe uit de boedel. (Bron: weesboeken, inv.nr. 95, Nedergerecht van Leeuwarderadeel – Tresoar, foto 59-73). |
|