Notities persoon | veenmeester van het Sint Anthoniegasthuis te Leeuwarden over de Oostermeerder/Opeinder venen (zie archief van dit gasthuis toegang 1153 inv. nr. 1278 Tresoar).
1586 Voorwaarden, waarop Gerryt Kunisz., als veenmeester van het gasthuis wordt aangesteld (zie archief van Het Sint Anthoniegasthuis te Leeuwarden toegang 1153 inv. nr. 1278 Tresoar).
1587 Contract met Gerrit Kuenisz. en Bauck Ubledr., waarbij hun de vergraving der veenen van het gasthuis, onder Oostermeer, voor zes jaar wordt gegund, op voorwaarde, dat het gasthuis gedurende vier jaar het 1/3 gedeelte en gedurende twee jaar, de helft der uit te graven turf zal ontvangen. Met eene verlenging van dit contract tot 1600 (zie archief van Het Sint Anthoniegasthuis te Leeuwarden toegang 1153 inv. nr. 1279 Tresoar).
27 februari 1614 Minne Lubberts wonende op Oostermeerderveen onder de klokslag van Smallinger Opeinde verklaart te zullen betalen aan Gerrit Coenes zijn huisvrouw de som van 40 goudguldens (Bron: Nedergerecht van Tietjerksteradeel recesboeken inv. nr. 7 foto 38)
1614 Acte van afstand door Gerrit Coenes en Bauck Ulbedr. van de bij hen in huur gebruikte landen, ten behoeve van hun zoon Wylt Gerrits (zie archief van Het Sint Anthoniegasthuis te Leeuwarden toegang 1153 inv. nr. 1281 Tresoar).
27 maart 1615 Gerrit Koenes als curator over de weeskinderen van Trijn Freercks contra Jacob Tetmans (Bron: Nedergerecht van Tietjerksteradeel recesboeken inv. nr. 7 foto 114).
19 augustus 1616 Gerrit Koenis en Bauck Ubledr. protesteren tegen de effecten van bevelen gedaan aan Willem Hans, Lieuwe Lieuwes, Oene Aessis, Oene Seyes, Hermen Gerbens, Jan Gables, Sytse Riards, Popke Uijlses, om geen turf te vervoeren van Imperators veen, (Bron: Nedergerecht van Tietjerksteradeel recesboeken inv. nr. 7 foto 191).
28 oktober 1616 Andries Jouckes te Oostermeer verklaart te zullen betalen aan Gerrit Koenis 6 gg en 14 st. vanwege gekochte turf (Bron: Nedergerecht van Tietjerksteradeel recesboeken inv. nr. 7 foto 203).
10 februari 1617 Auck Ritsertsdr. wed. van Heyne Jans op het Veen te Oostermeer verklaart 47 gg schuldig te zijn aan Gerrit Koenis volgens obligatie (Bron: Nedergerecht van Tietjerksteradeel recesboeken inv. nr. 7 foto 222).
10 februari 1617 Marten Binnerts op het Veen te Oostermeer verklaart 11 gg schuldig te zijn aan Gerrit Koenis vanwege aankoop van een bed en 2 Spaanse daalders en 2 stuivers vanwege geleend geld (Bron: Nedergerecht van Tietjerksteradeel recesboeken inv. nr. 7 foto 222)
22 april 1617 Gellius Hillema Raadsheer van den Hove van Friesland en J-auck Haersma echtelieden binnen Leeuwarden verklaren verkocht te hebben aan Ruijrd Dirckx en zijn vrouw wonende onder de klokslag van Smallinger Opeinde en Gaets Hommedr. nagelaten weduwe van Joucke Everts Schere, 12 roeden Opeinder veen, de uitbreiding strekkende van de Leidijk tot in de veenscheiding, hebbende Gerrit Coenes ten oosten en Eelcke Dirckx ten westen, met vrije uitvaart naar het oosten, met instemming van voornoemde Gerrit Coenes en zijn zoon Wilt, voor de som van 2.100 goudguldens (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, hypotheekboeken 1613-1618 inv. nr. 93 foto 93-95).
9 januari 1618 Gielt Jans en Rennert Bauckes wonende onder de klokslag van Oostermeer, en Baucke Rennerts en Hessel Geerts wonende onder Smallinger Opeinde doen proclameren de aankoop van een gerechte derde part van vierdehalf roeden veen met ondergrond zijnde mandelig met de verkopers, gelegen onder de klokslag van Harkema Opeinde hebbende Wigle Roucema ten oosten en Gerrit Coenes ten westen in koop verkregen van Sijdt Pieters te Gaastmaburen 50 goudguldens (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Proclamatieboeken inv. nr. 80, folio 162). 16-7-1622 Sicke Harckesz en Appollonia Edtsiedr, el. op Oostermeerderveen, verklaren ƒ 66 schuldig te zijn aan Gerrit Coenesz en Bauck Ubledr, el. op de Tieke onder Suameer ("Suamerer Teecke"), wegens koop van een turfschuit met alle annexen; Sicke tekent met merk (gripe) In margine stond: op 16 januari 1624 is gecompareerd Harcke Sickezn, mede uit naam van zijn vrouw Aelcke Freercksdr, en heeft aangenomen om vanwege zijn vader Sicke Harckesz op Allerheiligen a.s. van deze schuld ƒ 30 te betalen; getuige: Eesge Oenes; Harcke tekent met merk (gripe) (Bron: Allefriezen.nl, Hypotheekboeken Tietjerksteradeel inv. nr. 0087, blad 172v).
27 april 1628: Cornelis Gercx en Pytrick Doeckedr, el. te Oostermeer, verklaren • 100 schuldig te zijn aan Houyte Ruyerdtsz en Ricxt Hendricxdr, el. op "d’Teecke" (de Tieke onder Suameer) ; geregistreerd 23 maart 1635 ten verzoeke van Gerck Cornelis; 25 november 1628: Cornelis Gercx en Pytrick Doeckedr, el. te Oostermeer, verklaren • 100 schuldig te zijn aan Gerryt Coenesz aldaar; geregistreerd 23 maart 1635 ten verzoeke van Gerck Cornelis. (bron: Hypotheekboeken Nedergerecht Tietjerksteradeel) |
|