| Notities persoon | 5 mei 1617 [eerste proclamatie] Roeloff Hermensz. Ruerd, Dirck en Wilt Gerritszonen doen proclameren de aankoop van 6 mad mieden en bijhorende lijen, nu door Roelff Hermans als meier gebruikt gekocht voor 1.000 goudguldens van Gelius Hillema, Raadsordinarus van den hove van Friesland. (Bron: Nedergerecht van Tietjerksteradeel recesboeken inv. nr. 7 foto 286)
17 juni 1623 Agge Pijtters Schuitevoerder geciteerd door Wilt Gerrijts voor betaling van geleverde turf (Bron: Recesboeken, Nedergerecht Menaldumadeel - Tresoar, inventarisnummer 009, foto 251, 278).
1625 Contract met Wylt Gerrits over het vergraven der veenen te Oostermeer (zie archief van Het Sint Anthoniegasthuis te Leeuwarden toegang 1153 inv. nr. 1282 Tresoar).
1629 Nader contract met Wylt Gerrits over het vergraven dezer veenen. Met eene kantteekening van de weduwe van Wylt Gerryts, waarbij zij afstand doet van de bij deze veenen behoorende ’leyen’, 1631 (zie archief van Het Sint Anthoniegasthuis te Leeuwarden toegang 1153, inv. nr. 1283 Tresoar).
21 februari 1632 Wilt Gerrijts cum uxore te Oostermeer contra Intse Jarichs te Dronrijp inzake schuld van 64 goudguldens. (Bron: Recesboeken, Nedergerecht Menaldumadeel - Tresoar, inventarisnummer 011, foto 339).
Dirck Isbrandtsz en Tyed Willemsdr, el. te Oostermeer, verklaren ƒ 80 schuldig te zijn aan Teth Sytsedr, weduwe van Wilt Gerrytsz te Oostermeer en haar kinderen, mede-erfgenamen van Gerryt Coenesz, wegens geleend geld, ontvangen bij het leven van voornoemde Gerryt Coenesz (Bron: Tietjerksteradeel hypotheekboeken (Akte)datum: 27-04-1632).
12 juni 1632 Wilt Gerrijts te Oostermeer contra Feicke Juckes op Dronrijp die gecondemneerd is dd 29 november 1631 tot betaling van 432 caroli guldens (Bron: Recesboeken, Nedergerecht Menaldumadeel - Tresoar, inventarisnummer 011, foto 359).
Koop- en huurcontract tussen Binnert Haersma te Oostermeer, als stiefvader van de kinderen van wl. Wilt Gerrytsz bij Teth Sytsedr, zoveel nodig gesterkt met en met goedkeuring ("approbatie") van Wytse Martensz, als man en voogd van Sepck Wiltsdr en Michel Jansenz, wonende op de Tieke (onder Suameer), als man en voogd van Fed Wiltsdr, alsmede Bote Meyntsz en Aelcke Gerrytsdr, el., tezamen verkopers resp. verhuurders enerzijds, en Jouw Juckesz en Claeske Jansdr, el. te Oostermeer, kopers resp. huurders; hebben gesloten een contract, waarbij in eigendom wordt overgedragen een huizinge in ’t Witveen, staande op verkopers landen, invoegen verkopers door loting ("afflottinge") met Ritske Aesges ten deel is gevallen, verkocht voor ƒ 265; daarbij voor 7 jaar verhuurd een perceel land en leien, toegemaakt en "ongetoemaeckt", bij voornoemde huizinge gelegen, "aen d’schuyte ofte opsloot", volgens "scheydbrieff daeraff zijnde", bezwaard met het onderhoud van "de scheydsloot", die de verhuurders zullen aanleggen, aldus verhuurd voor ƒ 15 per jaar. Deze overeenkomst is mede goedgekeurd en ondertekend door Folckert Tiercxz, als man en voogd van Meyns Wiltsdr, Sytse Wilts en Sierd Wilts (Bron:Tietjerksteradeel hypotheekboeken akte(Akte)datum: 19-03-1642). |
|