TERUG NAAR START
Jan Poppes van Eik
1842janvaneikxhofman.jpg  
GeslachtMan
Leeftijd77 jaar
 
Geboren15-6-1819teNoorderdrachten (Smallingerland)
Overleden9-5-1897teDrachten (Smallingerland)
Vader Poppe Jans van Eik
 Geboren 9-3-1774
 Overleden 23-3-1831
Moeder Korneliske Klazes van Weperen
 Gedoopt 1-12-1778
 Overleden 21-8-1832
Zus  Iebeltje Popes *15-8-1798
Broer  Klaas *6-1-1801
Zus  Saakjen Poppes *7-11-1802
Zus  Fokjen Popes *25-2-1806
Zus  Aaltje Popes *30-9-1807
Broer  Jan *1811
Zus  Jantje Popes *22-11-1812
Zus  Jantje Popes *6-10-1815
Broer  Jan *1818
Broer  Klaas *13-10-1821
Zus  Klaaske *8-5-1823
 
Huwelijk 20-8-1842 te Achtkarspelen
 
metLamke Tjeerds Hofman
 Geboren2-10-1819
 Overleden7-10-1884
Notitiesbij het huwelijk wordt door het bruidspaar een attest van onvermogen overlegd.
Kinderen  Poppe Jans
Tjeerd Jans
Corneliske Jans
Notities persoonarbeider bij huwelijk, woont bij zijn huwelijk in Optwijzel.
In 1843 bij geboorte Poppe, arbeider te Optwijzel.
In 1849 bij geboorte Tjeerd, koopman wonende te Rottevalle.
In 1853 bij geboorte Corneliske koopman van beroep wonend te Noorderdragten.
In 1854 bij overlijden Corneliske arbeider te Noorderdragten.

25-08-1849 Compareerde Sjoerd Gerbens de Jong oud 46 jaren koopman wonende te Dragten de welke verklaarde dat hij hedenmorgen omstreeks elf uren achter zijn huizinge te Noorder Dragten bezig was met een wagen in gereedheid te brengen waarmede hij een reis zoude doen om varkens te halen. Dat aldaar toen bij hem kwam zekeren Jan Popes van Eik welke hem comparant maande om landhuur te betalen. Dat hij daarop had aangeboden om met naar den notaris van Blom te gaan om aldaar af te rekenen. Dat van Eik daarop den comparant bij de borst had gegrepen en dat zekeren Hendrik Siegers de Boer toen uit de wal was gesprongen en hem comparant met een hard voorwerp op het hoofd onderscheidene slagen toebragt waarop het bloed hem dadelijk bij het aangezigt was langs geloopen. Dat beide personen van Eik en de Boer hem daarna nog onderscheidene slagen op den rug hebben toegebragt niet tegenstaande de vrouw van hem comparant was ter hulp gekomen. Dat hij comparant zoodanig was overvallen dat hij geen tegenweer konde doen. Dat de comparant eindelijk aan hen is ontworsteld waarop de veldwachters Lindeboom en Siebinga kort daarna het pad passeerden en hem comparant in zijne bebloede toestand aantroffen toen zijnen beleedigers nog van zijn erf kwamen. W.g. S.G. de Jong en J.E. v.d. Meulen(assessor)
(bron: aanklachten Smallingerland 1847-1854; zie link: https://www.smallingerland.nl/Int/archiefonderzoek/Aanklachten,-overtredingen,-bekeuringen.html )

25-08-1849 Compareerde Aaltje Douwes Veenstra oud 56 jaren huisvrouw van Sjoerd Gerbens de Jong koopman te Dragten, de welke verklaarde dat zij hedenmorgen omstreeks elf uren in huis aan haar werk bezig was toen zij achter hunlieder huis eenig leven hoorde, waarop zij naar buiten liep en zag dat zekere Jan Popes van Eik en Hendrik Siegers de Boer des comparanten man op de grond onder hadden, dat van Eik hem met de hand en de Boer hem met een stuk ijzer op het hoofd sloeg waarna hij geweldig begon te bloeden. Dat zij comparante hem ter hulpe was gekomen en bij dien gelegenheid van Hendrik Wiegers de Boer met het stukje ijzer op den rug nog een slag had ontvangen. Dat de veldwachter Siebenga en Lindeboom juist daar passeerden en haren man in zijnen mishandelde toestand hebben gezien terwijl de meid van den huisman Meindert Douma genaamd Sjutje Wouters de Vries aan de comparante heeft verhaald dat zij de beleediging, haar man aangedaan, heeft gezien. w.g. J.E. v.d. Meulen, de comparante kan niet schrijven. (transcriptie op internet te vinden met de volgende link: https://www.smallingerland.nl/Int/archiefonderzoek/Verhoorboeken.html).

26-08-1849 Jan Popes Eik oud 30 jaren arbeider wonende te Rottevalle onder Opeinde en Hendrik Siegers de Boer oud 26 jaren koopman te Rottevalle onder Opeinde de welke verklaarden, de eerste comparant, dat hij gisterenmorgen omstreeks half elf uren is gegaan naar het huis van Sjoerd Gerbens de Jong koopman wonende te Dragten ten einde zoo mogelijk van hem eenige landhuur te ontvangen. Dat hij na daar omtrent eenigen tijd met Sjoerd Gerbens de Jong en zijnen huisvrouw te hebben gesproken eindelijk van den zelven ten antwoord had ontvangen dat hij dat geld met Hendrik Siegers de Boer wel zoude verrekenen en het verdomde aan den comparant te betalen. Dat hij daarop de tang had genomen en daarmede hem comparant het huis heeft uitgedreven en hem in de deur reeds een slag hadt gegeven en buiten de deur ook een slag. Dat hij comparant en Hendrik Siegers de Boer de tweede comparant daarop waren gevlugt van het erf van Sjoerd Gerbens de Jong tot in een daaraan onmiddellijk gelegen dam voor het land bij de beide comparanten in huur wordende gebruikt. Dat hij compade jong weg te gaan. Dat Sjoerd Gerbens de Jong daarop met de tang op de comparanten was ingeloopen en den tweeden comparant Hendrik Siegers de Boer was aangevallen en met de tang op het schouder had geslagen terwijl de vrouw van de Jong de Boer van voren had aangegrepen. Dat de eerste comparant bij die gelegenheid door de Jong en zijn vrouw niet was aangevallen maar daarbij bloot aan de schouwer was geweest. Dat zekere Anne Thomas de Jong arbeider te Dragten had gezien dat Sjoerd Gerbans de Jong de eerste comparant met de tang had geslagen doch dat de tweede comparant zulks niet had gezien, dat de eerste comparant heeft gezien dat Sjoerd Gerbens de Jong den tweeden comparant heeft geslagen en dat de vrouw van de Jong hem had gekrabt. Dat Hendrik Siegers de Boer daarop aan Sjoerd Gerbens de Jong ook een slag hadt toegebragt om zich te verdedigen en dat hij ook wel heeft gezien dat Sjoerd Gerbens de Jong bloede toen zij los geraakten. De tweede comparant verklaart dat hij voor dat hij door Sjoerd Gerbens de Jong werdt aangevallen geene woorden wisseling van oneenigheid hadt plaats gehad. Dat hij erkent Sjoerd Gerbens de Jong wel te hebben geslagen doch alleen om zich tegen den aanval van hem en zijne vrouw verdedigen. w.g. J.P. van Eik, H.S. de Boer en J.E. v.d. Meulen(assessor)
(bron: aanklachten Smallingerland 1847-1854; zie link: https://www.smallingerland.nl/Int/archiefonderzoek/Aanklachten,-overtredingen,-bekeuringen.html )


26-08-1849 Compareerde Anne Thomas de Jong oud 42 jaren arbeider te Dragten woonachtig, de welke verklaarde dat hij zich gisteren morgen even voor elf uren had bevonden op het land van Douwe Klazes te boekweitzigten. Dat hij zijne goederen van de voorakker zoude halen om te schoften, toen hij hoorde dat in zijne nabijheid gezegd wierd Nu wil ik niet verder. Dat hij daarop had gezien dat Jan Popes van Eik en Hendrik Siegers de Boer vlugten van het erf van Sjoerd Gerbens de Jong en diens vrouw was aangevallen en geslagen, met de tang waarop de Boer zich verweerde en ook Sjoerd Gerbans de Boer sloeg, zonder dat hij zag dat deze iets in de hand had. Dat hij ook wel heeft gezien dat Sjoerd Gerbens de Boer aan zijn hoofd gewond was doch niet weet hoe of dit was gekomen. Dat hij niet heeft gezien dat Jan van Eik was geslagen. Dat de comparant aan den veldwachter Lindeboom niet had gezegd dat hij van het voorgevallene iets wist omdat deze hem niet had gevraagd. w.g. J.E. v.d. Meulen de comparant kan niet schrijven.

28-08-1849 Compareerde Sjutje Wouters de Vries oud 25 jaren dienstmeid wonende te Dragten, de welke verklaarde dat zij gepasseerde zaturdagmorgen tusschen tien en elf uren hoorde dat op het erf van haren buurman Sjoerd Gerbens de Jong koopman te Dragten eenig rumoer was, dat zij even te voren gemelde buurman de Jong had gezien bezig zijnde een wagen in gereedheid te brengen. Dat zij op zag en zag dat zekere Jan Popes van Eik, Sjoerd Gerbens de Jong voormeld onder het uiten van vloekwoorden aangreep en de Jong op den ghrond wierp en onder hoeldt; dat daarop Hendrik Siegers de Boer mede aldaar te voorschijn kwam en meergemelden Sjoerd Gerbens de Jong met een stuk ijzer het welk hij in de hand hadt en waaraan zich iets bevondt dat rinkelde onderscheidene slagen tegen het hoofd hadt gegeven. Dat de vrouw van Sjoerd Gerbens de Jong daarna op zijn gekomen, haren man ter hulp kwam, doch dat de comparante niet heeft gezien dat deze door genoemde van Eik en de Boer is geslagen. Dat de comparant ook heeft gezien dat Sjoerd Gerbens de Jong toen hij weder op standt geheel bebloed was. Dat de comparante aan de veldwachter Siedenga en Lindeboom welke daar juist passeerden het voorgevallene verhaalde, waarop Jan Popes van Eik aan de comparante de hand toeschudde, zeggende dat zult gij ons bewijzen, waarop zij hadt geantwoord dat zal ik ook doen als het daaraan toekomt. De comparante verklaarde eindelijk in geene familie betrekking met de beklaagden te staan. w.g. J.E. v.d. Meulen, de comparante kan niet schrijven.
(transcriptie op internet te vinden met de volgende link: https://www.smallingerland.nl/Int/archiefonderzoek/Verhoorboeken.html). (bron internet 22-2-2019).

Nummer 29/300 Justitie Dragten den 27 Augustus [1849] Aan den Heer officier van Justitie te Heerenveen. Onder geleide dezer heb ik de eer bij U Ed. Achtb. in te zenden eene klagte van zekere Sjoerd Gerbens de Jong koopman te Dragten tegen Jan Popes van Eik arbeider en Hendrik Siegers de Boer koopman wonende te Rottevalle onder Opeinde wegens mishandeling en verwonding als mede een daartoe betrekkelijk getuigen verhoor als ook de verhooren van de beklaagde en een door hen aangegeven getuigen verhoor ter hunner ontlasting. De getuige Sjutje Wouters de Vries door den klager opgegeven, is tot dusverre niet voor mij verschenen en zulks, naar ik onderrigt ben, omdat haar huisheer zulks niet wil toestaan. Volgens ingewonnen informatie moet deze getuige voor den klager van belang zijn en zal zij, zoo zij niet voor mij nog mogt verschijnen in allen gevalle gedagvaard dienen te worden. Het door mij gevraagde berigt van den geneesheer zal U Ed. Achtb. hierbij tevens gevoegd vinden. W.g. J.E. v.d. Meulen assessor.
Nummer 301 Justitie/ Dragten den 28 Augustus 1849 Aan den Heer officier van Justitie te Heerenveen. Onder geleide dezer heb ik de Eer het ontbrekende getuigen verhoor inzake Sjoerd Gerbens de Jong contra Jan Popes van Eik en Hendrik Siegers de Boer aan U Ed. Achtb. te doen toekomen. w.g. J.E. v.d. Meulen. Assessor.
(transcriptie op internet te vinden met de volgende link: https://www.smallingerland.nl/Int/archiefonderzoek/Uitgaande-stukken.html). (bron internet 22-2-2019).