Notities persoon | veenbaas Rottevalle Op 25 mei 1727 belijdenis te Rottevalle. De woning van Geert Hendriks was de grens van kerkelijk Rottevalle en kerkelijk Oostermeer. Op 9 september 1725 genoemd; woont onder Oostermeer bij het zgn. Vliet; degenen die dichter dan hij bij Rottevalle wonen worden overgeschreven als lidmaat van Oostermeer naar Rottevalle, derhalve worden de ouders van Geert, Hendrik Wobbes en Doetje Jelkes in 1725 kerkelijk van Oostermeer naar Rottevalle overgeschreven. Ook Geert die in het ouderlijk huis woont valt dan kerkelijk onder Rottevalle.
In 1726 bij doop dochter Mincke diaken. Op 28 mei 1730 afgaand diaken.
In 1734 zijn lidmaten in Rottevalle, Geert Hendriks, eerder diaken en Hinke Aelberts.
Met de volkstelling van 1744 staat Geert Hendriks vermeld met een kapitaal 10-0-0 en het aantal personen bedraagt 7. Het moet een gezin in goede doen zijn geweest.
4 juni 1742 Geert Hendriks en Aatie Jans egtelieden in Rottevalle onder Harcama Opeinde kopen een huis, bestaande uit een kamer en een achterhuis met de hof daarachter gelegen gekocht voor 120 goldguldens van Pijtter Johannes en Coop Geerts (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Proclamatiekohier inv. nr. 94, folio 194).
28 januari 1745 Wijtse Luijtzens en Tjetske Wijbes wonende te Rottevalle verklaren 200 caroli guldens schuld te hebben aan Geert Hendriks in dezelfde plaats wonende (bron: hypotheekboeken Achtkarspelen, inv. nr. 124 folio 315, Tresoar.nl).
21 maart 1746 Wijtse Luijtsens voor 1/4 part, Wijtske Arents gesterkt met haar man Jan Willems voor 1/4 part, en Geert Hendriks als curator van de twee minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Arent Wijtses voor de resterende 2/4 part. Allen wonende inde Rottevalle doen proclameren een kamp land onder Harcama Opeinde aan de noordkant van de Langewijk gekocht van Aatje Jans echtgenote van Geert Hendriks voor 350 caroli guldens (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Proclamatiekohier inv. nr. 94 folio 311).
5 april 1748 Geert Hendriks heeft het aandeel van veen in de Folgeren in het zogenaamde 40-roedenland, eigendom van zijn tweede vrouw Aetie Jans (die het perceel in gemeenschap heeft met haar moeder, Sipke Oenes en Cornelis Lovijses en consorten) vergraven en moet de erven (kinderen van Aetie Jans uit het eerste huwelijk met Arent of Ate Wijtzes) daarvoor een vergoeding van 1500 gulden uitkeren voor haar (Aetie Jans) helft van het aandeel in dit veenperceel (bron: Nedergerecht Smallingerland, weesboek 1741-1758, inv. nr. 46, folio 451).
16 november 1744 Rienk Bootes en Gertie Bootes doen proclameren zeker huizinge, hove en bomen cum annexis gelegen te Rottevalle, hebbende de Vaarts gerechtigheid ten oosten, de Munuijke gruppel ten westen, Geert Hendriks c.s. gepachte grond ten noorden, bezwaard met 5 Car. guldens grondpacht per jaar te betalen aan Geert Hendriks en de curatoren over Hendrik Wobbes en alsmede belast met het onderhoud van "de bevreedinge" aan de noordkant. Gekocht van Bernardus Dorhout hopman te Leeuwarden voor de som van 350 Car. guldens (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Proclamatiekohier inv. nr. 94, folio 277bis). | Notities overlijden | op 7 december 1748 vindt er een Inventaris plaats in het sterfhuis van Geert Hendriks te Rottevalle in opdracht van de weduwe Aattie Jans. (wwesboeken Achtkarspelen, inv. nr. 65 folio 212-218). |
|