Notities persoon | mr. Kleermaker en winkelier te Rottevalle onder het behoor van Oostermeer in Tietjerksteradeel.
19 juli 1674 betaald ten behoeve van Eelck Willems aan Hendrick Wobbes voor naailoon 1 gulden en 12 stuivers. 24 augustus 1675 idem 3 guldens en 8 stuivers (bron: Weesboeken Nedergerecht Smallingerland inv. nr. 36 foto 185).
Volgens opgemaakte afrekening voor de weeskinderen van Jan Carstes van 20 mei 1675 betaald aan Hendrick Wobbes volgens quitatie nr. 18 ter zake van naailoon voor een overlijf, 3 stuivers (bron: Weesboeken Nedergerecht Smallingerland inv. nr. 36 folio 306).
Op den 1e Maij 1679 bij de rendant wegens desen derde betaelt aen Hendrick Wobbes Mr. Snijder ter saecke verdient naijloon de soma van 0-12-…..De selve dito heeft den rendant de Rendeerde gedaen een swart Laeckens Wambuis dat heeft hij laten tamperen door Hindrick Wobbes 4- Tesamen 4 guldens en 12 stuivers (bron: Weesboeken Nedergerecht Smallingerland inv. nr. 40 foto 214).
11 juni 1682 Lieuwe Jans en Jel Jans wonende inde Rottevalle onder de klokslag van Harkema Opeinde bekennen 100 goldguldens schuldig te zijn aan Hendrik Wobbes en Doed Jelckes int Oostermeerder Witveen. Opgenomen in het hypotheekregister van Tietjerksteradeel 16 mei 1712.
7 mei 1684 Jan Diemers in de Rottevalle en Hill Ritskes zijn schuldig aan Hendrik Wobbes en Doedtie Jelckes egtelieden onder de klokslag van Oostermeer 200 goldguldens van 28 stuivers (bron: hypotheekregister nedergerecht Smallingerland, inv. nr. 99, folio 480 en 481).
28 juli 1701 betaald aan Hendrick Wobbes ter zake van geleverde melk "op de Zeemaeltijt" 0-8-0 door de erfgenamen van Lammert Rommerts door de curatoren Tamme Thijses en Jan Jelles (Bron: Archief Nedergerecht Achtkarspelen, Liquidatieboeken, inv. nr. 73 foto 279).
3 oktober 1703 Jan Lieuwes wonende op het Oostermeerder Witveen bekent 85 Car. guldens schuldig te zijn aan Hendrik Wobbes en Doed Jelckes egtelieden mede onder het behoor van Oostermeer. Opgenomen in het hypotheekregister van Tietjerksteradeel 16 mei 1712. (bron: hypotheekregister nedergerecht Tietjerksteradeel, inv. nr. 100, folio 8 en 9).
Op 14 augustus 1701 betaalt Hendrik Martens als curator van het weeskind Abe Hendriks aan Hendrik Wobbes 4 gulden en 10 stuivers voor drie "lopen" haver (bron: weesboek Nedergerecht Smallingerland inv. nr. 41 folio 353).
28 juli 1701 betaald aan Hendrick Wobbes ter zake van geleverde melk "op de Zeemaeltijt" 0-8-0 door de erfgenamen van Lammert Rommerts door de curatoren Tamme Thijses en Jan Jelles (bron: weesboek Nedergerecht Achtkarspelen inv. nr. 73 folio 537).
16 februari 1711 Hendrik Wobbes en Doetie Jelckes en Wobbe Liebes en Assel Hendrix, allen wonende te Rottevalle huis en erf en bijbehorende bouwland, land en leijen staande en gelegen te Rottevalle onder Oostermeer, tegenwoordig in gebruik bij de huidige meier Jan Jelles, hebbende "Het Bildt" ten westen, Jacob Jochums ten noorden, Hendrik Wobbes ten zuidoosten, gekocht van de grietman van Achtkarspelen Eelco van Haarsma voor de som van 2.000 goldguldens. (bron: archief Nedergerecht Tietjerksteradeel, proclamatieboeken inv. nr. 59, folio 131, 132).
9 maart 1716 kopen Hendrik Wobbes en Doetie Jelckes, benevens Liebbe Wobbes, veerschipper en koopman te Rottevalle kopen van Marten Hendriks huis en erf, gelegen te Rottevalle onder Harkema Opeinde met een tegoed van een jaarlijkse grondpacht van 2 car. guldens van Trientie Jouckes, wed. van Hendrik Hansen [brouwer?] voor het bedrag van 1 duizend 45 goldguldens en 7 stuivers. De woning is gelegen op de locatie met de vaart ten westen en de Muntie greppel ten oosten en Trintie Joukes te zuiden en Albert Tjebbes ten noorden (bron: Proclamatieboeken Achtkarspelen inv. nr. 90).
17 april 1719 Hendrik Wobbes en Doetie Jelkes wonende onder het resort van Oostermeer, kopen twee scharren mieden op het Bil gelegen tussen Oostermeer en Rottevalle, Vrouwe Catharina van Scheltinga huisvrouw van jonkheer Schelto van Hiemstra (bron: archief Nedergerecht Tietjerksteradeel, proclamatieboeken inv. nr. 60, folio 521).
23 maart 1725 Meuwis Hendrix en Deuke Jans egtelieden woonachtig inde Rottevalle bekennen 100 Car. guldens schuldig te zijn aan de curatoren over Hendrik Wobbes, te weten Mient Pieters [gehuwd met Liepkjen Wobbes] en Liebbe Wobbes [zoon van Wobbe Liebes en Assel Hendriks (bron: hypotheekboeken Achtkarspelen, inv. nr. 121 folio 279, Tresoar.nl).
23 maart 1725 Pieter Hiddes mr. smid en veenbaas inde Rottevalle verklaart 175 caroli guldens schuldig te zijn aan de curatoren over Hendrik Wobbes, te weten Mient Pieters [gehuwd met Liepkjen Wobbes] en Liebbe Wobbes [zoon van Wobbe Liebes en Assel Hendriks (bron: hypotheekboeken Achtkarspelen, inv. nr. 121 folio 280, Tresoar.nl). | Notities overlijden | Op 3 maart 1719 maken Hendrik Wobbes en Doetje Jelkes hun testament op (bron: Archief Hof van Friesland, toegang 14, inv. nr. 16783 testamenten, folio 128).
Archief Hof van Friesland, toegang 14, inv. nr. 16783 (testamenten), folio 128. [128] Den 3-den Martij 1719 compareerde de Nots. Jan van Weeperen dewelcke ophibeerde(?) seecker Testamentum reciprocuum van Hendrick Wobbes en Doetie Jelckes echteluijden woonachtig onder tbehoor van Oostermeer en versochte uijt de naem van de Testatoren dat tselve alhier ten ficeicommissaire [vicecommissaris] registratie boecke mochte worden geregistreert sijnde van inhold als volgd. In den naeme onses Jesus Christus. Amen. Wij Hendrick Wobbes en Doetie Jelckes echteluiden woonachtig bij de Rottevalle onder het behoor [de jurisdictie] van Oostermeer beijde oud van dagen, doch de heere sij gelooft, beijde ons verstand en memorie wel hebbende overdenckende de seeckerheit des doots, en die onseeckere tijt van dien: hebben om bewegende reedenen niet gaerne uijt dese weerlt willen scheijden, sonder van onse tijdelijcke goederen, welcke de heere ons door sijne Zegeningen heeft verleent, eenigsins te hebben gedisponeert [beschikt, geregeld] [nieuw blad] gedisponeert, doch al vorens onse onstervelijcke zielen gode onse Schepper, verlosser en salichmaecker bevolende, en onse sterfenicke [sterfelijke] lichamen de aerde tot den dagh der glorieuse opstandinge, en daer nae saemen in euwige heerlickheit ; comende dan tot schickinge van onse nae te laeten goederen, so ist dat wij echteluijden malckander, en den een enden ander van de langstlevende van ons wedersijts maecken en stellen tot erfgenaem te lijfsstonde, sodat den eerst aflijvigen [overledene] van ons institueert en stelt volcomen erfgenaem te lijfstonde den langstelevende van ons, om al het gene dat den eerststervende coomt na te laeten, sijn ofte haer leven langh te hebben en gebruijcken, vervolgens dient , dat wij onse Kinderen en Kintskinderen maecken, institueren [aanwijzen] en stellen tor erfgenamen een jeder [ieder] van haer in t gene hier nae in desen voor elck exvatio(?) [de reden] sal wesen uijtgedruckt, en alsoo onder haer sal verstrecken tot een vaste en onverbreeckelijcken erfscheijdinge: ten eersten dient dat nae de doot van de langstlevende van ons, onsen zoon Geert Hendricks sal hebben en in eijgendom behouden die huijsinge en Landerijen, welcke wij daer onder gebruijcken beneffens dien oock onse helfte van de huijsinge en landerijen., welcke wij met Wobbe Liebbes van Marten Hendricks cum uxore [en zijn vrouw] hebben aengekocht, mitsgaders twe schaer bilgrasinge met daerbij onse linnen en wollen, bedden en bedsclederen en alle huijsgeraden, oock onse levendige have van paerden koeijen en verdere have, met daerbij alle vordere huijsmanne reuw [boeren gereedschappen] en gereetschappen ende daertoe gebruickt wordende, waer inne hij tot erfgenaem wort [129] wort gestelt, doch dat Geert dan voor sijn getrouwe diensten so lange jaeren voor ons gedaen geen boodeloon sal pretenderen off genieten; daertegen sullende de kinderen van Wobbe Liebbes bij ons w[ijlen]. dochter Asseltie Hendricks geprocreert [verwekt] als dan hebben en in eijgendom behouden onse helfte van de plaetse Landts met huijsinge en schuijre cum annex [met bijbehoren] naest ons gebruickende Land gelegen, welcke bij Edze Jochums wort gebruijckt, mandeligh [het aan een bepaald iemand toekomend deel] met Wobbe Liebes Eijgenaer van de ander helfte , ende een schaer Bilgraesinge, waer inne sij tot erfgenamen worden gestelt: Ten laetsten sal Jelle Sipkes soon van onse wijlen dogter Maijcke Hendricks hebben en in eijgendom behouden onse aendeel en part van de huijsinge en landerijen, welcke bij Jan Jelckes wort bewoont en gebruijckt met daer bij anderhalf mad maeden gelegen aen de Luts [Lits} bij Oostermeer; waer in hij tot erfgenaem wort gestelt; sullende het geene wij wijders comen nae te laeten, so van geld, brieven en vordere actien en crediten onse Zoon en Kintskinderen volgens versterfrecht even wat worden genoten, willende en begerende, dat deselve sullen betalen uijt het gereedste dese Legaten; aen de Diaconij armen van Oostermeer vijftigh cargulden; Ende aen de Buijtenarmen van de Rottevalle oock gelijcke 50 car gulden, vervolgens elck oock voor een darde part holden en dragen t gene tot laste van ons als dan mach worden gevonden, willende en begerende dat een ieder met het geene hem hier voren is toe gedeelt, sich vergenoegt en te vreden holden, en dien aengaende voor een vaste en onverbreeckelijcke scheijdinge worden gehouden, en elcke het sijne rustigh en vredigh laeten geworden; In gevallen een ofte meer uidt(?) hun toegedeelde en gemaeckte niet vergenoegt mochten sijn, en het contraire dies wilden ondernemen en vorderen, den sodanigen zal van ons niet meer mogen oft connen erven als het Legitima off wetnodige [nieuw blad] wetnodige portie, waer in deselve wort geinstitueert sonder wijders en bij gevolge van t ander onterft; het welcke den goedwillegen onderhouder en naecomer van desen onsen uijterste wille sal aenwassen en profiteren waer inne deselve in dier gevallen wort geinstitueert; wijders dient dat in gevallen onse Kintskind [kleinkind] Jelle Sipkes deser werelt mochte comen te overlijden sonder kint off Kinderen nae comen te laeten; alle het gene hij van ons heeft geërft sal moeten overlaten sonder eenige verminderinge aen ons gemelte Zoon [Geert Hendricks] ofte sijne Kinderen voor de eene helfte, ende aen des Kinderen van ons w[ijlen]. dochter Assel Hendricks voor de andere helfte; sodat Jelle Sipkes per fideicommis [testamentaire beschikking] wort beswaert, als hij sonder kint off kinderen nae te laeten versterft, alle het gene hem van ons is aengecomen te laeten erven en devolveren op onse ander Kint en Kintskinderen in voegen boven verhavet, dat met expres verbodt van eenige aftreckinge, so van trebelliaingue [ overhandigde erfenis] portie, fabadie(?) portie off andere detractie [korting] van rechten bekent; alle het gene voren is verhaelt en verclaren wij Testator en Testatrice te samen en wedersijts te weesen onse eenigste uijterste wille, en laeste testamentaire begeerten te wesen, willende en begerende, dat t selve in alles volcoomentlijck bij ons Kint en Kintskinderen sal moeten worden achtervolgt en naegecomen, en nopens het gene een Ieder van haer in desen van ons is gemaeckt en toegelecht, sal moeten verstrecken voor een euwige en onverbreeckelijcke schendinge dienaengaende , en dat dese onse uijterste en laetste wille volcomentlijck sal worden onderholden ende stand grijpen als een solemneel [plechtige] testament Codicille gifte ter saecke des [130] des doots, so als nae beschreven recht oft costume van desen [ naar gebruik] van desen Lande sal comen off mogen bestaen; tot een teecken der waerheit hebben wij testatoren desen in presentie van de naegenoemde getuijgen met onse eijgen gewone verteeckeningen bevestigd, en versocht en gebeden de eersame mannen Jan van Weperen Landmeter; Jan Hendricks, Luijtsen Clases en Jan van Weperen Nots. publ. [openbaar notaris], eenige onse Buijrden [buren] en de ander onse goede bekenden, bij de Rottevalle en in de Drachten woonachtigh, om desen als onse getuijgen te willen bevestigen: het welcke wij getuijgen den Testator en Testatrice niet hebben willen weijgeren, naerdat sij alle beijde met verstandige woorden voor ons hadden verclaert, dat den inhoud van dese haere Testament wel twe mael was te voren gelezen, doch dat voor de bevestiginge tusschen de reguls waren geschreven, op de eerste zijde (een: Een} en op de derde zijde (:Jochums) ende aldaer doorgetroocken (Sickes) en op de vierde zijde tussen de reguls het woort (versterft) vervolgens verclarende , dat alsoo haer beijder uijterste en laetste wille was; doch dat ons getuigen alleenst ofte voorreden niet het slot tevoren is gelesen, daer op door haer beijde in onse presentie verteeckent [ondertekend]. Aldus gedaen en gesloten ten huijse van de Testatoren met gesloten deuren sonder eenige andere invallende saecken op den een en twintigsten Februaris int Jaere onses Heren Christi 1719 seventien hondert en negentien, was geteeckent. Hendrick Wobbes. Dit is Doetie Jelckes eijgen gestte Merck; J. van Weperen geadmis: Lantm: 1719. Jan Hendricks, Haaije Sijtses, Luijtses Clases, Uble Pibbes, Wijbren Wobbes en J. van Weeperen Nots. Publ.
Nae gedaene Collatie tegens het principale Testament verteeckent als boven is desen daer mede bevonden te accorderen. In kennisse van mij desen 3de Martij 1719. Ter Ord-tie van E. Hove W Eeringa(?) 1719 |
|