Notities persoon | heeft een erf van ruim 6 akkers in het middengedeelte van het Westeinde (in de buurt van nummer 260), woonde vermoedelijk op het zogenaamde Hessenland. Wordt reeds in het boterpachtregister van 1619 genoemd ("Derick Johanszen"). In 1601 (verpondingsregister Statenarchief) wordt op dit erf Johan Albers als hoofdbewoner vermeld (mogelijk zijn vader of schoonvader). Waarschijnlijk was Derck RK, want de vrouw van zijn schoonzoon en de stiefzoon van zijn zoon (Hendrik Alberts) worden in 1661 beboet vanwege het feit dat ze, samen met een veertiental andere paapsgezinde Vriezenveners met kerstnacht 1660 een katholieke mis hadden bezocht in Albergen en dat was in die tijd strafbaar. Vermeld staat dat de mis was bijgewoond door de vrouw van "Jan Dercksen op Hessenlant met namen Hendrickjen". Deze Jan Derksen op Hessenland bewoonde na het overlijden van Derck Jansen het erf. In de boterpachtregisters wordt hij altijd onder de naam Schoemaker vermeld. Tenminste ik ga er van uit dat ze identiek zijn. Uit de eerdergenoemde informatie blijkt dat de naam Hessen dus verbonden was aan een stuk land, waaraan (vermeende schoonzoon) Jan Dercks zijn naam in het breukregister ontleende. (bron: AHA inv. nr. 3245). Aangezien de zoon Jan Dercks Westert, ook met de familienaam Hessen werd aangesproken is het erg waarschijnlijk dat ook Derk Jansen (geb. ca. 1590) zelf ook met de naam Hessen zal zijn aangesproken. Derk Jansen moet rond 1656 zijn overleden, want in dat jaar staan in het boterpachtregister vermeld: Jan Dercksen Schoemaker samen met (zijn schoonmoeder?) de weduwe Derck Jansen en zijn (vermoedelijke) zwager Jan Dercksen Westert die gezamenlijk voor de boterpacht van de kennelijk overleden Derck Jansen worden aangesproken. In 1657 betaalt Jan Dercksen Schoemaker de boterpacht van 5 akkers land. Het erf is dus iets kleiner geworden, want het was eerder ruim 6 akkers groot. De andere akker is naar zoon Jan Dercksen Hessen (alias Westert) gegaan. |
|