Notities persoon | 3 mei 1626 Phijke Stijp, met consent van deurwaarder Dirck Jelmers, Sioucke en Beern Sijp, in deze kwaliteit mede-erfgenamen van Douwe Jaeima hun oom protesteren de effecten van arrest gedaan aan Jan Matthijssen en zijn vrouw om geen penningen te geven aan Maijcke Bras of aan haar kinderen als mede-erfgenamen van voornoemde Jaaima voor en aleer zijn volgens de erfenis scheiding heeft plaatsgevonden (Bron: recesboeken, inv.nr. 2706, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 225).
13 april 1627 Marcus Mellis accuseert Maijke Bras voor haar zelf en als moeder en voorstander van haar zoon Regnerus Bras als erfgenaam van mr. Regnerus Bras, mede-erfgenamen zijn, Wibrandus en Gerardus Bras en Cornelis Bras inzake een schuld van 34 caroli guldens (Bron: recesboeken, inv.nr. 2707, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 209).
1 augustus 1627 de erfgenamen van Trijn Coerts accuseren Maijke Bras voor haar en haar kinderen de erfgenamen van dr. Gerrit Bras (Bron: recesboeken, inv.nr. 2707, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 298).
16 januari 1628 Maijke Jelgerhuijs protesteert tegen de effecten van opzegging huur gedaan aan Andries Jenties. Idem aan Focke Feijkens (Bron: recesboeken, inv.nr. 2708, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 6, 7).
23 januari 1628 Maijke Bras als moeder en wettige voorstander van haar zoon Jacob Bras. (Bron: recesboeken, inv.nr. 2708, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 18).
26 maart 1628 Allert Gratema als man en voogd van Siouckien Stijp accuseert Maijke Bras als erfgenaam van Douwe Jayma inzake schuld van 144 caroli guldens en 2 stuivers en 8 penningen als restant van kosten doodschulden en anderszins. Dezelfde accuseert eveneens Berent en Feijke Stijp als mede-erfgenamen van Douwe Jaijma inzake twee-derde deel van de helft van 144 caroli guldens (Bron: recesboeken, inv.nr. 2708, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 62). 26 maart 1628 Siouck Stijp verklaart op te heffen het arrest gedaan op de goederen van wijlen Douwe Jayma van de boelpenningen Maijke Bras competerende (Bron: recesboeken, inv.nr. 2708, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 63).
30 april 1628 Maijcke Jelgerhuijs protesteert tegen de effecten van arrest gedaan tegen Andries Jenties en Lijsbeth zijn huisvrouw om geen goederen uit hun woning te ontvreemden aleer de schulden aan haar zijn betaald. (Bron: recesboeken, inv.nr. 2708, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 84).
22 juli 1628 Dr. Geradus Bras, Wibrandus Bras, beide advocaat voor den Hove van Frieslandt, binnen Leeuwarden, met Marijcke Gerrijtsdr Jelgershuijs, moeder van eerstgenoemde personen, weduwe van Regnerus Bras, in leven zijnde advocaat voor den hove van Frieslandt binnen Leeuwarden, hier als voorstander van haar zoons: Regnerus en Jacobus Bras, beide binnen Leeuwarden. 20 januari en 8 maart 1621 en 29 maart 1625 (3 verschillende schuldspecificaties) 4 juni 1625 is akte van de schuldbekentenis (caroli guldens 1278-12-6) opgemaakt, tersaecke gecochte en ontfangen laecken, verschuldigd aan Arent Andriesz Camp, burger en laeckencoper binnen Leeuwarden. Onder hypotheek van een zate land onder de klokslag van Leeuwarden Jelgerahuis genaamd. NB. Deze acte is gecasseerd op 18 Februarij 1633 door Jr. Wigle Biugers cessie hebbende van Dr. Joannes van Duirnig die het recht had van Arent Andriesz. Camp zijn schoonvader. Opmerkelijk is dat de heren Jr. Bugers en Arent Andries Camp volgens het Stemchier van 1640 eigenaars van de Jaimastate te Hallum dat behoorde aan de broer van Marijcke Jelgerhuis en door vererving oa ook gedeeltelijk bij Marijcke Jelgerhuis terechtkwam (Bron: Nedergerecht Leeuwarden, Hypotheekboeken inv.nr. 3758, foto 201; transcriptie HCL).
13 december 1628 Tied Epe Meijnerts weduwe protesteert tegen de effecten van arrest gedaan tegen de secreataris Joachimo Lamberts om geen boelpenningen aan Maijcke Bras uit te keren (Bron: recesboeken, inv.nr. 2708, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 257).
22 september 1629 Jacob Bras mede handelend voor zijn broer Regnerus Bras als erfgenamen van Maijcke Bras contra Jan Claesz. gardenier inzake een schuld van 40 caroli guldens grondpacht (Bron: recesboeken, inv.nr. 2709, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 312).
3 mei 1637 [geregistreerd 20 juni 1648] Ietske Feickes Camminga wed. van wijlen Jacob Bras, als erfgenaam van Jacob die op zijn beurt erfgenaam was van wijlen zijn ouders mr. Regnerus Bras en Maicke Jelgerhuis verklaar ik Ietske dat Daniel Gardeniers en zijn vrouw Sietske Joannesdr. onder de klokslag van Leeuwarden heden hebben afgekocht 69 caroli guldens jaarlijkse grondpacht voor de som van 1.300 caroli guldens, getekend Iedtske Bras Transcriptie HCL (Bron: Hypotheekboek, inv.nr. 3777, Nedergerecht van de stad Leeuwarden – Tresoar, foto 134).
20 juni 1649 heeft Sijtske Joannes wed, van Jan Douwes de hiervolgende obligatie ter Secretarie ter registratie in het hypotheekregister aangeboden en welke luidt als volgt: Jetske Feickes Camminga wed. van Jacob Bras als erfgnaam van dezelfde die op zijn buurt erfgenaam was van Regnerus Bras en Maicke Jelgerhuis zijn ouders verklaren schuldig te zijn 69 caroli guldens jaarlijkse grondpacht welke zij in successie schuldig zijn geworden voor 5 plaatsen aan gardenier Jan Douwes en Sijtske Joannes, waarvoor aan mij is betaald 1.300 caroli guldens. Akte 3 mei 1637. Was getekend Iedtske Bras. (Bron: Hypotheekboek, inv.nr. 3777, Nedergerecht van de stad Leeuwarden – Tresoar, foto 134). | Notities overlijden | 27 februari 1629 Jan Claessen neemt aan te betalen aan de erfgenamen van Maijke Jelgerhuijs de som van 40 caroli guldens grondpacht (Bron: recesboeken, inv.nr. 2709, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 47). |
|