Notities persoon | Verzameling Nieuwland, Tresoar: Bijzonderheden: Feike Johannes; boer onder de klokslag van Leeuwarden, overl. ald. 12 april 1723, tr. Leeuwarden 19 feb. 1708 Tjeerdje Arjens, v Jelsum, zij vertr. als wed. naar Cornjum, woont ald. 1725; HvF civ. bijl. 460-13; ki.: Aaltje, ged. Jelsum 18 dec. 1712
25 januari 1721 [eerste proclamatie] Cornelis Clasen en Sijtske Johannis echtelieden te Jelsum doen proclameren de aankoop van zekere 4/5e part van 6 ponden grijdland, waarvan Sijtske Johannis de resterende 1/5e deel toebehoort, bezwaard met 2 en 3 oord floreen. Hebbende Rienck Sipckes ten oosten, Anthonij Gasthuis ten westen, dr. Popta-erven ten zuiden, en de dijck ten noorden. Gekocht van Feijcke, Claas, Sijtse en Douwe Johannis, zo onder de stad Leeuwarden als te Engelum woonachtig, voor de som van 371 goudguldens. Akte 28 december 1720. (Bron: Proclamatieboeken, inv.nr. 149, Nedergerecht van Leeuwarderadeel - Tresoar, foto 253).
11 maart 1722 verschenen voor het Nedergerecht van Leeuwarden Claas Johannes voor een vijfde deel erfgenaam van zijn meuij (tante) Grietje Claasen Impetrant (eiser) en requirant (vorderaar) contra Feijke Johannes ook voor een vijfde deel erfgenaam van zijn meuij Grijtje Claasen geciteerde en gerequireerde ( gedaagde). Zij en hun zuster en broers zijn voor een vijfde deel erfgenaam geworden van ene Grijtje Claasen. Dat voorschrevene erfenis is gedeeld met uitzondering van 3 obligaties als een landsobligatie staande op toonder voor het bedrag van 500 caroli guldens, een dito van 100 caroli gulden en een particuliere obligatie van 300 caroli guldens. De gedaagde is tot nu toe ondanks broederlijke liefde weigerachtig gebleven de obligaties met de eiser te verdelen. De gedaagde wordt door het Gericht verplicht een vijfde deel van de waarde met intrest te delen met de eiser en de kosten van de procesgang te dragen. (Bron: pleidooiboeken, inv.nr. 2042 874, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, 129).
10 maart 1727 [geregistreerd] Oene Wopkes te Jelsum wordt door Everhardus Wielinga, ontvanger van de lijfrenten aangesproken voor betaling van achterstallige boelpenningen van Tiertie Arjens, weduwe van wijlen Feijke Johannes, dd 4 juli 1724. Pijttie Dirks wed. van wijlen Douwe Gaukes te Jelsum, stelt zich borg voor de achterstallige boelpenningen van haar zwager. Akte Leeuwarden 20 juli 1726 (Bron: Hypotheekboeken, inv.nr. 189, Nedergerecht van Leeuwarderadeel - Tresoar, foto 257). |
|