Notities persoon | 27 april 1619 Eede Martens accuseert Obbe Abbesz. als vader en voorstander van zijn kinderen decontumacia om te gehengen(?) en te gedogen dat de boelpenningen van de lijfsgoederen van wijlen Lijbet Obbesdr. onder de borg staan van zijn broer Wabbe Obbesz. welke penningen zijn afgegeven op 24 april laatstleden. (Bron: recesboeken, inv.nr. 2699, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 238).
29 april 1619 Obbe Abbesz. voor zichzelf en als vader en voorstander van zijn kinderen verklaart het arrest (beslag) op de boelgoedpenningen die Eede Martens rechtens zou krijgen van dr. Marssum. Eede Martens wordt toegestaan alle boelpenningen zonder enig beletsel te ontvangen (Bron: recesboeken, inv.nr. 2699, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 239).
19 juni 1621 Obbe Abbis en Eede Martens verklaren te zullen betalen aan Thijs Jans 21 caroli guldens en 8 stuivers vanwege hun schuld van gekocht bruid aan het sterfhuis van bakker Harmen Jacobs. Obbe Abbis 13 caroli guldens en Eede Martens 8 caroli guldens en 8 stuivers (Bron: recesboeken, inv.nr. 2701, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 128). |
|