Notities persoon | 24 februari 1619 Obbe Abbesz. protesteert tegen de effecten van denunciatie [ =afkondiging] om geen boelpenningen van de verkoop van Lijsbeth Obbesdr. wollen en linnen kleren en het zilverwerk dat tot haar lijft heeft behoord aan Ede Martens af te dragen, maar in plaats daarvan aan de protestant (Obbe Abbesz. dus). (Bron: recesboeken, inv.nr. 2699, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 199).
24 en 26 april 1619 Obbe Abbesz. contra Wabbe Martens te Steens die borg is voor zijn broer Eede Martens. Betreft een kwestie van te betalen boelpenningen. Het betreft boelpenningen van wijlen Lijsbeth Obbedr. in leven huisvrouw van Ede Martens [brouwer van beroep; hertrouwde op 11-1-1619 ondertrouw Botke Paijes] (Bron: recesboeken, inv.nr. 2699, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 237).
27 april 1619 Eede Martens accuseert Obbe Abbesz. als vader en voorstander van zijn kinderen decontumacia om te gehengen(?) en te gedogen dat de boelpenningen van de lijfsgoederen van wijlen Lijbet Obbesdr. onder de borg staan van zijn broer Wabbe Obbesz. welke penningen zijn afgegeven op 24 april laatstleden. (Bron: recesboeken, inv.nr. 2699, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 238).
29 april 1619 Obbe Abbesz. voor zichzelf en als vader en voorstander van zijn kinderen verklaart het arrest (beslag) op de boelgoedpenningen die Eede Martens rechtens zou krijgen van dr. Marssum. Eede Martens wordt toegestaan alle boelpenningen zonder enig beletsel te ontvangen (Bron: recesboeken, inv.nr. 2699, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 239). |
|