|
Geslacht | Man |
Leeftijd | 73 jaar (Gebaseerd op doopdatum/begraafdatum) | |
Gedoopt | 12-4-1710 | te | Vriezenveen |
Begraven | 5-11-1783 | te | Amsterdam |
|
|
Ondertrouw |
26-2-1740 |
te |
|
|
met | Jeltje Insma |
| Geboren | ± 1713 |
| Begraven | 23-2-1741 |
Notities | Jeltje woont bij haar huwelijk aan de Nieuwedijk te Amsterdam |
|
|
Ondertrouw |
20-10-1741 |
te |
|
|
met | Aaltje Visser |
| Gedoopt | 17-2-1719 |
| Begraven | 22-10-1745 |
|
|
Ondertrouw |
25-3-1746 |
te |
|
|
met | Geertruy Drost |
| Geboren | ± 1707 |
| Begraven | 19-10-1779 |
Notities | Geertruy woont bij haar huwelijk aan de Nieuwendijk te Amsterdam. |
|
|
Notities persoon | Jan vestigt zich volgens de attestatieregisters van de Hervormde kerk op 21-2-1737 te Amsterdam aan de Kolk. Hij woont eerst aan de Sint Jacobssteeg (huwelijk 1740), achter de Kolk. In het kohier van de personeel quotisatie uit 1742 staat hij te boek als winkelier en wonend aan de Sint Olafspoort, de huurwaarde van zijn pand bedraagt dan 600 gulden en zijn inkomen bedraagt (ongetwijfeld op jaarbasis) 175 gulden. In het poorterboek staat hij opmerkelijk genoeg als timmerman vermeld (17-1-1742). In 1760 koopt hij van de erfgenamen van Elie Gillet een pand in de Warmoesstraat (dit pand had in 1742 een huurwaarde van 300 gulden). Elie Gillet had hier een chirurgijnswinkel gehad. In 1766 woont Jan Olijslager daar nog steeds, als zijn dochter Helena Margaretha trouwt met een zekere Hendrik Boldering van Haarlem. Hij heeft het pand genaamd de "Roosenkrans" (momenteel genummerd Warmoesstraat 37) op 19-3-1760 gekocht voor 4185 gulden. Zijn dochter blijft aan de Warmoesstraat wonen als zodanig staat dit vermeld bij haar 2e huwelijk in 1784 met Willem Arnoldus Wennink. Laatstgenoemde was zilversmid. Jan Olijslager verhuist vlak voor zijn dood (1782) nog naar de Binnen Amstel (het derde huis achter het hoekhuis van de Achtergracht) waar hij voor de kapitale som van 12.000 contant een nieuwe woning had gekocht van de weduwe van een zekere Nicolaas Mars. Jan moet dus echt carrière hebben gemaakt in Amsterdam om zich een huis op zo´n stand te kunnen veroorloven. Ongeveer ter hoogte van de Magere Brug, tegenover Carré. Dochter Helena Margreta bewoonde na Jans dood het pand aan de Binnen Amstel.
21-08-1721 genoemd in het testament van zijn tante Geesje Freriks Jonker (en echtgenoot Bartelt Henrixen) als universeel erfgenaam. In 1722 is er een erfrechtkwestie met de erfgenamen van Bartelt Henrixen waarbij de moeder van Jan Berends [Olijslager] claimt de wettige erfgenaam te zijn van Bartelt Henrixen. Ze treedt hierin op tegen Frerik Jansen [Man], die juist claimt dat hij de erfgenaam is. (bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 23). | Notities overlijden | begraven op het Oudezijds Kerkhof |
|