TERUG NAAR START
Berent Engberts Olijslager Smit
GeslachtMan
Leeftijd> 75 jaar (Gebaseerd op doopdatum)
 
Gedoopt30-5-1726teVriezenveen
Overleden> 1801teVriezenveen
))))))))
Vader Engbert Jansen Smit (Olyslager)
 Geboren ± 1690
 Overleden > 1751
Moeder Frerikjen Freriks Jonker
 Geboren ± 1685
 Overleden > 1740
Halfbroer  Jan Berends ~12-4-1710
Halfbroer  Albert ~1-5-1712
 
Huwelijk 19-6-1756 te Vriezenveen
 
metGeertjen Gerrits Smelt
 Gedoopt12-1-1727
Kinderen  Gerritdina (Gerhardina) Berents
Frederika
Notities persoonsmid en olieslager van beroep. Zowel met de naam Olijslager als Smit aangeduid. Woonde in de buurt van Westeinde 96 (huidige nummering). Had een oliemolen, een molen, aangedreven door paarden die raap- en lijnolie produceerde. Omdat de windrechten bij de heer van Almelo lagen en betaling hiervan probeerde men zoveel mogelijk te ontlopen. Vandaar dat de molen door paarden werd aangedreven. Werd in 1760 inzake het hoofdgeld aangeslagen voor 4 personen en moet 1,90 betalen (0,48 p.p.), ruim boven het gemiddelde van 0,39 p.p van dat jaar en voor het Westeinde lag dit bedrag zelfs gemiddeld nog lager n.l. op 0,37 p.p.

Vader Engbert Smit wordt in het kohier van de 1.000e penning van 1751 genoemd met een vermogen van 1300 gulden. In 1758 wordt zoon Berent Engb. Smit vermeld met een geschat vermogen van 2702 gulden. Het vermogen in de familie is dus in korte tijd behoorlijk gegroeid.

De oliemolen echter was in slechte staat. In 1785 wendt het bestuur van kerkmeesters en setienen van Vriezenveen zich tot de Heer van Almelo om zich over de bouwvallige en brandgevaarlijke staat van de molen te beklagen. Turf en andere brandbare stoffen lagen opgeslagen bij de oven waar de zaden gedroogd werden en ’s-morgens en ’s-avonds ging Berent met een brandende olielamp over de stal naar zijn molen die meest met stro was bedekt en vast aan zijn woning gebouwd was. verder waren er klachten dat de uitgeperste zaadolie van slechte kwaliteit was en ook ging het verhaal dat Berend het zaad van Vriezenveners liet liggen omdat van vreemdelingen met voorrang te behandelen die daarvoor ook nog eens minder hoefden te betalen namelijk 6 in plaats van 8 stuivers per schepel zaad. (bron: AHA inv. nr. 1766).

Maakt op 30-07-1793 zijn testament. Berent Engberts Smit vermaakt de oliemolen, huis, landerijen en inboedel aan dochter Gerhardina Berens Smit en haar man Hendk. Boesschen mits aan Mannes Coster en zijn vrouw uit voornoemde goederen 1200 gulden worden betaald door Hendrik Boesschen. Verder worden tot universeel erfgenaam benoemd: voor de helft de dochter van Hendrik Boesschen en Gerhardina Smit, genaamd Johanna Boesschen en de andere helft dochter Frederika Berents Smit, gehuwd aan Mannes Coster. Het gaat hierbij om waardepapieren, de kleding en alle goud en zilver. De familie was dus zeker in goede doen (archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2680).

Op 17-3-1757 wordt in de archieven van Wierden genoemd Berend Smit Olyslager te Vriezenveen dit ivm met een eerdere lening van zijn vader Engbert Smit Olyslager (d.d. 19-6-1730) aan Gerrit Smit en Henrikjen Abrahams, die dan het hypothecaire onderpand (een dagwerk hooiland gelegen in de Haar marke onder Wierden) in eigendom verkrijgt. Kennelijk heeft de lener de schuld niet volledig afgelost.
(Bron: RA Overijssel; Gericht Kedingen inv. nr. 3).

op 4 mei 1765 verkopen de erfgenamen van de weduwe van Jan Gerritsen Smelt, met name Jan Jonkman, Berent Engbers (gehuwd met Geertjen Smelt dv Gerrit Jansen Smelt’), Hindrikjen Gerrits Smelt en Jan Roelofsen, mede voor de overige kinderen en erfgenamen van de weduwe Jan Gerritsen Smelt een halve akker hooiland gelegen in het Eubenland voor 140 guldens aan Lukas Derks (bron: archief Schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2676 foto 485). Dit kan er op duiden dat de moeder Hendrikje Jansen eigenlijk Smelt moet hebben geheten van haar familienaam en een dochter moet zijn geweest van deze Jan Gerritsen Smelt.

Akte 30 juli 1793…draagt Berent Engberts Smit zijn kleren, zilver en goud over aan zijn dochter Frederika Berends Smit getrouwd aan
Mannes Coster (boekjes Jonker archief Vereniging Oud Vriezenveen XV,34).
Notities overlijdenBerent Engberts wordt nog genoemd met de volkstelling van 1795. Hij geeft dan de gezinssamenstelling aan. Als gezinshoofd staat vermeld Hendrik Boesschen. Op de lijst van geldgevers voor de verbouwing van de kerk uit 1801 komt Berent Engberts Smit niet meer voor. Hij zal dan waarschijnlijk zijn overleden.

30 juli 1793 maakt Berent Engberts Ollij Smit zijn testament. Aan zijn dochter Gerritdina en haar man Hendrik Boeschen vermaakt hij zijn vaste goederen en de oliemolen op voorwaarde dat zij aan Mannes Costers en diens vrouw 1200 gulden uitbetalen. De helft van het geld en obligaties komen de dochter van Gerritdina, genaamd Johanna Boeschen, toe. Zijn dochter Gerritdina Berents Smit zal gedurende haar leven hiervan de intrest trekken. De andere helft van geld en obligaties komen dochter Fredrika Berents Smit toe, gehuwd met Mannes Coster. Goud, zilver en linnen en wollen kleding dienen in gelijke proties onder de erfgenamen te worden verdeeld (bron: archief schoutambt Vriezenveen 2680 foto 549-550).

13-02-1801 gecompareerd: ten huize van Hendrik Boeschen, Berent Engberts die verklaart zijn testament van 30 juni 1793 te handhaven met die verandering dat het erfdeel dat de weduwe van Hendrik Boeschen toekwam, na haar eventuele overlijden zal vervallen aan Johanna Boesschen dochter van Hendrik Boeschen en Gerhardina Berends Smit en mocht Johanna Boeschen voor haar moeder komen te overlijden, dan zal het erfdeel toekomen aan de vrouw van Hermannus Coster genaamd Fredrika Berends Smit. Mocht testator komen te overlijden dan dient de erfenis direct onder het administratieve toezicht van Jan Engbers en Jan Koster gesteld te worden (bron: archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2681).