| Notities persoon | landbouwer te Huizum, mogelijk ook herbergier, zo resideerde in januari 1643 een notaris in het huis van Lieuwe Ottes om een akte op te maken voor dorspgenoten, dit duidt op een meer publieke functie van de woning van Lieuwe, zoals een herberg. (Bron: Pleidooiboeken, inv.nr. 44, Nedergerecht van Leeuwarderadeel - Tresoar, foto 144).
3 september 1629 Lieuwe Ottis te Huisum stelt Annio Rheen aan tot zijn volmacht in de kwestie met Pibo Rinties [schoenmaker].(Bron: recesboeken, inv.nr. 2709, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 175).
26 april 1630 Reijmer Rinties te Swichum als geautoriseerde curator van Rintie en Otte en Lieuwe en Eijme Ottezonen, Harmen Siouckes als man en voogd van Tett Ottedr. allen kinderen en erfgenamen van Otte Rinties destijds woonachtig te Huizum, de kinderen door Wuijck Lieuwedr. in echte verwekt. Waarde boedel 5115 goudguldens 14 stuivers en 8 penningen (Bron: weesboeken, inv.nr. 89 Nedergerecht van Leeuwarderadeel - Tresoar, foto 29-30).
8 november 1630 Lieuwe Ottis te Huijsum stelt Annium Rheen aan tot zijn volmacht in de kwestie met Taecke Jacobs (Bron: recesboeken, inv.nr. 2710, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 247).
10 december 1630 Taco Jacobs verklaart tegen kersttijd aanstaande te zullen betalen aan Lieuwe Ottis 24 gg en 14 stuivers vanwege peerdegrasinge (Bron: recesboeken, inv.nr. 2710, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 247).
31 december 1634 Inventaris ter sterfhuis van Aeltie Alles te Wijtgaard, eertijds geweest met Albert Jacobs, op verzoek van Poope Alberts [huwelijk 18-11-1635 gehuwd met Siouck Alberts Gerecht Leeuwarderadeel] haar zoon, en Lieuwe Ottes als vader en voorstander van zijn kinderen door Atiie Albberts in echte verwekt en in die hoedanigheid erfgenaam van Aeltie Alberts. Boerderij groot 13 en half vak met een melkkamer, in huur (gebruikma) ongeveer 60 pondematen land toebehorende de erfgenamen van wijlen Focke Broersen te Leeuwarden. In eigendom 5 pondematen land. Aan vee had dit gezin 13 kalfbeesten, 4 hoklingen, 1 zeug en een haan (Bron: weesboeken, inv.nr. 90, Nedergerecht van Leeuwarderadeel - Tresoar, foto 42-45).
7 januari 1635, inventaris sterfhuis van Imme Ottes te Goutum echte man van Antie Saeckes op verzoek van Lieuwe Ottis tot Huisum volle [broer?], en Harmen Siouckes tot Swichem aangehuwde oom, curatoren over Uijlck en Lolck Emedogteren in echte verwekt door Antie Saeckes. Nu gehuwd met Inte Jansen. (Bron: weesboeken, inv.nr. 90, Nedergerecht van Leeuwarderadeel - Tresoar, foto 46-48).
7 april 1635 De Bijsitter Hotze Aijsma accuseert Antie Saeckedr. wed. van Eme Ottes, als moeder en voorstander van haar kinderen of andersinds Rymer Rinties als curator over dezelfden, en Lieuwe Ottes als borg voor de schuld volgens brief van 500 goudguldens te betalen met intrest (Bron: recesboeken, inv.nr. 26, Nedergerecht van Leeuwarderadeel - Tresoar, foto 184).
13 juni 1635 Hotze van Aijsma mede-Bijsitter van Leeuwarderadeel imperator contra Antie Sakis weduwe van Ieme Ottis tot Goutum en Lieuwe Ottis curator over de door Ieme nagelaten weeskinderen. Vonnis Antie Sakis en haar borg Lieuwe Ottis dienen 500 goudguldens te betalen aan de imperator vanwege een uitstaande obligatie ten gunste van de imperator (Bron: Sententieboeken, inv.nr. 60, Nedergerecht van Leeuwarderadeel - Tresoar, foto 247).
9 juli 1635 Lijst van schuldeisers van Reimer Pieters. Alle schuldeisers tekenen met handtekening of merkteken. Onder hen zijn Sijbold Agges Poelstra en Reijmer Rinthies. Het handmerk van Reijmer Rinthies is identiek aan zijn oomzegger Lieuwe Ottes, zoon van zijn broer Otte Rinthies. (Bron: recesboeken, inv.nr. 26, Nedergerecht van Leeuwarderadeel - Tresoar, foto 194).
31-december 1636. Lieuwe Ottes tot Huizum vanwege zijn kinderen Otte Lieuwes, Attie Lieuwes en Albert Lieuwes bij Attie Alberts in echte geprocreert.
Curator: Poppe Alberts tot Wirdum als oom van de voorschreven kinderen.
curator ad actum divisionis van moeders goederen. (Bron: Autorisatieboeken, archiefnummer 13-24, Nedergerecht Leeuwarderadeel - Tresoar, inventarisnummer 069, blad 33, aktenummer 131).
15 juli 1637 [geregistreerd 1 augustus 1640] Pope Albers wonende te Wijtgaard enerzijds en Lieuwe Ottes als voorstander en vader van zijn kinderen door wijlen Attie Alberts in echte verwekt, samen erfgenamen van Albert Jacobs en Aeltie Alledr. Pope is schuldig 2.800 goudguldens schuldig voor het door hem bewoonde ouderlijke erf. (Bron: Hypotheekboeken, inv.nr. 178, Nedergerecht van Leeuwarderadeel – Tresoar, foto 51).
23 april 1642 [eerste proclamatie] Lieuwe Ottes cum uxore doen proclameren de aankoop van 6 ponden land te Huizum van Jr. Vibrandus Viglius van Ayta het pond voor 138 gg en 14 stuivers. (Bron: Proclamatieboeken, inv.nr. 142, Nedergerecht van Leeuwarderadeel - Tresoar, foto 148).
18 oktober 1643 [eerste proclamatie] Lieuwe Ottes en Eebel Sietsedr. e.l. te Huizum doen proclameren de aankoop van 5 eijnsen land gelegen in het dorp Goutum, hebbende de kerkelanden ten oosten, de Heer Harinxma ten zuiden en westen, voor 100 gg van Willem Dercx. Akte dd 24 september 1642. (Bron: Proclamatieboeken, inv.nr. 142, Nedergerecht van Leeuwarderadeel - Tresoar, foto 161).
20 januari 1644 Jr. Bruijgers protesteert tegen de effecten van opzegging huur van 3 en een half pondemaats land gelegen oostelijk van Huizum, gedaan aan Lieuwe Ottes (Bron: recesboeken, inv.nr. 27, Nedergerecht van Leeuwarderadeel - Tresoar, foto 150).
1 oktober 1645 [eerste proclamatie] Sijbe Pietersz. wonende te Goutum doet proclameren de aankoop van omtrent 5 eijnsen land zoals de verkopers deze hebben gekocht van Willem Dircx, voor de som van 100 gg van Lieuwe Ottes en Ibel Sijtzedr. te Huizum (Bron: Proclamatieboeken, inv.nr. 143, Nedergerecht van Leeuwarderadeel - Tresoar, foto 4).
Op heden 2 april 1647 heeft Tacitus Ipkema vanwege Lieuue Ottes ter Sectretarie een obligatie ter registratie vertoond welke als volgt luidt: Poppe Alberts wonende te Wijtgaert verklaart 50 gg schuldig te zijn aan mijn zwager Lieuwe Ottes te Huisum. Akte 22 augustus 1637 en herbevestigd op 2 maart 1644 (Bron: Hypotheekboek, inv.nr. 3775, Nedergerecht van de stad Leeuwarden – Tresoar, foto 60).
29 april 1650 [eerste proclamatie 12 april 1651] Sijtse Clasen en Lieuwe Ottis doen proclameren de aankoop van 9 pond land gelegen te Goutum voor 210 gg per pond van Pyter Jansen cum uxore (Bron: Proclamatieboeken, inv.nr. 143, Nedergerecht van Leeuwarderadeel - Tresoar, foto 85).
28 april 1655 Per decreet verkoop zekere percelen land te Wirdum toehorende de Kerk van Wirdum. Verkopende partij erfgenamen Jonker Jacob van Buijgers. Kwestie, nu verkoop perceel land, koper geworden Lieuwe Ottes voor 856 goudguldens. (Bron: Sententieboeken, inv.nr. 61, Nedergerecht van Leeuwarderadeel - Tresoar, foto 357ev).
11 december 1655
Vader: Lieuwe Ottes
Kinderen: Yme Lieuwesz, oud omtrent 15 jaren voor hem en mede voor Albert Lieuwesz, Jacob Lieuwesz, Ulke Lieuwesz, Trijntie Lieuwesdr, zijn broers en zuster. Requirant gesterkt met Jacob Sytses, hun oom.
aangesteld als curatoren: Feite Jans en Auke Sijtses ad actum divisionis (Bron: Autorisatieboeken, archiefnummer 13-24, Nedergerecht Leeuwarderadeel - Tresoar, inventarisnummer 070, foto nr. 7).
11 december 1655 Inventaris ten huize van Lieuwe Ottes te Huizum en laatstelijk met IJbel Sietses bezeten op verzoek van Auke Sietses en Feit Jans als geautoriseerde curatoren wonende te Goutum over de weeskinderen van IJbel Sietses door Lieuwe in echte verwekt. Ten eerste huis met schuur en plantage en bruikma van ca 50 pondematen land welke belast zijn met 100 gg huur te betalen aan Juffrouw Maria Tiara. Hete geheel is getaxeerd op 2250 goudguldens. Verder nog 4 ponden vier einsen lands te Huizum belast met 2 floreen. 4 ponden land onder de klokslag van Goutum belast met 1 ½ floreen. 2 ponden 2 einsen hemrixland gelegen te Huizum vrij van floreen. Nog een pond land gelegen op het Nijland te Goutum bezwaard met een ½ floreen. Nog in bruikma 4 ponden oldehoofsland belast met 2 folreen en 17 goudguldens jaarlijkse huur.
IJd Pietersdr. huisvrouw van Lieuwe Ottes komt de “hoik” toe. Veestapel: 24 koeien en 23 rieren, 3 hoklingen, 2 merrie paarden, 20 eenden, 6 hennen en een haan. een bijbel, een psalmboek, Inschulden oa Rintie Ottes schipper te Leeuwarden 150,- volgens obligatie 22 april 1643 en nog 150 gulden volgens obligatie dd 11 mei 1647. Douwe Pieters en Tet Ottes 21,- Totaal boedelwaarde is 4344 goudguldens 2 stuivers en 12 penningen.
merkteken Lieuwe Ottes.
(Bron: weesboeken, inv.nr. 96, Nedergerecht van Leeuwarderadeel – Tresoar, foto 13-28).
11 december 1656 De Fiscaal accuseert Lolcke IJmes tot Huijsum om waarheid van zaken te geven in de zaak tegen Lieuwe Ottes (Bron: recesboeken, inv.nr. 28, Nedergerecht van Leeuwarderadeel - Tresoar, foto 124).
18 mei 1667 Lieuwe Ottes is één van de personen die als afgevaardigde van Huisum tekent voor het op diepte houden van de Wirdumer vaart lopende van de Potmarge tot aan de Tiaard-Tille. De Heer Grietman Eijsinga krijgt volmacht om daar voor een aanbesteding te laten doen, waarbij de limietscheiding, zoals vastgesteld in 1634 in acht moet worden genomen (Bron: recesboeken, inv.nr. 30, Nedergerecht van Leeuwarderadeel - Tresoar, foto 119).
11 februari 1668 [eerste proclamatie 15 februari 1668] De kerkvoogden van het dorp Huizum doen proclameren de aankoop van een halve pondemaat Nieuwland, gelegen te Goutum, genaamd Het Hollandersstuk, hebbende de erfgenamen van Minno van Eminga ten oosten, Sijtse Clasen en de pastorie van Goutum ten westen, de kopers ten zuiden, gekocht van Lieuwe Ottes voor 85 goudguldens (Bron: Proclamatieboeken, inv.nr. 145, Nedergerecht van Leeuwarderadeel - Tresoar, foto 8).
1 mei 1668 [eerste proclamatie 24 april 1669] Saecke Bienses mr. gortmaker te Leeuwraden doet proclameren de aankoop van een 4 pondematen land, gelegen onder de klokslag van Goutum, gekocht van Lieuwe Ottes te Huizum per pondemaat voor 175 goudguldens (Bron: Proclamatieboeken, inv.nr. 145, Nedergerecht van Leeuwarderadeel - Tresoar, foto 31).
10 mei 1672 Lieuwe Ottes wonende in’t Olthoff onder de klokslag van Husum verklaart 300 goudguldens schuldig te zijn aan Pieter Jansen koekenbakker en burger te Leeuwarden onder borg van al mijn goederen. Idem 31 mei 1673 100 goudguldens geleend van dezelfde persoon, idem 10 mei 1673 en voor een bedrag van 300 goudguldens [geregistreerd 8 januari 1675] (Bron: Hypotheekboeken, inv.nr. 184, Nedergerecht van Leeuwarderadeel - Tresoar, foto 121-122 en 126).
16 februari 1676 Sterfhuis van Lieuwe Ottes. Inventarisatie is gebeurd op aangeven van Idtie Pieters weduwe van Lieuwe Ottes en Jacob Sijtses. 3 van de kinderen zijn nog onmondig. Bezittingen, derde half pond eigen land gelegen op’t Huisumer Hemrick vrij van floreen. Vijfde half pond eigen land gelegen te Huisum, belast met 2 en een oord floreen. Ten 3e huis en erf groot 50 ponden land belast met 20 en een half floreen, eigendom van Jarich van Burmanialuiden, doende aan huur 100 goudguldens per jaar. Veestapel: 14 koeien en 3 hoklingen. Verder oa 2 schilderijen, een spiegel. Alle goederen zijn op 2 maart 1676 bij boelgoed verkocht opbrengende 1043 goudguldens en 27 stuivers. Waardepapieren oa obligatie ten laste van Foppe Gerrijts te Huisum dd 7 mei 1668. Ime Lieuwes te Hardegarijp schuldig 300 goudguldens, obligatie dd 5 mei 1668. Een kwitantie gepasseerd bij Otte Lieuwes dd 24 mei 1654 waaruit de betaling blijkt van diens tegoeden uit de boedel van diens grootvader, grootmoeder en moeder. een quitantie van Wijtske Olma wed. van Albert Lieuwes dd 24 oktober 1672 voor ontvangst van moersgoed van 275 caroli guldens. Een quitantie ten gunste van Ime Lieuwes dd 5 mei 1668 voor ontvangst van 150 goudguldens in verband met aandeel uit moeders boedel. Andere namen Jan Pieters, Cornelis Pieters. (Bron: weesboeken, inv.nr. 103, Nedergerecht van Leeuwarderadeel – Tresoar, foto 154-172).
21 april 1676:
Vader: Lieuwe Ottes, ovl
Moeder: Ittie Pijters
Kinderen: Ibel Lieuwes, oud in’t 19e jaar, Ulck Lieuwes, oud in’t 15e jaar, Willem Lieuwes, oud in’t 13e jaar, Rintie Lieuwes, oud in’t 5e jaar
Curator ad actum divisionis: Uble Jansen tot Teerns van vaderlijke goederen
NB zie acte 375 en 382 (Bron: Autorisatieboeken Nedergerecht Leeuwarderadeel, inv. nr. 70 foto 135).
27 november 1676 De erfgenamen van Lieuwe Ottes contra Jan Jansen Stalman, gedaagde die veroordeeld wordt een schuld van 342 caroli guldens en 10 stuivers plus intrest en proceskosten te betalen aan de eisers (Bron: recesboeken, inv.nr. 2754, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 347).
28 juni 1709 Ytie Keimpes huisvrouw van Murk Goslings te Bergum (eiser), erfgenaam van haar wijlen eerste man Freerk Albarts die voor een zesde deel erfgenaam was van zijn wijlen oom Jacob Lieuwes citeert Uilke Lieuwes (gedaagde) en eist derhalve een zesde deel van duizend dertien caroli guldens en 9 stuivers, volgens slot van de Weesrekening dd 6 april 1691. Verweer van Uilke. Vader Lieuwe Ottes heeft op zijn doodsbed in februari 1676 bepaald dat aan zoon Jacob Lieuwes, die innocent (onnozel of zwakbegaafd) was, nagelaten is -buiten de erfenis van de andere kinderen om- 1500 caroli guldens voor onderhoud te gebruiken, zolang hij mocht leven. Dat heeft Uilke met handtastinge moeten beloven aan zijn vader Lieuwe Ottes. Jacob is altijd zeer onrustig en kwaadaardig geweest en heeft vele malen Uilke en andere mensen met een mes nagejaagd en heeft zaken kapotgestoken met een mes, en heeft vaak de staarten van de koeien gebroken, tot een keer bij 20 koeien in één gebeurtenis. Smeet soms alles kapot, en echtgenote Saeckien Ubles heeft vaak in levensnood verkeerd door de bedreigingen van Jacob. Ook heeft hij vaak gedreigd de hals van de kinderen door te snijden. Gedaagde heeft door de voogdijschap over zijn krankzinnige broer grote financiële schade opgelopen en het heeft veel leed en verdriet in het gezin gegeven. Hij heeft zijn broer Jacob onderhouden van februari 1676 tot 1693, aldus 17 jaar. Dat mede wel waar is dat hij volgens de weesrekening aangaande Jacob, in 1691 afgesloten door zijn broer IJme Lieuwes, het restant van 1013 caroli guldens heeft ontvangen omdat hem financieel alles tegenliep en de schuldeisers dagelijks op de stoep stonden. Aan levensonderhoud voor Jacob is echter nadien tussen 1691 en 1693 door Uilke nog besteed per jaar 150 caroli guldens is 300 caroli guldens en voor kleding en schoenen 50 caroli guldens jaarlijks is samen 100 caroli guldens en toen gedaagde niet meer in staat was hem de kost te geven heeft hij voor zijn zwakzinnige broer een plek in het Gasthuis gekocht voor 525 caroli guldens, waarbij ook nog gezorgd moest worden voor een bed en beddengoed en kast, stoel en tafel, waarde hiervan tenminste 100 caroli guldens, zodat van de in 1691 berekende debetsom van de afrekening geen gelden overblijven. Toen Jacob in 1693 stierf heeft Uilke de begrafenis ook nog betaald. De kosten bestonden uit de doodskist, het klokluiden en het doodbidden en nog vier en een halve ton Holllands bier en een graf te Huisum alles samen 80 caroli guldens. Verder de administratiekosten bedragen ook wel 10 dukaten. Het hof bepaalt dat de erfgename Ytie Keimpes recht heeft op een zesde deel van 1013 caroli guldens (het batig saldo van de afgesloten weesrekening in 1691), onder aftrek van een zesde deel van de aantoonbaar gemaakte onkosten (Bron: pleidooiboeken, inv.nr. 3009, Nedergerecht van de stad Leeuwarden - Tresoar, foto 17-18 en 25-27). |
|
