| Notities persoon | metselaar te Marssum.
13-5-1674 doen Rombert Pijters en Trijn Fercks belijdenis van hun geloof in de Ned. Herv. kerk van Marssum en op de 15e daaropvolgend nemen ze deel aan het heilig Avondmaal.
23 april 1667 [eerste proclamatie] Jan Ulbes en Pijtrick Aenes echtelieden te Marssum doen proclameren de aankoop van een huis met annex te Marssum van Jan Annis, Sijmen Pijtters en Rommert Pijtters voor de som van 215 goudguldens. Akte dd 2 juni 1667. (Bron: Recesboeken, Nedergerecht Menaldumadeel - Tresoar, inventarisnummer 017, foto 267).
4 december 1668 Rombert Pijtters en Trijntie Fercxdr. echtelieden te Marssum verklaren schuldig te zijn aan Sijmon Pijtters als curatoren over de nagelaten kinderen van Griet Tiedes door Wolter Sijdses in echte verwekt 100 goudguldens vanwege verschoten penningen (Bron: Hypotheekboeken, Nedergerecht Menaldumadeel - Tresoar, inventarisnummer 133, foto 112 folio 187f).
6 januari 1669 Rommert Pijtters en Trijntie Ferckx echteleiden tot Marssum verklaren schuldig te zijn aan Albert Annes cum uxore bij de Ritsumazijl 200 goudguldens tegen 5 procent rente (Bron: Hypotheekboeken, Nedergerecht Menaldumadeel - Tresoar, inventarisnummer 133, foto 119 folio 195).
28 januari 1669 Trijntie Ferckx wed. van wijlen Rommert Pijtters verklaart schuldig te zijn aan haar broer Gosse Ferckx de som van 250 caroli guldens tegen 6 procent rente. Akte 2 januari 1669, getekent met het handmerk van Trintie Ferckx (Bron: Hypotheekboeken, Nedergerecht Menaldumadeel - Tresoar, inventarisnummer 133, foto 125 folio 201).
24 maart 1669 Jorrijt Diorres Wiglama tot Marssum, oude oom van moeders wegen over Pijtter Rommerts, oud 8 jaar, nagelaten weeskind van Rommert Pijtters en Trijntie Ferckx contra Sijmen Pijters Coop[man] tot Marssum oom van vaderswegen. In de boedel bevindt zich een gouden trouwring die de zoon Pijter Rommerts toebehoort die hij heeft gevonden samen met 2 zilveren knopen. Het huis heeft een buitenhuis en hooiberg en bruickma [in huur] van 21 pondematen greidland in huur van de kerk te Marssum voor 50 goudguldens jaarlijks. in de boedel zit een obligatie ten gunste van Sijmen Pijtters van 100 goudguldens. Gosse Fercxs Trijntjes broer heeft ook geld tegoed en wel 150 caroli guldens, en de vrijster Tijeets Fercxs komt 30 zilveren dukaten toe aan geleend geld. Voor gehaalde winkelwaren staat het gezin ook nog voor een bedrag van 9 guldens en 10 stuivers (Bron: Weesboeken, archiefnummer 13-26, Nedergerecht Menaldumadeel - Tresoar, inventarisnummer 073, foto 49-5g).
28 april 1669 Rommert Pijtters metselaar en Trientie Ferckxdr. echtelieden te Marssum verklaren 200 goudguldens schuldig te zijn aan Eelcko Renssiss te Marssum schuldig te zijn. Akte 2 mei 1669, ondertekend met het handmerk van Rommert Pijtters en Trijntie Ferckx. (Bron: Hypotheekboeken, Nedergerecht Menaldumadeel - Tresoar, inventarisnummer 133, foto 141 folio 215).
18 mei 1674 [geregistreerd] Rommert Pijtters en Trijntie Ferckxdr. echtelieden te Marssum verklaren geleend te hebben 100 goudguldens ad. 5 procent rente van Ige Deckens aldaar onder hypotheek van alle roerende goederen specifiek hun gekochte huis te Marssum. Akte 3 mei 1664 getekend met de merktekens van Rommert en Trijntie (Bron: Hypotheekboeken, Nedergerecht Menaldumadeel - Tresoar, inventarisnummer 132, foto 71). |
|