Notities persoon | 28 januari 1669 Trijntie Ferckx wed. van wijlen Rommert Pijtters verklaart schuldig te zijn aan haar broer Gosse Ferckx de som van 250 caroli guldens tegen 6 procent rente. Akte 2 januari 1669, getekent met het handmerk van Trintie Ferckx (Bron: Hypotheekboeken, Nedergerecht Menaldumadeel - Tresoar, inventarisnummer 133, foto 125 folio 201).
24 maart 1669 Jorrijt Diorres Wiglama tot Marssum, oude oom van moeders wegen over Pijtter Rommerts, oud 8 jaar, nagelaten weeskind van Rommert Pijtters en Trijntie Ferckx contra Sijmen Pijters Coop[man] tot Marssum oom van vaderswegen. In de boedel bevindt zich een gouden trouwring die de zoon Pijter Rommerts toebehoort die hij heeft gevonden samen met 2 zilveren knopen. Het huis heeft een buitenhuis en hooiberg en bruickma [in huur] van 21 pondematen greidland in huur van de kerk te Marssum voor 50 goudguldens jaarlijks. in de boedel zit een obligatie ten gunste van Sijmen Pijtters van 100 goudguldens. Gosse Fercxs Trijntjes broer heeft ook geld tegoed en wel 150 caroli guldens, en de vrijster Tijeets Fercxs komt 30 zilveren dukaten toe aan geleend geld. Voor gehaalde winkelwaren staat het gezin ook nog voor een bedrag van 9 guldens en 10 stuivers. Bron: Weesboeken, archiefnummer 13-26, Nedergerecht Menaldumadeel - Tresoar, inventarisnummer 073, foto 49-5g). |
|