Notities persoon | Zal in het dagelijks levene "Rappert Beerens" hebben geheten, zo luidt zijn naam bij de doop van zijn laatste kinderen, een tweeling in 1724. In het volkstellingsregister van 1748 worden Berent en zijn vrouw nog genoemd, inwonend zijn verder nog de zus van Berent, Janna Raphuis, weduwe van Jannes Luicas en 4 van haar kinderen.
Berent woonde in de buurt van de kerk aan het Westeinde. Hij wordt in het boterpachtregister van 1735 genoemd, hij had een halve akker land in bezit van het opgesplitste Pixensland een stuk westelijker op het Westeinde.
Berent is waarschijnlijk op oudere leeftijd een echte armoedzaaier geweest in het hoofdgeldkohier van 1753 en 1760 wordt hij weliswaar vermeld. Hij wordt echter niet belast en bij zijn naam staat de registratie van 0 personen. Zijn beroep is te herleiden uit het hoofdgeldkohier van oa. 1740 en 1742 daar wordt hij vermeld als Rappert Snijder. Dit betekent dat hij kleermaker zal zijn geweest. Hij wordt in die jaren voor 4 personen aangeslagen en is 1 gulden verschuldigd.
In 1714 wordt Berend Klaasen Raphuijs door Geerlig Warners voor het gericht gedaagd vanwege uitstaande schulden (4 gulden en 4 stuivers) vanwege geleverde winkelwaren (bron: Archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 22).
24-02-1725 Adolph Henrik Harwig en Berent Raphuis als volmachtigers van de minderjarige Janna Raphuis overleden bij derselver minderjarigheid contra haar mombaren Evert Harmsen Coster en Hendrik Arends, Janna Raphuis heeft al een aantal keren om rekening van haar mombaren verzocht. heer van Almelo heeft dit verzoek gehonoreerd en de erven van Henrik Arendsen om rekening verzocht. 27-10-1725 de erfgenamen van wijlen kerkmeester Hendrik Arends [Schuurman] met name: Jan Prinsen, Arend Hendriks, Janna Hendriks, Gerrit Berkhoff en Jan Lucas Koster, Egbert Jansen Roest, Jan Hinrixen en Berendje Hinrixen. contra Janna Raphuis (bron: archief schoutambt Vr.veen inv. nr. 24 foto 110 en 204). |
|