TERUG NAAR START
Fredrik Sandboer
1776fksantboer.jpg
GeslachtMan
Leeftijd< 63 jaar (Gebaseerd op doopdatum)
 
Gedoopt1-6-1732teVriezenveen
Overleden< 14-8-1795teVriezenveen
Vader Aelbert Jansen Santboer
 Gedoopt 25-12-1705
 Overleden > 1783
Moeder Geertje Freriksen
 Gedoopt 5-3-1702
 Overleden < 6-12-1763
Broer  J(oh)annes ~18-2-1728
Zus  Geertjen Alberts ~15-1-1730
Broer  Barend ~1-12-1737
Zus  J(oh)anna ~15-4-1740
Zus  Hendrikje Alberts ~17-2-1743
Broer  Jan ~27-2-1746
 
Kerkelijk huwelijk 23-1-1781 te Vriezenveen
 
metFennigje (Fenna) Jansen
 Gedoopt1725
 Overleden1783
 
Notities persoonis op 15-2-1765 getuige bij de doop van zijn nichtje Johanna Santboer in de Noorderkerk te Amsterdam (dochter van broer Barent). Zie notities bij zijn echtgenote. Fredrik of Frederik heeft een fraaie, van geletterdheid getuigende, handtekening (zie afbeelding).

Op 26-09-1783 maken Frederik Santboer en Fenneken Jansen hun testament op. Het echtpaar had geen kinderen. Het is een langstlevende testament. De vader Albert Sandboer komt wel zijn legitieme deel toe.
Testatrice legateert aan Henderik Gerrits Menne (zoon van broer Gerrit Jansen Minne en Jennegjen Berkhof) 400 gulden.
Verder krijgen de armenstaat en de kerk ieders een legaat van 25 gulden. Deze legaten worden 6 weken na overlijden van beide testatoren uitgekeerd. Mocht de langstlevende komen te hertrouwen dan diende deze aan de erfgenamen van de eerstoverledene 1.000 gulden uitkeren.

In 1789 voert Fredrik Sandboer een rechtzaak tegen de erfgenamen van zijn vrouw, die menen aanspraak te maken op de nagelaten goederen van Fennigje Jansen. Het betreft de volgende personen:
-Albert Hermsen namens zijn vrouw Hendrika Faijer, Lambert Janszen op den Kelder [gehuwd met Hendrikjen Feijer], Berend Hermsen Pleij [gehuwd met Jannetjen Feijer], Gerhardina Feijer, weduwe en boedelhoudster van wijlen Jannes Bramer als boedelhoudster en wettige voogdesse van haar 3 minderjarige kinderen, bij voornoemde Jannes Bramer in echte verwekt; voorts de minderjarige kinderen van wijlen Gerrit Janszen en Jenneken Berkhoff onder assistentie van hun voogden Jan Berends Berkhoff en Wicher Roelofs, zich allen noemende erfgenamen van hun moeij en oud moeij Fenneken Janszen. Verderop in het dossier wordt ook nog genoemd Jan Berendsz zich noemend voogd van de kinderen van wijlen Gerrit Berkhoff.
Fredrik verweert zich door te stellen dat een deling van goederen niet aan de orde is, vanwege het testament op langstlevende waarbij Fredrik tot universeel erfgenaam is benoemd. De erfgenamen noemden dit testament echter vals en wederrechterlijk. Het testament zou hebben moeten luiden (dit was de erven mondeling door wijlen hun moeij/oud moeij mondeling te kennen gegeven) : de langstlevende zou na aftrek van enige legaten ieders gemeld erfgenaam zijn van alles wat de eerststervende zou komen na te laten, maar dat na het overlijden van de langstlevende de overgebleven goederen aan de naaste vrienden van weerskanten zouden vervallen. Bovendien stelden de erven was het testament niet ondertekend en verzegeld, hetgeen de rechtsgeldigheid teniet deed. Dat hoewel testatrice wel verklaard heeft niet te kunnen lezen en schrijven en geen zegel te gebruiken, ze nagelaten heeft iemand namens haar het testament te laten ondertekenen. Weliswaar heeft Wieger Jansen als voogd van Fenneken het testament ondertekend, maar niet namens haar aldus de erfgenamen. Tenslotte zou het testament na opmaking niet volgens de wettelijk vereiste procedure aan testators zijn voorgelezen en aangezien testatrice niet kon lezen was dit des te meer noodzakelijk geweest aldus de erven. De uitspraak op 10 november 1792 was in het voordeel van Fredrik Sandboer die overeenkomstig het testament het vruchtgebruik van zijn vrouws erfdeel tot aan zijn overlijden kreeg toegekend. wel werd hij verplicht tot het opmaken van een inventaris van bezittingen en schulden van het moment van overlijden van zijn vrouw Fenneken Jansen (bron: Archief Huize Weleveld inv. nr. 7).

Op 14 augustus 1795 geeft Jan Santboer aan voor hem en zijn broer en zusters de erfenis van wijlen zijn broer Fredrik Santboer bestaande uit 2 akkeren lands opgaans en daarop staand huis en getimmerte; 2 ΒΌ dagwerk bovenwegsland; een halve akker turfland gelegen op de Oosterhoeve; een dagwerk hooiland gelegen in Striekenland; een dagwerk hooiland gelegen in het Woestenvierendeel; de Agtermaat op Schuppen Jaspersland; in de Horst ongeveer een dagwerk; nog 3 wanden bouwland gelegen in het Heidemansland (bron: kohier van de 50e penning; Statenarchief van Overijssel inv. nr. 2668).

Op 19 mei 1797 verschenen voor het schoutengericht van Vriezenveen Barent Santboer als gevolmachtigde van zijn zuster Johanna Santboer als in huwelijk hebbend Johan Georg Rabe en zelf in huwelijk hebbende Christina Vroon en Jan Santboer in huwelijk hebbend Evertien IJsenbrandt, Gerrit Schipper en zijn vrouw Hindrikien Santboer, Geertje Santboer geassisteerd met haar momber Gerrit Bramer als erfgenamen van wijlen Fredrik Santboer hebben verkocht aan Fredrikus de Groot en zijn vrouw Janna Engberts twee akkers land en het erop staande huis, onverscheiden met de wed. Jan Schipper gelimiteert oostwaarts Albert... en westwaarts Egbert ....voor de som van 1215 gulden (bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2681 foto 029 ev). en idem zij verkopen ook een halve akker turfland aan Albert Jansen en zijn vrouw Harmina Hendriks voor 50 gulden.

Op 30-12-1796 "koopt" Frederikus de Groot voor 1215 gulden 2 akkeren land opgaans van de erfgenamen van wijlen Fredrik Santboer. Dezelfde dag koopt Albert Jansen Majoor een halve akker turfland voor 50 gulden van de erven Fredrik Santboer (bron: kohier van de 50e penning; Statenarchief van Overijssel inv. nr. 2668).

Op 21-12-1797 geeft Mannes Luijkas de 50e penning aan ivm de aankoop van een dagwerk hooiland in het Barthels Geessenland van de erfgenamen van wijlen Fredrik Santboer voor 50 gulden (bron: kohier van de 50e penning; Statenarchief van Overijssel inv. nr. 2668).

23 december 1797 verschen voor het schoutengericht van Vriezenveen Gerrit Schipper en Hendrina Schipper namens de erfgenamen van wijlen Fredrik Santboer die verklaren verkocht te hebben op 23 mei 1797:
-een dagwerk hooiland, gelegen in Stukkiesland en een akker turfland op de Oosterhoeven voor 79 gulden aan Berend ten Bruggencate en Grietje Berends.
-idem twee stukken bouwland gelegen op het land van Albert Frielink voor 95 guldens aan Grardus Gerritsen en Hermanus Gerritsen voor 95 guldens.
-idem aan Jan Egberts Plaij en zijn huisvrouw Grietien Berends Smelt 1 1/2 akker turf(?) land in de Westerhoeven onverscheiden met Gerrit Meijer voor 111 guldens
-idem aan Mannes Luikes en zijn vrouw Maria Bruggink een dagwerk hooiland in het Oostervierendeel voor 50 gulden
(bron: archief schoutambt Vriuezenveen inv. nr. 2681 foto 50-54).