Notities persoon | 8 april 1652 Sytske Jacobs, moeder van Siuert, Antie, Jacob en Jan Martens [abuis moet zijn Marten], zonen en dochter bij wijlen Marten Siuerts in echte geprocreerd. Curator: Tymen Siuerts en Jacob Siuertsen NB. de acte is niet gedateerd. (Bron: Nedergerecht Leeuwardeeradeel, Autorisatieboeken inv.nr. 69, foto 114).
1 maart 1654 Sijtske Jacobsdr. van wege haar kinderen: Sioerd int 14e jaar, Antie int 11e jaar, en Marten Martens int 5e jaar, haar kinderen door wijlen Marten Sioerds verwekt. Curator: Jacob Sioerts, oom van vaderszijde curator ad actum divisionis vaderlijke goederen Curator: Orck Seerps, aangehuwde oom wonende te Jorwerd (Bron: Nedergerecht Leeuwarden, Autorisatieboeken inv.nr. 3320, foto 109).
22 maart 1655 Verschenen voor het Nedergerecht van Leeuwarden, Sijtske Jacobs wed. van Marten Sioerds, wonende achter Camstraburen, gesterkt met haar tegenwoordige man Jan Dircxen requiranten enerzijds en Jacob Sioerds en Orck Seerps tot Jorwerd curatoren over de weeskinderen Sioerdt 15 jaar, Antie 12 jaar, Jacob 9 jaar en Marten Martens oud omtrent 6 jaar, allen erfgenamen van hun vader Marten Sioerds en om te verdelen wijlen hun vaders goederen. Overeengekomen wordt dat de requiranten aan de 4 weeskinderen zullen uitkeren 2.400 goudguldens volgens inventarisatie en aestimatie van de eerste maart 1654. Dit geldtegoed komt vrij als de kinderen elk 20 jaar oud zijn. Sijtske Jacobs krijgt de goederen en mag er mee doen wat ze wil. Kantlijn: 30 april 1681 compareren voor het Gerecht: Berber Douwes nagelaten weduwe van Sioerdt Martens, als moeder en voorstanderse van haar kinderen door wijlen haar man in echte verwekt, Mirck Gerbens als man en voogd over Antie Martens, Jacob Martens voor zich zelf en mede rechtens zijn broer Marten Martens, allen kinderen en erfgenamen van Marten Sioerdts als rechthebbenden van voorgaande scheiding der goederen verklaren hierbij dat de 2.400 goudguldens door Jan Dircks zijn uitbetaald. Handtekeningen van Barber Douwes, Merck Gerbens en Jacob Martens die dus allen het schrijven machtig zijn. (Bron: Nedergerecht Leeuwarden, Weesboeken inv.nr. 3520, foto 223-224). |
|