TERUG NAAR START
Bernardus Smelt
GeslachtMan
Leeftijd± 61 jaar (Gebaseerd op begraafdatum)
 
Geboren± 1697teVriezenveen
Begraven13-2-1758teDeventer
Vader Jan Roelofs Smelt
 Geboren ± 1670
 Overleden 1737
Moeder Kunnigje Berents Brouwer
 Geboren ± 1670
  Begraven 26-10-1718
Zus  Hendrikje Jansen ~21-7-1700
 
Kerkelijk huwelijk 10-4-1718 te Deventer
 
metAnna Christina Borgerink
 Geboren± 1700
 Begraven13-1-1758
Notitieshuwelijk vindt plaats in de Waalse kerk te Deventer. Van Bernardus staat vermeld dat hij woonachtig is in de Kleine Overstraat en van Anna Maria staat vermeld dat zij woonde op "de Poot".
 
Notities persoonwinkelknecht (1714-1717), koopman, collecteur (= inner van belastingen), rentenier.
Op 15-11-1719 verkrijgt Bernardus Smelt het burgerrecht van Deventer. Er staat bij vermeld dat hij afkomstig is van Vriezenveen.

Op 8 september 1714 wordt er ten huize van notaris Nicolaas Stoop te Rotterdam tussen Jan Smelt, koopman te Deventer "dan tegenwoordig alhier" een overeenkomst gesloten met de koopman Joan de Haas te Rotterdam om zijn zoon Bernardus Smelt 3 jaar lang (1714-1717) als winkelknecht op te leiden. Zo zal hij alles moeten "verrigten ’t gene tot de pligt van een goed winkelknegt in de voorschr. neringe behoort" en dat gedurende 3 jaren, ingaande 1 september 1714 tot de laatse dag van augustus 1717. Jan Smelt moet daarvoor aan Joan de Haas betalen voor kostgeld en onderricht in totaal 190 gulden, en verder dienstbodenbelasting en andere mogelijke aanslagen, die betrekking hebben op zijn zoon. De Haas moet als tegenprestatie aan Bernard Smelt kost en inwoning bieden en onderricht geven in de koophandel en stijl; in zowel in- als verkoop van lijnwaad (=geweven stof). De proeftijd is 3 maanden. Binnen deze termijn kunnen beide partijen het kontrakt ontbinden. Leendert de Haas, ook te Rotterdam woonachtig, staat borg voor Joan de Haes in verband met mogelijke schade of wanprestatie voor een bedrag van 2.000 gulden!

koopman te Deventer, als zodanig genoemd op 08-03-1723 als hij 2 akkers woestenland op de Westerwoesten verkoopt (conform boedelscheiding d.d. 01-12-1719 aan hem door loting toegevallen inzake zijn moederlijk erfdeel), verkoopt dit aan (zijn vader) Jan Smelt, koopman te Rotterdam en Deventer.
(bron: archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2674).
In het volkstellingsregister van 1748 van Deventer staat Bernardus (gehuwd) vermeld als rentenier, inwonend is zijn nichtje. Uit andere archiefstukken blijkt dat ze Aleijda Smelt heet. Er is 1 bediende in het huishouden werkzaam. Volgens mij moet Aleijda identiek zijn aan Aaltje Smelt geb. 1722, dochter van halfbroer Albert Smelt).

In het register van de 1.000ste penning uit 1734 van Deventer staat Bernardus vermeld als Berent Smelts met een vermogen van 4.000 gulden.

Op 19 november 1734 koopt de collecteur Bernhard Smelt en zijn vrouw "Margaretha Sophia" Borgerink (voornaam is onjuist vastgelegd!) een huisje staande en gelegen buiten de Norenberg binnenpoort te Deventer tegenover het accijnshuis van de weduwe van Henrik Timens.

Op 1 mei 1736 kopen Bernhard Smelt en zijn echtgenote Anna Catharina Borgerinck een huis en erf gelegen "op den Norenberg Schild" te Deventer van Willem Jansen Eck en Willemina Coerts.

Op 14 juli 1738 kopen Bernhard Smelt en zijn vrouw de helft van een windkorenmolen uit de desolate boedel van Jannes Broese.

Op 3 november 1746 kopen Bernh. Smelt en zijn vrouw een torenhuisje gelegen tegenover de Muntengang te Deventer van Anna Cuper en Anna Mechteld Mulder.

Op 30 oktober 1751 verkopen Bernhard Smelt en zijn vrouw "Anna Christina Borgerink" aan Lambert Riethorst en Geesken Berents hun aandeel in de windkorenmolen van ouds Wijten molen genaamd.

Op 12 maart 1754 koopt Bernard Smelt een beurtvaartschip dat op Amsterdam gevaren heeft van de schipper Barent Mensink.

2 juli 1722 maken Bernardus Smelt en Anna Christina Borgerink hun testament. Bernardus legateert aan zijn vader Jan Smelt "Indien hij mijn sterfdag mogte beleven" zijn legitieme vaderlijke erfdeel. Verder benoemt hij tot universeel erfgenaam: zijn lieve kinderen "zo mijn God die genadig mochte verlenen", zo niet dan zijn huisvrouw Anna Chistina Borgerink. De armen van het armen kinderhuis komen 250 gulden toe.

13-01-1758 maakt "Bernard Smelt" opnieuw zijn testament, hij is dan ziek en zit in zijn stoel bij het vuur, tot zijn universeel erfgenaam benoemt hij zijn [inwonende] nicht Aleijda Smelt.
Notities overlijdenopvallend genoeg vermeld in het register van de 1.000e penning van Vriezenveen uit 1751 met een geschat vermogen van 550 gulden. Dit hield in dat hij kennelijk (ook al woonde hij niet in Vriezenveen, met de volkstelling van 1748 wordt hij namelijk niet genoemd) toch nog behoorlijk wat onroerend goed bezat in Vriezenveen. In het kohier van 1758 staat zijn naam niet meer vermeld.

13-02-1758 begraven in de Grote of Lebuïnuskerk, voor de begravenis werd de grote klok 1 uur lang geluid, kosten 4 gulden en 8 stuivers.