Gerrit Berendsen Smelt de boer |
|
Geslacht | Man |
Leeftijd | 67 jaar (Gebaseerd op doopdatum) | |
Gedoopt | 10-6-1742 | te | Vriezenveen |
Overleden | 29-11-1809 | te | Vriezenveen |
|
|
|
|
Notities persoon | turfschipper bewoonde Oosteinde 226 (zie Ken uw dorp en heb het lief, blz. 122). Volkstelling 1795 beroep schipper, de vrouw van Gerrit doet aangifte van de gezinsgrootte, deze is 7 in getal. Met de collecte voor de vernieuwbouw van de kerk in 1801 doneert Gerrit Smelt de boer, niets. Inwonende neef Mannes Kenkhuis doneert 1 gulden (was de zoon van Jan Berends Kenkhuis en Hendrika Jansen Aman). handelde in turf incompagnonschap met zijn schoonvader AaJan en Jan Wesselman uit Geesteren, laatstgenoemde daagt Gerrit Bererndsen Smelt op 20 juni 1772 voor het schoutengerecht om op hem te verhalen een bedrag van 26 gulden vanwege in compagnonschap verhandelde en afgeleverde turf (bron: archief Sch. ambt Vrveen inv. nr. 29).
20 juni 1772 Jan Wesselman te Geesteren daagt Gerrit Berentsen Smelt voor het gericht om schadeloos gesteld te worden voor de som van 26 gulden voor in het jaar 1768 afgeleverde turf aan Gerrit Berendsen Smelt en diens schoonvader AaJan die een compagnonschap in turfhandel hadden (bron: archief Sch. ambt Vrveen inv. nr. 29 foto 118).
8-5-1773 Gerrit Braeger van Geesteren daagt Gerrit Berends Smelt alias d’Boer voor het schoutengericht vanwege een schuld van 15 gulden en 10 stuivers vanwege aan hem en wijlen zijn schoonvader Jan Aman geleverde turf. Gerrit Smelt ontkent turf van Braijer te hebben gekocht en heeft deze ook niet geleverd gekregen. Gerrit Smelt wordt toch verplicht de schuld te betalen, de turf was aan zijn schoonvader geleverd en hij zou deze betalen. (bron: archief Sch. ambt Vrveen inv. nr. 29 foto 137).
Gerrit Smelt en Wicher Berkhof leidden een opstand van Vriezenveense turfschippers in 1798 (tijd van de Franse revolutie) tegen de tollen die ze op verschillende doorvaarten moesten betalen (Bavesbeek?) aan de heer van Weleveld. Gerrit Smelt en zijn knecht en de zoon van Hoff Berend vernielden de tolslagboom. Gerrit Smelt de Boer wordt veroordeeld tot het betalen van 100 zilveren ducatons "ten profijte van het Bataafse Volk, plus de kosten van het proces" (zie Herman Jansen in Ken uw dorp en heb het lief, blz.168).
Is in 1766 (2 weken of ruim 2 weken voor 31 juli 1766) verdachte in en proces dat ging over de breedte van schuiten die moeilijk onder de brug (bij het Meulenbelt) zouden kunnen varen waarbij met bijlen stukken van de palen van de brug zouden zijn afgehakt om de doorvaart mogelijk te maken. Gerrit eigenaar van een te brede schuit, zou zich met vandalisme hebben ingelaten door afkapping van de brugpeilers. De boten (een 11-tal) waren naar de "woeste veenen" gegaan om hooi en gemaaid gras op te halen. (HAA inv. nr. 3045). | Notities geboorte | gedoopt Gerrith zv Berend Jansen Smelt en Jennegjen Hendrijks | Notities overlijden | op de 29e van de slachtmaand 1809 wordt door zoon Jan Gerritsen Smelt aangegeven het overlijden van zijn vader Gerrit Berendsen Smelt. |
|