Notities persoon | net als zijn zoon turfschipper? bewoonde volgens de dorpshistoricus Herman Jansen Oosteinde 226 (zie Ken uw dorp en heb het lief, blz. 122). Vergeleken bij zijn vader die tot de rijksten van het dorp hoorde, is Berent toch een aantal treden gedaald op de maatschappelijke ladder. Is niet als grondbezitter in de boterpachtkohieren terug te vinden. Komt vanaf 1735 op deze locatie van het Oosteinde voor. In 1733 was hij daar nog niet te vinden. Met het hoofdgeld van 1760 wordt de weduwe B. Smelt aangeslagen voor 3 personen en moet 1 gulden betalen, ca. 33 cent p.p. Dit ligt onder het gemiddelde van 39 cent p.p. in Vriezenveen. In 1753 wordt Berent Smelt voor 1 persoon aangeslagen en moet hij 0,45 cent betalen, dat is enigszins boven het gemiddelde per persoon van 0,39 cent In 1748 bij de volkstelling wordt hij samen met zijn vrouw en 5 kinderen genoemd. Hiervan 3 boven de 10 jaar Jan, Hinderik en Gerrit en 2 onder de 10 jaar, Grietjen en Janna.
Zijn vermogen werd in 1751 geschat op 300 gulden en aanvullend 100 gulden voor meewerkend personeel dat ook als een factor van vermogen werd beschouwd. In 1758 komt Berent Smelt niet voor. In dat jaar worden alleen de vermogens boven 500 gulden geregistreerd (bron: 1000e penningkohier 1751; Statenarchief van Overijssel inv. nr. 2556).
Op 28-12-1755 wordt door Jannes Berends [Holland] en Janna Jansen [Grobben] een transportacte opgemaakt van een eerder plaatsgevonden (10-03-1754?) verkoop voor 200 car. guldens van 2 dagwerk hooiland aan Jennigjen Hendriks wed. van Berent Smelt. (bron: archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2675) |
|