TERUG NAAR START
Jan Harmsen Smelt
GeslachtMan
Leeftijd> 45 jaar
 
Geboren1670teVriezenveen
Overleden> 1715teVriezenveen
Vader Hermen Pouwels [Smelt]
 Geboren ± 1630
 Overleden < 1686
Moeder Aeltien Berents
 Geboren ± 1632
 Overleden > 25-10-1658
Broer  Berent Hermsen *1659
 
Huwelijk < 1700
 
metAnneken Arents
 Geboren± 1670
 Overleden> 1714
 
Notities persoonkoopman (?) en tapper. Vermoedelijk woonde het echtpaar op het uiterste puntje van het Westeinde. Uit een hypotheekakte uit 1714 van de schoonouders van Jan Smelt blijkt dat hun gronden gelegen waren tussen de landerijen van oostwaarts Frerick Hermsen en sijn broer Jan Hermsen westwaarts de erfgenamen van Berent Alberts Kremer en onverscheiden met Engbert Frerrixen Smelt. Deze locatie is te duiden aan het uiterste Westeinde op grond van de naaminformatie uit de boterpachtregisters. Jan Hermsen Smelt wordt zelf niet in de boterpachtregisters vermeld.

Jan Hermsen Smelt en zijn echtgenote Anneken Arendsen lenen op 03-01-1700 205 gulden van het echtpaar Hendrik Jansen Cluppels en Jenneken Freriks [Smelt]; onderpand is een halve akker woestenland op de Westerwoesten gelegen tussen het land van de wed. Henrick Coertsen c.s. westwaarts en oostwaarts Jan Berendsen Kruijs. Als medeeigenaar (?) van de halve akker woestenland wordt genoemd [broer?] Berent Hermsen Smelt (bron: Archief Schoutamt Vriezenveen, inv. nr. 2673). (bron: Archief Schoutamt Vriezenveen, inv. nr. 2673).
Op 28-02-1702 verkoopt Anna Arents mede als gevolmachtigde van haar man Jan Hermsen [Smelt] een halve akker woestenland in de Westerwoesten, dit stuk land is gemeenschappelijk bezit met (broer?) Berent Hermsen Smelt en wordt voor het aandeel van Anna Arends en Jan Hermsen verkocht aan Hendrik Jansen Cluppels en Jennigje Freriks [Smelt](bron: Archief Schoutamt Vriezenveen, inv. nr. 2673 foto 037).

Jan Hermsen Smelt is een getuige in 1711 als er geschil is over het eigendom van het superplus (een stuk land oostelijk van Vriezenveen, dichtbij Geesteren). Jan Hermsen Smelt verklaart daarbij "omtrent 41 jaeren oud te zijn. (Archief Huize Almelo inv. nr. 1491).

Op 24 maart 1714 verschijnen voor het schoutengericht Arend Harmsen en zijn schoonzoon Jan Harmsen Smelt die beslag laten leggen op de inboedel van Berend Harmsen Smelt vanwege de schuld van 11 gulden en 14 stuivers vanwege de in het jaar 1705 bij het hooien genuttigde en gehaalde bieren (bron: archief Schoutambt Vriezenveen inv. nr. 22).
Ook wordt er een schuld vermeld uit het jaar 1712 van 13 gulden 8 stuivers en 13 penningen eveneens vanwege geleverde bieren bij het hooien op de westerwoesten. Deze kwestie speelde eveneens voor het schoutengericht in 1714. Hoewel Jan Harmsen en diens vrouw Aaltje Wolters het niet eens waren met de schuldverklaring, werd Aaltje Wolters [Smit] uiteindelijk tot betaling van de schuld en de proceskosten veroordeeld. Echter de zaak blijkt later toch nog niet beeindigd.
Er wordt vermeld dat Arend Harmsen met zijn vrouw en zijn dochter een tapperij aan het Westeinde hadden. Kennelijk huwde Jan Harmsen Smelt in op dit erf. Zie transcriptie hieronder:

Op 28-4-1714
Compareert, Jan Harmsen Smelt en sijn Huijsvrouwe Anneken Arentsen marito turtore, naemens haar vader Arent Hermsen daar voor, voor soo verre nodigh de rato caverende geassisteert met Docter Liens, en doen seggen op de temaste(?) en ongefundeerde pant keeringe van Aeltjen Wolters huijsvrouw van Berent Harmsen Smelt dat wereldt kundigh en niet kan worden ontkent dat heel Westeraff van het Vriesen Veen een groote streek hooilant is liggende genaamt de Woeste. Dat de meeste ingesetenen alhijr daer van een stuck hebben en ook mede Berent Harmsen Smelt en sijn huijsvrouwe. Dat dit hooijlant jaarlix te gelijcke en eenparig wert gemaeijt en gehoojt dat op soodaenen suiren arbeijdt en in de hitte de menschen tot noodigh onderhout bier en gheen water kunnen drincken. Dat Comprntn: als in contestabel geheel op het Westeijnde zijn woonende tapperie doende en jaarlix an de Maeijers en hooijers gewoon zijnde dranck te leveren en selfs een ten te in gelte hooijlant op te staan dat Berent Harmsen Smelt eenige jaaren achter maalkanderen in het voorsr hooijen sijnen behoorlijcken dranck van de Comprntn: oock heeft gekregen als dijt de nevensgaande rekeninge te sien waer van de authentificatie in bedongen wort bedraegende de Soa: salvo calculo van 13 gl: 5. str: 8 penn: het jaar van 1712; den mede ingerekent zijnde, dat sij comprnten: de neringe van haare ouders en sij Comparantinne Anneken Arentsen de leverantie en antekeninge heeft gedaan, dat oversulx sij Comprntinne: veerdigh staat dese overgelegte rekeninge met Eede tot Godt Almaghtigh te bevestigen als mede dat die Leverantie op een behoorlijcke en gene onbequaame tijt in het hoojen heeft gedaan. Waar mede het versochte bij de pantkeeringe van hun Aeltjen Wolters volkomen is voldaan en geen dispuijt meer kan overigh sijn, te meer vermits in regten de Leverantie van behoorlijck onderhout seer favorabel is et necare videatur qui alimenta denegat, vermits niemant van de wint kan leven in soo verre oock dat iemant deselve willende betwisten gehouden is te bewijsen deselve elders te hebben gekregen in conformite van het gene den Imperator van een minderjarigh kint reseribeert in L: 2 Cod: de alimenta pup: prest:
Ende sij Aeltjen Wolters tegens heden zijnde geciteert luijt relaas des onderschultes alhijr praesent, soo doende Comprntn: onder voorsr: praesentatie van Eede omni meliori modo concluderen dat sal weerden verstaan een goede pandinge te sijn gedaan, en daartegen een quaade pandtkeeringe ondernoomen met versoek van aneissinge bedingh van Contumacie onder protest van kosten ofte & Cat: Het verder versoeck dat dese kleijne saake in sittenden Gerigte ingevolge Lantr: en nieuwe reglement mooge werden affgehandelt tegens alle dilaejen ten Eerlijcksten protesterende. En vermits Comprntn: van gene het minste uijtstel eenige schijn van kennisse gegeven soo doen Comprntn: mede ten cragtigsten over dese daeges kosten in val van onvermoedelijck uijtstel protesteren alsmede den denegata justitia in val van non ad judicatie ingevolge Nieuwe Reglement.
Decretum.
Het Edele Gerigte verstaat met approbatie van sijn Hoog: Graaffl: Excellentie om datter vermits gene insinuatie an Parthijen gedaan soo wort Aeltjen Wolters huijsvrouwe van Berent Harmsen Smelt in dese daeges kosten gecondemneert en de saake saake ten Principaalen in statu quo te verblijven volgens appojnetement van sijn HoogGraaffl: Excellentie. (bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 22).


Op 12 mei 1714 is Jan afwezig, vermoedelijk was hij koopman, ook op 2 juni 1714 vertoeft Jan Harmsen Smelt volgens de verslagen van het schoutengericht elders en wel in het land van Vollenhove.
Op 23 juni loopt de zaak nog steeds voor het schoutengericht. Er wordt door Aaltje Wolters voor het gericht onder ede een tegenrekening opgemaakt die als volgt luidt:
-wegens den 50e penn: van het buijten van hoijlant en daar over gedaene verteringe 5,-
-nogh wegens een toebaxdose met zilver beslaegen op de doose silver wederom 6,-
-nogh voor drie gansen 1-10
-nogh voor seven gansen 2-2
-noch voor turfvaeren 3,-
-noch voor vaaren van hoij uijt ’t water =-10-
-noch voor helpen bouwen =-12-
-nogh voor het vaeren nae Zwolle naer dat daar van 15 str sijn gedecorteert =15-
-noch voor peerde huijr naer Almelo 1-4-
Totaal: 21 gulden en 4 stuivers.
Hierop te decorteren 6 str. soo an Berent Harms Smelt souden zijn vereert ofte gelangt.
Resteert een schuld van 20 gulden en 18 stuivers.
Voorts hebben Arent Harmsen (schoonvader van Jan Harmsen Smelt) en Jan Harmsen Smelt hun rekening van 15 gulden en 13 stuivers hieraan gekort, evenals een rekening van 4 gulden en 2 stuivers en de resterende 1 gulden en 3 stuivers zijn tenslotte door de heren aan Aeltjen Wolters voldaan
(bron: Archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 22 zie foto 045 en 063).

Op 21 juli 1714 spreekt Claas Kruis Arent Hermsen en Jan Hermsen Smelt aan voor een schuld van 158 gulden en 14 stuivers vanwege volgens schuldverklaring van 11 december 1713 en nog eens 10 gulden vanweg twee tonnen geleverd bier om te vertappen, geleverd op 13 januari en 15 april 1714. Uiteindelijk stelt Berend Brouwer zich borg voor de schuld (bron: Archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 22).

27-07-1714 Arent Hermsen en Elsien Joosten en Jan Harmsen Smelt en Anneken Arentsen ehelieden zijn schuldig aan Berent Brouwer en Aeltien Luiken Schol 582 caroli guldens en nog aan de moeder Geesje Coerts 117 kar. guldens onder hypotheek van hun huis en hierachterliggende gaarden, gelegen in zijn koeweiden, oostwaarts Frerick Hermsen en sijn broer Jan Hermsen westwaarts de erfgenamen van Berent Alberts Kremer en onverscheiden met Engbert Frerrixen Smelt (bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2673).
Notities geboorteJann Hermsen Smelt verklaart in 1711 oud te zijn omtrent 41 jaar (bron: AHA inv. nr. 1491 foto 296).
Notities overlijdennog vermeld in het verpondingsregister van restanten als Smelt naast Arent Hermsen in 1715 (Statenarchief van Overijssel inv. nr. 2500).