Notities persoon | landbouwer en varkenskoopman, bewoonde het erf Westeinde 200 (huidige nummering); zie Ken uw dorp en heb het lief, blz. 197. Het omvatte 4 akkers (boterpachtregister 1755). Ook wel Olde genoemd. in 1722 laten Gerrit Freriks en Metjen Warners een dochter Grietje dopen, vernoemd naar de grootmoeder Grietje Toutertjen. Rond 1729 speelt er een rechtzaak tussen hem en Aaltje Berends en Arent Waanders in de stukken wordt Gerrit Fredriks genoemd als de zwager van Arend Waanders (bron: AHA inv. nr. 2967). Arent Waanders was de buurman van Gerrit Fredriks en was dus de broer van Metjen Warners.
Er zijn 2 Gerrit Freriksen die volgens de belastingkohieren na elkaar worden vermeld. Het zijn geen directe verwanten van elkaar. In het hoofdgeldkohier van 1723 wordt Gerrit vermeld als Jan Waanders Gerrit. Kennelijk is hier sprake van een bijnaam, soortgelijk aan Jan Butens bij de Berkhofsfamilie. Jan Waanders ofwel Jan Warners was namelijk de grootvader van Gerrit Fredriks die zich naast de familienaam Waanders ook wel Olde noemde. In het dienstboden belastingkohier van 1734 en 1735 staat deze Gerrit Freriks vermeld onder de naam Gerrit Frericks Olde. Dit om hem kennelijk te onderscheiden van de gelijknamige buurman die inwonend was bij zijn broer Jan Fredriks, die gehuwd was met Janna Winter. De naam Olde komt van zijn moeders familie. In het verpondingsregister van 1739 staan beide Gerrit Fredriks achter elkaar vermeld. In het verpondingsregister van 1744 staat Gerrit Freriks Olde nog vermeld. In 1745 staat vermeld de wed. Gerrit Fredriks. In het verpondingsregister van 1744 staat Gerrit Freriks Olde nog vermeld. In 1745 staat vermeld de wed. Gerrit Fredriks. In het boterpachtregister van 1736 voor het eerst genoemd. In de boterpachtkohieren met de naam "Gerrit Freriks Waanders" (1736) aangeduid. Zijn erf is afkomstig van een deel van het erf van buurman Arent Waanders die in 1733 nog zo´n 8 akkers land bezat, maar in 1736 nog slechts 3 1/2 akker over heeft; de rest (4 akkers) is eigendom geworden van Gerrit Frederix Waanders vanwege diens eerste huwelijk met Metjen Warners of Waanders een zuster van Arent Waanders. Met de volkstelling van 1748 staat het gezin als volgt vermeld: Gerrit Frederiks + wed. Gerrit Frederiks kinderen boven 10 jaar: Frerik Gerritsen, Albert Gerritsen, Mannes Gerritsen, Claes Gerritsen.
Gerrit Frericks moet niet verward worden met 2 naamgenoten aan het Westeinde in deze tijd.
15 okt. 1736 Gericht Hardenberg Verschenen proc. Nic. Harwig als gevolm. 1.Van de kinderen en erfgenamen van Kunnegjen Freriks, te weten, Garrijt Frericks, Frerick Freriks, Metjen Freriks, geassisteerd met Albert Jonker als hun voogd, momber, voorts Berent Berentsen Boer gehuwd met Janna Frericks en Jan Hendriks van Olde en Garrijt Frericks als mombaren over de onmondige kinderen van Berent Jansen en wijlen Henrikjen Freriks. Hoe dat wijlen Jan Freriks gewesen burgemeester van den Hardenberg 3 staken van erfgenamen heeft nagelaten nl Kunnegien Freriks op het Vrieseveen, en nu haar kinderen en erfgenamen en 2.De kinderen van Henrick Frericks van Olde 3. En Frerick Jaspers van Olde en diens broer wijlen Henrik Jaspers van Olde Deze erfgenamen en tevens de erfgenamen van de vrouw van Jan Freriks hebben verkocht op 20 mei 1721 de immobile goederen van de nalatenschap gelegen vnl in het schoutengericht van Hardenberg en dat Henrick Jaspers van Olde op 26 maart koper is geworden van 4 percelen land, nl. een stuk op de Hagenkamp naast dat van Berent Jansen groot ongeveer 4 schepel voor 270 gulden van 21 stv. Nog een stuk zaailand van 4 schepel voor 290 guldens en een gaarden gelegen aan de Palsertkamp voor 145 gld. en de hoff bij den Daaler hekke voor 131 gld., voorts op den 20 mei koper geworden van het erve Koninks gelegen in de buurtschap Baelder, door Jan Roelofs als meier gebruikt, en daarbij de koeweiden door dezelfde meier gebruikt voor de som van 2880 gulden. Ten tweede van een tiende uit het halve Oude Waterink tot Burcht voor 801 gld., ten 3e 2 dagwerken hooiland op het Baalder voor 416 gld., ten 4e nog 2 dagwerken aldaar voor 413 gld. Ten 5e 2 dagwerken hooiland bij Hanerinks Manshuis voor 531 gld. en een dagwerk hooiland gelegen tot Losen bij de Sweijssenmaete, door Jan Roelofs gebruikt, voor 241 gld., ten 7e 2 dagwerken hooiland onder de stad voor 406 gld en ten 8e een dagwerk in de Leege Cruistebrink voor 305 gld. Kooppeningen zijn deels Henrick Jaspers van Olde niet betaald. Resteert een somma van 791 gld 13 stv en 12 pen. Derhalve eisen de erven verkoop van enkele van de goederen om het restant te innen, te weten erve Koninks te Lage bewoond door Harman Graman en 4 dagwerk in ´t Baalder Hag en een dagwerk bij de Swissen maete voorts de tiende tot Burcht, etc. (Toegang 55.2.1 inv. Nr. 35 Historisch Centrum Overijssel).
29- 4-1737 verschenen Frerik Freriks mede voor zijn broer Gerrit Freriks en zuster Metjen Freriks en Berent Boer als getrouwd aan Janna Freriks geassisteerd door proc. Harwig te samen erfgen. van wijlen Frerick Jansen en Kunnigjen Freriks dat vanwege Harmen Graman en nu diens weduwe 5/6 deel van het erve Konink en de onderhavige landerijen het Baelder Hag hieronder begrepen, kennelijk nog steeds geld eisend voor deze goederen in verband met de familieerfrechtkwestie inzake hun oom Jan Frericks van Olde (Toegang 55.2.1 inv. Nr. 35 Historisch Centrum Overijssel).
18 febr. 1741 Gerrit Fredriks en Fredrik Fredriks geciteerd zijnde als gewezen maatschappen inzake koopmanschap met Derk Ruben. het gaat om het verwisselen van geld door gemelde Ruben uit naam van Berent Wolters Capitein en de erfgenaam van Harmen Hansen Brouwer. Fredrik Hendriks van Olden hoorde destijds mede bij de maatschap. Ook hij wordt mede aansprakelijk gesteld voor een te vereffenen schuld van 245 gulden.(bron: archief Scha vrv inv.nr. 26; 20081230d_052_20081230e_109,116).
Op 05-01-1746 verklaart Janna Berens, wed. van Garrijt Freriks voor haar zelf en als wettige voogdesse voor haar minderjarige kinderen onder assistentie van Fredrik Fredriks, haar zwager, 132 gulden schuldig te wezen aan de edele Gerrit Ruiter. (bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2675).
In 1751 staat in het register van de 1.000e penning vermeld de wed. Gerrit Freriks met een vermogen van 200 gulden. Hiermee had deze familie heel wat minder vermogen dan broer Frerik Freriks Waanders, die in 1751 over een vermogen van 1.000 gulden beschikte, een kapitaal dat de familie had verworven door de varkenshandel.
In het boterpachtregister van 1758 staat vermeld: wed. Gerrit Fredrix Waanders. De naam Waanders komt ook terug in het belastingregister op het geslacht van 1750.
In een register van achterstallige boterpachtschulden (AHA 1681:map 9-7-2004 foto 065) blijkt dat de weduwe Gerrit Freriks Waanders een behoorlijke boterpachtschuld heeft opgebouwd. Over de jaren 1747 tot en met 1757 is ze nog 144 (!) pond boter verschuldigd. Op 2 september 1758 heeft Waender Berents Sijmen de schuld overgenomen en betaal hiervoor 42 guldens en 4 stuivers en daarboven nog een boete van 7 gulden om de schuld te vereffenen.
Op 15-01-1757 verklaart Janna Berens wed. van Gerrijt Freriks, onder assistentie van Willem van Dijk, geleend te hebben van Jannes Lambers en Berendina Feijer 500 car. guldens (archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2657). | Notities overlijden | in het hoofdgeldkohier van 1744 staat vermeld de weduwe Gerrit Fredriks. Ze wordt aangeslagen voor 1 persoon (14 stuivers). dat is een behoorlijke aanslag. |
|