Notities persoon | bewoonde een erf van bijna 7 akkers groot in de buurt van de kerk aan het Westeinde, was een erg welgesteld persoon. Hij had volgens het kohier van de 1.000e penning uit 1694 2000 gulden en in 1715 een vermogen van 3900 gulden en daarmee was hij de meest vermogende persoon van het Westeinde in dat jaar. In het Oosteinde waren 3 dorpsgenoten met meer vermogen. Vermoedelijk hebben we hier met een koopman van allure te maken. Dan zal hij waarschijnlijk varkenskoopman zijn geweest, evenals zijn zoon Frerik Freriks en de familie d’ Olde waar hij ingehuwd was.
Opvallend is dat de dopen van zijn kinderen niet traceerbaar zijn, de familie was katholiek. Aangezien 2 zonen van Fredrik de katholieke gezindte aanhangen zal ook Fredrik katholiek zijn geweest.
In 1713 treedt Frerik Jansen voor het schoutengericht op als voogd over de onmondige kinderen van zwager Jasper Frerix (voormalig schout van Vriezenveen) (bron: archief Schoutambt Vriezenveen inv. nr. 22 d.d.13-05-1713).
Op 20 januari 1714 compareert Frerik Jansen, als voogd van het minderjarige kind van Jasper Fredriks, met zijn advocaat dr. Liens om voor het gericht te dagen Jan Henrixen Olde en zijn echtgenote Berendje Heijneman vanwege een schuldbedrag van 800 gulden waarvan slechts 285 gulden aanbetaald was en 300 gulden door Pieter Harwigh was aangemomen, maakt in totaal 585 gulden, zodat nog resteert om te betalen 215 caroli guldens. Burgemeester Albert Smit heeft ook met de kwestie te maken. (bron: Archief Schoutambt vrv inv.nr. 22 foto 015).
Treedt in 1719 als Fredrik Jansen of Waanders (samen met Evert Hermsen Coster) op als de voogd van Janna Kosters (de onnozele dochter van wijlen Lucas Hermsen Koster) in een financieel dispuut tussen Hendrik Spijker en de Kostersfamilie. Voogden waren veelal verwanten Frederik Jansen was een aangetrouwde neef van Lucas Hermsen Kosteren, laatstgenoemde was gehuwd met een dochter van Otto Fredriks en dat was een broer van zijn schoonmoeder Aaltje Fredriks. Bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 23.
Op 22-03-1719 verkoopt Gerrit Hermsen Smelt zijn aandeel in een vierendeel woestenland (4 akkers) aan de schout. Het land was gelegen op de Wester woesten en werd gemeenschappelijk bezeten met Frerik Jansen Waanders, Jan Gerritsen Smelt en Gerrit Faijer. Ook werd nog een gaarden verkocht die gelegen was in de landerijen van kerkmeester Jan Henriksen Bourman en Jan Alberts. De verkoopprijs was 125 gulden. (archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2674).
Op 10 maart 1725 worden goederen van Evert Hermsen Coster en Aaltje Gerritsen vanwege schulden op verzoek van Henrik Jansen Kluppels (vordering 121 gld 10 st) , Gerrit Roelofs (vordering 200 gld ), Jan Prinsen (vordering 70 gld) en Kunnegien Frerik wed. van Frerik Jansen (vordering 100 gld en enige jaren intrest) en Roelof Jaspers Smelt (vordering 105 gld en 7 jaar intrest), pr. Harwig wegens gehaalde winkelwaren de somma van 6 gld 12 st en 14 penn. publiekelijk verkocht (bron: archief schoutambt Vr. veen inv. nr. 24 foto 114). |
|