TERUG NAAR START
Gerrit Henrix Winter
GeslachtMan
Leeftijd< 66 jaar
 
Geboren± 1630teVriezenveen
Overleden< 1696teVriezenveen
Vader Hendrick Geerts Winter
 Geboren ± 1615
 Overleden 1677
Zus  Geertje Henrix
 
RelatieGeen 
Kinderen  Berend Gerrits
Hendrick Gerrits
Mettjen Gerrits
Jenneken Gerrits
Notities persoonVanaf 1658 in de boterpachtkohieren genoemd; wordt nog in het boterpachtregister van 1694 genoemd, heeft een erf aan het Westeinde (in de buurt van nummer 412), bijna 6 akkers groot.
In 1683 verwerft Gerrit 1/2 akker uit de boedel van Otto Frerix (schout van Vriezenveen) verworven en 1/4 akker van de wed. Otto Jansen. Verwantschap met de schout Otto Fredriks lijkt hier een rol te spelen. Waarschijnlijk was Gerrit Winter met de dochter van Otto Frerix getrouwd. In 1689 lijkt ook de weduwe van Otto Frerix overleden. Anderen die dan een halve akker uit de boedel verwerven zijn de schout Berent Brouwer (1/2 akker), een zekere Berent Jansen, ook 1/2 akker en het merendeel gaat naar de (nieuwe) schout Luix Hermsen, die het voormalige erf van Otto Frerix op het Midden (Westeinde) betrekt. Hij was met zekerheid een schoonzoon van Otto Frerix.

Het erf omvatte 5 1/2 akkers land. Gerrit Hendrix Winter leeft in 1694 nog bij de ondertrouw van zijn dochter Jenneken op 11 juli van dat jaar met Gerrijt Janssen. Ik vermoed dat deze Gerrit (getrouwd met Jenneken Winter) zich zelf met de naam Winter is gaan benoemen en het erf heeft overgenomen na het huwelijk, dit sluit ook aardig aan bij zijn huwelijk in 1694. Mogelijk dat Gerrit Jansen met een vermogen van 1.000 gulden identiek is aan de schoonzoon van Gerrit Henrix Winter, die rond die tijd het erf moet hebben overgenomen. In 1696 bezit Gerrit Jansen Winter namelijk het goed (maar ook in het boterpachtregister van 1693 stond hij al een keer vermeld).

In 1675 wordt Gerrit Winter in het register van de 500 penninck aangeslagen voor 2 gulden, uitgaande van het begrip 500e penning, zou hij dus een vermogen aan onroerende goederen van 1.000 gulden moeten hebben gehad, waarmee hij tot de elite van het dorp in die tijd behoorde. Er was ook nog een zekere Jan Freriks Winter die aan het deel van het Oosteinde woonde dichtbij het midden, (waarschijnlijk een neef van Gerrit) die ook tot de 29 belastingplichtige Vriezenveners behoorde en nog meer eigendom had nl. 1.500 gulden; hij werd aangeslagen voor 3 gulden.

In 1735 is een zekere Gerrit Jansen (en gezien het grote tijdsverloop zal dit mogelijk niet dezelfde zijn als eerder genoemde Gerrit Jansen Winter) eigenaar van het goed en heel opmerkelijk in 1779 is weer een Winter eigenaar van het goed en wel Berent Winter, afkomstig van het Oosteinde, die in 1767 huwde met Jenneken Gerrits, dochter van ook al weer een Gerrit Jansen en mogelijk is deze identiek aan de Gerrit Jansen in het boterpachtkohier vanaf 1735. De familie Winter is een complexe familie.