Notities persoon | Woonde in de buurt van het bekende Wintererf (Westeinde 412 huidige nummering). Zie hiervoor Herman Jansen in Ken uw dorp en heb het lief (blz. 229). Van Hendrick is geen huwelijk te vinden in huwelijksregister van de hervormde kerk te Vriezenveen. Wordt vanaf 1704 genoemd in de boterpachtregisters als opvolger van Berent Roelofs Winter (een broer van Aaltje Janssens eerste man Hendrik Roelofs Winter?) heeft dan 4 akkers land.
9-1-1702 lenen Berent Otten en Stijne Janssen 250 gulden van Henrik Gerritsen Winter en Aaltje Teunis (bron: Archief Schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2673)
Zoon Gerrit Winter (o.a. in 1752 schout van beroep) en zijn vrouw Gezina Egbertsen (Raphuijs), bewonen later het erf (1748) er is dan ook een dienstbode in de huishouding, zij heet Maria Harmsen. In 1763 bewoont Gerrit Hendrix Winter het goed nog steeds (bron: boterpachtregisters).
Volgens de registers van de 1.000e penning zat Hendrik Winter er warmpjes bij. In 1717 wordt zijn vermogen geschat op 2500 gulden, in 1734 en 1739 is dit nog steeds een aanzienlijke 1800 gulden. Zoon Gerrits vermogen wordt in 1751 geschat op 1300 gulden.
NB. Volgens Herman Jansen (in Ken uw dorp en heb het lief, blz.233 is Gerrit Frederiks Winter o.a. gehuwd met Johanna van Olde schout van Vriezenveen geweest. Deze conclusie is onjuist. Uit het boterpachtregister van 1755 blijkt dat het Gerrit Hendriks Winter moet zijn geweest, hij staat nl vermeld als " dĀ“oud scholte Gerrit Henderix Winter" .
Henrick Gerrits Winter is getuige op 25 februari 1712 in het proces tussen Jan Smelt en de Heer van Almelo. Getuige verklaart dan 57 jaar oud te zijn en niet verwant te zijn aan Jan Smelt (bron: stadsarchief Deventer, toegang 691, inventarisnummer 743A, aanvraagnummer 22575).
akte van verkoop land door o.a. de weduwe van Hendrik Winter op 5-8-1746 (archief familie Schipper) | Notities overlijden | rond 1736 is de naam van Hendrick Winter in de diverse belastingregisters verdwenen, oa belasting op dienstboden en belasting op het geslacht. |
|