TERUG NAAR START
Berent Hendriks Berckhoff (ook Berchof en Barchof)
berentberckhof23mei1690_ahainvnr1268_113.jpg  
GeslachtMan
Leeftijd> 62 jaar
 
Geboren± 1640teVriezenveen
Overleden> 1702teVriezenveen
Vader Hendrick Berentsen Berkhoff
 Geboren 1614
 Overleden ± 1680
Moeder Janna N.N.
 Geboren ± 1620
 Overleden > 10-6-1645
Broer  Jasper Hendriks *± 1650
 
RelatieGeen 
Kinderen  N.N. Berents
Jan Berends
Notities persoonlandbouwer, kooiker (1676-1684) en turfgraver. Kooiker van de Ooster Kooij van 1679-1683. Wordt vanaf 1670 in de boterpachtregisters genoemd tot 1696. Bewoonde een erf aan het puntje van de dorpstraat Oosteinde (nr.409 of 393); wordt altijd als tweede op de boterpachtlijst van het Oosteinde genoemd. Hij had een een vierakkerstuk. Vanaf 1701 wordt zijn zoon Jan Berents Berkhoff genoemd als eigenaar van het vierakkerstuk. Was daarnaast huurder van de zogenaamde Plaijlanden.
Kerkmeester 1688-1689.

Berent Hendriks Berckhof is het meest waarschijnlijk identiek aan Berent Barckhof genoemd in het register van de 500e penning uit 1675 (Statenarchief nr. 2681). Daarin wordt hij aangeslagen voor 2 gulden. Dit betekent dat zijn vermogen rond 1000 gulden moet hebben bedragen en dat was aanzienlijk voor die tijd, daarmee behoorde hij tot een kleine groep van rijke Vriezenveners die voor deze belasting werd aangeslagen.

In 1679 krijgt [Berent Hendriks] Berckhoff een vergoeding van de Heer van Almelo van 120 gulden vanwege " ’t bedienen van die Kooi". In datzelfde jaar betaalt Berckhoff 56 gulden voor pacht [van de Plaijlanden] (bron AHA inv. nr. 967 foto 586)
Hiervoor betaalde hij een jaarlijkse huur voor van 70 Karoli guldens van 1661-1672 (bron AHA inv. nr. 965-969). In 1674 werd het pachtbedrag opnieuw vastgesteld en wel op 56 gulden. Aangezien de vermelding alleen Berckhoff is in de landerijentregisters is het niet mogelijk vast te stellen wanneer de overdracht van dit gehuurde land van vader op zoon plaatsvond. (bron: AHA inv.nr. 1267). In 1690 betaalde hij de huur met 2 dagwerk turf ter waarde van 12 gulden (bron: AHA inv.nr. 1268). Dit land werd volgens mij voor turfwinning gebruikt en het lijkt erop dat de winning ervan steeds minder opleverde waardoor de jaarlijkse pachtsom steeds naar beneden toe werd bijgesteld. Was turfleverancier aan Huize Almelo. In de boterpachtregisters van 1686 en 1687 staat dat hij zijn boterpacht met turf betaalde en in 1689 met een rekening d.d. 13-08-1691. Deze rekening is bewaard gebleven (inv. nr. AHA 1268). Uit de rekening blijkt dat Berent turf had geleverd aan Huize Almelo ter waarde van 47 gulden en wel over de jaren 1687,1688 en 1689. Tevens had Berent een koetspaard aan de Heer van Almelo verkocht voor 65 gulden d.d. 13-08-1691. De rekening werd deels betaald door hierop boterpachtverplichtingen over de jaren 1687-1690 in mindering te brengen, evenals een boete van 2 guldens en 2 stuivers die de zoon van Berent had opgelopen door een vechtpartij met de zoon van Geert Luickes (zie hiervoor ook het breukregister AHA inv. nr. 3245). Een deel werd ook in contanten voldaan door de Heer van Almelo. De eindafrekeing vond plaats op 13-08-1691. De bewaard gebleven rekening is erg belangrijk, omdat met deze rekening een link gelegd wordt met de boterpachtregisters, waardoor duidelijk is dat Berent Hendriks de pachter is van de Plaijlanden en door zijn handtekeningen bij de rekening is ook de link te leggen naar de belastingregisters van 1694 (zoutgeld en kohier van de 1.000e penning) en kan geconcludeerd worden dat hij een bestuurlijke functie vervulde, aangezien hij deze belastingregisters ondertekende. De handtekening onder deze belastingregisters stemt namelijk overeen met die van de in het archief aangetroffen rekening.

In de rentmeesterboeken van Huize Almelo over het boekjaar 1686 is een lening van Berent Berckhoff aan de Heer van Almelo traceerbaar:
den 9 dito [oktob. 1687] tot Zutphen an Mr. Bruijn secret van de Heere van Rossum bet. in minderinge van des selfs competerende interee bet. seven hondert en tijn gl. L. Q. No. 35 f 310- [In de kanlijn staat verder nog] Na hier toe van Berckhoff genegotieert 400 guld.dus pro memoria waer voor den Pleij in het gebruick heeft (bron: AHA inv. nr. 975, foto 3511).
Elders in de kasboeken van Huize Aklmelo valt te lezen dat de lening aan de Heer van Almelo zefs 800 gulden moet zijn geweest en voor de rente van 6% die de Heer van Almelo aan Berckhoff moest betalen, pachtte Berckhoff de Plaijlanden, waardoor hij geen pachtgelden hoefde te betalen voor dit gote stuk land, waar turf gewonnen kon worden.) zie oa. AHA inv. nr. 1022 foto nr. 2253).

Berent Berckhoff schrijft zijn handtekening consequent zonder de letter k, als Berchof of als Barchof. Ondertekent het register van de 1.000e penning van 1694 bijvoorbeeld als "barchof". Dat betekent dat hij in 1694 een bestuurlijke functie zal hebben gehad. Er zijn veel handtekeningen van hem bewaard gebleven.
Is meest waarschijnlijk kerkmeester van Vriezenveen geweest (o.a. 1688). Is op 24-4-1692 assesor (bijzitter) in een rechtzaak voor het hooggericht (HAA inv. nr. 3097). In het register van de 1000e penning van 1694 wordt Berent vermeld met een vermogen van 600 gulden.

Doet 13-1-1677 opsage van de penningen welke uitstaan bij Derk Grubben. Het betreft penningen die zijn vader Hendrik Berents uit had staan (1645) en hij kennelijk geërfd had. Uitstaande leningen konden, afhankelijk van de in een hypotheekakte opgenomen bepalingen, worden opgevraagd door de erfgenamen bij overlijden van de leningverstrekker.
Bron Rechtsprotocollen Stad Almelo nr. 2629.

-22 april 1694 verklaart rentmeester Boom van Huize Almelo dat hij de 9 gulden die Berent Berckhoff sinds 4 oktober 1692 tegoed had van Huize Almelo vanwege geleverde turf in aftrek brengt op de pacht van Egbert de Koijker. Berent Berckhoff ondertekent de quitantie met “berent barchof” (987 AHA foto 1643).

Wordt op 7-9-1696 samen met Berent Jansen Brouwer gearresteerd door Otto Frederix, de schout van Vriezenveen, op verzoek van Geert Roeberinck van Geesteren vanwege illegaal gemaaid boekweit (HAA inv. nr.3211). Zie ook inv. nr. 3228.

Op 9-5-1701 kopen Hermen Berends, Fenne Geertsen, wed. Coert Berents, Berent Berents Hollander, Jan Berents Krull en Gerrit Gerrits Vos een stuk hooiland, 24 daghwerk groot, genaamd de Plaay (ook Plaij) tot aan de Blanke Meer, zoals Berent Berkhof deze lange tijd in gebruik of pacht heeft gehad (bron: archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2673).

28-11-1701 verkoop door Berent Berckhoff van een gaarden van deze weg tot aan de waterleijdijck, oostert Jan Berents, westert Herman Berckhoff verkocht aan Geert Vrijlinck en Eefse Luix (bron: archief schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2673 foto 026).

In het rentmeestersboek van Huize Almelo zit een rekening, gedateerd 25 mei 1702 van 12 guldens en 10 stuivers die zijn verschoten door rentmeester Boom vanwege een conflict over een opweg tussen Berckhof en den Hollander (bron: AHA inv. nr. 991 foto 975). Berent lijkt toen dus nog in leven geweest te zijn. Hij wordt in de archieven van HUize Almelo kortweg als Berckhof of Berckhoff aangeduid.
ook op 9 juli 1700 staat al een afrekening vermeld in de kleine afrekenadminstratie van rentmeester Boom, ten bedrage van 2 guldens en 4 stuivers inzake "nar het Vriesenvene geweest over den questie van den opwegh van den plaij nar het veene, verteert met wagen en peerden f 2-4-,, " (bron: AHA inv. nr.990, foto 2171). en in 1701 staat vermeld: "Julij den 25 in saken van den opwegh tot den Plaij met het gerichte van het Veene verteert f 1-12-,, "(bron: AHA inv. nr.990, foto 2181)

(copyright Erik Berkhof, Onweersberkhof.com)
Notities overlijdenOp 18 sept. 1696 worden Berent Henderix Barckhoff en Berent Jansen Brouwer gearresteerd op verzoek van Geert Roeberinck vanwege het illegaal maaien van boekweit op het veen van Geesteren. Berckhoff zou een verklaring van schuld hebben getekend, maar Brouwer weigerde dit. de akte wordt ondertekend door "Hendric Arentsen en Hendrijc Arents karckmester" (bron: AHA 3211 foto 043).