Notities persoon | in het zoutgeldkohier van 1702 komt de 2e echtgenoot van Aaltje, Claas Hendriks met een aanslag van 12 stuivers heel aardig uit de bus qua welstand. Ook genoemd Alle Gers (Belastingkohier op het geslacht 1707) en Koppes Ale (verponding 1719). In de verponding van 1723 vermeld als Aale Geers met een aanzienlijke aanslag, 8 stuivers voor de contributie en 1 gulden en 18 stuivers voor de contributie.
Op 05-02-1727 benoemt Aaltie Gerritsen, de moeder van de dan reeds overleden Jenneken Coops de kinderen van haar overleden dochter Jenne ’om bijzondere redenen" tot enig en universeel erfgenaam. Ze worden met name genoemd, het zijn Coops, Hinrik en Klaass Hinrixen. Kennelijk is Klasina/Clasijntje jeugdig overleden. Dochter Grietje, gehuwd met Willem Jansen Post worden 200 gulden kwijtgescholden die ten laste van dit echtpaar staat (100 gulden van voor de meting (?) en 100 gulden aan krediet ten laste van Willem Post. De reden dat de kinderen van Jenneken tot universeel erfgenaam zijn benoemd is als volgt in het testament verwoord: "uijt consideratie om dat de overledene dogter Jenne en haar man Arent Hinrixen 10 iaaren gedient heeft en al haar werck gedaan heeft sonder een pennink daer voor te genieten. Alsoo ook de soone Koobes die mede 16 iaaren heeft gedient ook sonder een duijt loon daarvoor te trekken". Verder legateert ze aan de zoon Klaas 30 car. guldens (of dit haar zoon of de kleinzoon is, blijft onduidelijk). Aan dochter Griete legateert ze twee uitstaande kredieten, één van 50 gulden aan Jan Hoogen en 30 gulden aan Jan Boesken. Archief Schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2674.
Ondanks de erfenis die naar de kinderen van schoonzoon Arent Hendriks gaat, is de volgende bewoner Willem Jansen Evertman, de andere schoonzoon (bron: boteropachtregisters. Of hij deze landerijen heeft gekocht van de kinderen van Arent hendriks is onduidelijk. Mogelijk had hij de landerijen al eerder uit de boedel van zijn schoonouders verworven en waren ze geen deel van de erfenis van Aaltje ten Cate. |
|