Notities persoon | koopman (?) en landbouwer. Bewoonde het erf van zijn schoonvader Hermen Berkhoff (Oosteinde 407 huidige nummering). Wordt vanaf 1713 in de boterpachtkohieren genoemd. Het betreft een goed van 4 ½ akkers. In het boterpachtkohier over het jaar 1736 wordt de weduwe "Derk Janse Fayer" als eigenaresse genoemd van het goed. In het hoofdgeldkohier van 1737 wordt "Derk Feijer" echter nog wel genoemd, "hij" wordt dan aangeslagen voor 3 personen en moet 1,50 betalen, met 50 cent p.p. ligt hij wat boven het gemiddelde voor het Oosteinde (0,46).
Zijn vermogen werd in 1715 geschat op 800 gulden, in 1734 eveneens 800 gulden en in 1739 op 600 gulden (bron: 1000e penningkohier 1734/39; Statenarchief van Overijssel inv. nr. 2553/2550). Derk behoorde daarmee niet tot de allerrijksten, maar gold toch zeker als een welgesteld persoon.
Op 6-1-1714 is er een kwestie tussen Hermen Berkhoff en zijn schoonzoon Derk Faijer over 40 pond spek, 8 pond reuzel en 4 pond "gegooten ongel" waarvan Derk Faijer dacht dat hij het gekregen had, maar Hermen wilde het terugzien, omdat het volgens hem geleend was (bron: archief Schoutambt Vriezenveen inv.nr. 22).
Een zoon van Derk, Jannes (gedoopt 10-4-1719) was volgens de dorpshistoricus Herman Jansen koopman in Sint Petersburg (1749) (Bron: Ken uw dorp en heb het lief blz. 156). Hij neemt het ouderlijk erf over. Ik betwijfel het gegeven dat Jannes Faijer koopman in Sint Petersburg was. Er was namelijk nog een naamgenoot Jannes Derks, woonachtig aan het Westeinde, die zeker linnenkoopman was. Ik vermoed dat hij degene was die in Sint Petersburg was. De helft van de landerijen van het Faijerserf komt bij schoonzoon Jan Berkhof terecht, ook wel bekend als Jan Buten.
Derk Faijer wordt genoemd als schuldeiser van Willem van Oinck inzake een bedrag van 300 gulden ("van Derk Faijer genegotieerd hebbende"). Negotie staat voor verkregen gelden (bron: akten 16-4-1733 en 9-7-1733 (inv. nr. 2965 HAA). Uit andere stukken blijkt dat de schuld eigenlijk uit stond bij Willems broer Jan van Oink, maar Derk eist zijn geld terug waardoor Willems huis verkocht dreigt te moeten worden om de schulden te kunnen voldoen. Willem heeft zelf geld tegoed van zijn zuster. Derk liet het aankomen op een publieke verkoping van huis en erf van Jan van Oink om aan zijn geld te komen. Jan zocht wanhopig steun bij de Heer van Almelo om dit te voorkomen. De Heer van Almelo stak er een stokje voor en stelde dat Jan door de verkoop van zijn huis onevenredig benadeeld zou worden, hij had het geld uitstaan bij zijn eigen familie en kon dit niet direct opeisen, maar werd op termijn wel geacht het geleende terug te betalen. Derk, die geen schade zou lijden als de terugbetaling later zou plaatsvinden werd dus tot de orde geroepen door deze uitspraak, die op 18 april 1733 werd voorgelezen aan de wed. van Hermen Berkhof, dit omdat Derk niet aanwezig was (verblijf in het buitenland vanwege koopmanschap?) (bron: AHA inv. nr.2964 foto 260)
Op 21 februari 1716 treedt Derk Jansen Faijer samen met Geert Herms Holst op als voogd op van het onmondige kind Willem Roelofs inzake de verkoop van zijn moeders zaliger kleren. NB Willem Roelofs is de zoon van Roelof Willems en Armke Geerts.(bron AHA inv. nr. 2966). |
|