TERUG NAAR START
Jan Hendrik Prinsen
GeslachtMan
Leeftijd57 jaar (Gebaseerd op doopdatum)
 
Gedoopt9-9-1736teVriezenveen
Overleden20-3-1794teVriezenveen
))))))))))))
Vader Jannes Prinsen
 Geboren ± 1705
 Overleden > 1769
Moeder Hendrikje Jansen Smit
 Gedoopt 31-7-1700
 Overleden > 1771
Broer  Jan ~3-5-1733
Zus  Jenneken *1739
Halfzus  Janna ~14-5-1722
Halfbroer  Wicher ~2-2-1727
Halfzus  Hendrine ~8-3-1730
 
Kerkelijk huwelijk 22-11-1772 te Vriezenveen
 
metBerentdiena Kruijs
 Gedoopt7-11-1734
 Overleden1804
 
Notities persoonkoopman te Sint Petersburg, maar ook actief in Duitsland (oa Straatsburg, Stuttgart etc.)
zie notities bij broer Jan. Stierf kinderloos.
Op 7 oktober 1766 verklaren Jan Hendrik Prinsen en Jenneken Prinsen 850 gulden schuldig te zijn aan de koopman Jan ten Cate te Almelo, vanwege aan Jan Hendrik Prinsen geleverde en verkochte linnens en geleend geld. Volgens een kanttekening werd de schuld op 8 maart 1771 door Jan Schipper en Jenneken Prinsen afgelost (bron: archief Schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2677).

Op 08-03-1771 verkoopt Jan Hendrik Prinsen zijn huis, halve schuur en de helft van 2 akkers land aan zijn zuster Jenneken Prinsen en haar echtgenoot Jan Schipper. De koop omvat aan land 1 akker die al gemeenschappelijk eigendom is met zijn zuster Jenneken Prinsen en een halve akker en een half vierendeel (=1/8 akker) bovenwegsland op het Fluit Hermsland, van wijlen zijn vader Jannes Prinsen en moeder Henderikje Jansen Smit, die thanss nog in leven is, aangekocht op de 26e oktober 1765. De verkoopsom bedraagt 450 gulden; verder wordt ook de inboedel door jenneken gekocht voor een bedrag van 400 gulden, zodat het totaalbedrag op 850 gulden komt. Er was wel een beding, namelijk dat "de verkooper in het huis zal hebben een stede bij den heert, ligt en brant vrij, eene bequame slaepplaetse", verder komt hem zoveel ruimte toe als hij nodig heeft voor zijn spullen, zolang hij ongetrouwd blijft en verder komt hem nog toe een koe, de middelste ketel, een half dozijn hemden, een bed met toebehoren, 4 tinnen borden (telders), verder zal hij door de kopers bij ziekte worden ondersteund.
(bron: archief Schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2677).

Op 17-04-1780 maken Jan Henderik Prinsen en Berendina Kruijs hun testament. Het is een testament op langstlevende, waarbij alleen de kleding is uitgesloten. Deze gaat naar de naaste bloedverwanten. De diaconie komt 50 gulden toe, uit te keren door de langstlevende (bron: archief Schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2678).

Op 02-03-1792 maakt Jan Hendrik Prinsen een nieuw testament waarin hij verklaart dat ook de kleding aan zijn vrouw gelegateerd wordt. Alle vorige testamenten en verklaringen op dit punt worden hiermee ongedaan gemaakt (bron: archief Schoutambt Vriezenveen, inv. nr. 2680).