Notities persoon | akte van transport: 01-07-1768 verkoop aan Jaccomina Harwig van een want bouwland (gemeenschappelijk met Wolter Leenders in eigendom hebbend), gelegen in het Olde Scholsland, door Henderikjen Jansen Smit, wed. van Jannes Prinsen, geassisteerd met haar schoonzonen: Henrik Roelofs Schuurman [gehuwd met Janna Jansen] en Jan Schipper [gehuwd met Jenneken Prinsen] voor het bedrag van 67 car. guldens. -idem akte van transport: 01-07-1768 verkoop aan Wolter Leenders van een gaarden, gemeenschappelijk met Berent Prinsen, [zwager van Hendrikje Jansen Smit] in eigendom hebbend, voor 86 car. guldens (bron: archief schoutambt Vriezenveen inv. nr. 2677). -idem akte van tansport: 22-04-1769 nu geassisteerd met haar zoon Wieger Jansen en schoonzoon Henderik Roelofsen Schuurman een halve grasgaarden, gelegen in het zogenaamde Krikken Berentsland, gemeenschappelijk eigendom met de weduwe van Jan Derksen voor het bedrag van, aan Derk Jansen. | Notities geboorte | bij de doop staat vermeld: Henrikjen dochter van "Jan Smit en zijne Huisvr."
André Idzinga koppelt Hendrikje Jansen Smit aan Jan Jansen Smit en Jennigjen Martens, ook een optie.
In het zoutgeldregister van 1702 staan vermeld Jan Smitt (pauper) evenals Marten Hendrix (ook pauper), de vader van Jennigje Martens. Dat is gelijk de reden dat ik denk dat de pauper Jan Smit identiek is aan Jan Smit gehuwd met Jennigje Martens.
Gezien de rijke familie waar Hendrikje Jansen Smit mee trouwt denk ik dat ze dan ook de dochter is van Jan Engberts Smit. Overigens leeft er in deze tijd ook nog een Jan Wolters Smit (zoutgeldkohier 1702), hij is 3 gulden aan zoutgeld verschuldigd, dat is een heel groot bedrag. Als erfgenaam in 1708 wordt Hendrikje Jansen Smit echter niet vermeld, dus Jan Wolters Smit kan wat mij betreft als vaderoptie worden weggestreept. | Notities overlijden | leeft nog op 8 maart 1771, als zoon Jan Hendrik huis en haard verkoopt aan zuster Jenneken en echtgenoot Jan Prinsen. |
|