Notities persoon | ook wel Goordt of Gerrit genoemd. landbouwer, bewoonde Oosteinde 163 (huidige nummering). Dit goed was bezit van klooster Sibculo/Albergen (zie ook Ken uw dorp en heb het lief, blz. 9). Het goed omvatte 6 1/2 akker land. De rentmeesterboeken van klooster Sibculo en Albergen vermelden in 1659 de kinderen Swissen als eigenaren van het goed (inventarisnummer 3087 Satenarchief Overijssel). Een indicatie dat de opvolgers van Egbert Wissen, te weten Berent Claassen en Geert Hermsen [Smelt] getrouwd zullen zijn geweest met dochters van Egbert of Engelbert Wissen. Dat zou dan ook impliceren dat Geert Hermsen voor Frerikjen Fredriks gehuwd moet zijn geweest met een dochter van deze Engelbert. Maar ook in de oude kasboeken van het klooster zijn signalen van nieuwe pachters al in 1649 te vinden, hoewel de pacht dat jaar nog op naam van Engbert Wijssen staat. Zo staat in het kasboek van het klooster over het boekjaar 1648-1649: "Per apostille vanden 9 february 1649 sijn Gerrid Harmsen ende Berend Clasen meijeren opt Vriesenveen wegen haer timmeringe op haer achterstant geremiteert 50-0-0" (bron: Statenarchief van Overijssel inv. nr. 3086). Hieruit blijkt dat het klooster in de kosten van reparaties en verbouwingen deelde en dat deze meiers een achterstand hadden in de betaling van de pacht. Wordt in elk geval vanaf 1649 in de boterpachtkohieren als Goort Hermssen genoemd; ik ben hem ook een paar keer onder de naam Smelt tegengekomen. Zo wordt zijn naam "Smelten Goordt" genoemd in verband met het erf van vermoedelijk zijn stiefvader Berent Wolters (het oude Smeltserf, gelegen in de buurt van Westeinde 76) in het boterpachtregister van 1648. Ook in verband met dit erf, dat later in handen is van zwager Jasper Hendriks, wordt Smelten Goordt in de boterpachtregisters van 1653 en 1656 nog genoemd. In andere jaren komt "Smelten Goordt", ofwel Geert of Gerrit Smelt in relatie tot dit erf ook voor onder zijn patroniem en heet hij Geert Hermsen en 1 x Gerrit Hermsen (boterpachtregister van 1644). 1644 is gelijk de laatste vermelding in relatie tot het Smeltserf van Westeinde 76 dat Smelten Geert wordt genoemd. In alle jaren staat vermeld dat hij de boterpacht van 1 akker land ("1 cop"), dan wel een halve akker land ("1/2 cop") van het Smeltserf voldeed. Kennelijk had Geert een erfdeel in het erf, dat later als Jasper Hendriksland in de boterpachtkohieren vermeld staat.
Voor wat betreft het door Geert bewoonde erf aan het Oosteinde wordt in 1679 de weduwe Gerrit Herms als eigenares van het erf in de boterpachtkohieren genoemd. Zoon Hermen Gerritsen Smelt die later het ouderlijk erf bewoont wordt in de boterpachtkohieren gewoon onder de naam Smelt vermeld. Broer Jan die even verder op op het Oosteinde woont wordt wel onder de naam Smelt vermeld; hij staat in 1658 te boek als Jan Hermans, alias Smelt Jan en heeft 5 akkers land. In 1668 heet hij Smelt Jan, erbijgeschreven staat dat nu Albert Jansen Smelt het erf bezit.
Tijdens een rechtzaak in 1666 treedt Geert Hermsen op als getuige als één van de rekenlieden die de gemeentejaarrekening goed moest keuren. Hij verklaart dan 47 of 48 jaar oud te zijn (bron: AHA inv. nr. 2939). Zie ook notities bij vader Hermen geboren ca. 1580. | Notities geboorte | tijdens een rechtzaak in 1666 treedt Geert Hermsen op als getuige als één van de rekenlieden die de gemeentejaarrekening goed moest keuren. Hij verklaart dan 47 of 48 jaar oud te zijn (bron: AHA inv. nr. 2939). |
|