TERUG NAAR START
Mette Hermsen Smelt
GeslachtVrouw
Leeftijd± 83 jaar
 
Geboren± 1600teVriezenveen
Overleden± 1683teVriezenveen
Vader Hermen Johansz Smelt
 Geboren ± 1570
 Overleden ± 1632
Moeder N.N.
 
 
Broer  Jan Hermsen *1596
Broer  Geert Hermsen *1624
 
Huwelijk ± 1632 te Vriezenveen
 
metBerent Wolters
 Geboren± 1600
 Overleden± 1646
Kinderen  Aeltien
Jenne
Huwelijk ± 1646 te Vriezenveen
 
metJasper Henrix
 Geboren± 1600
 Overleden± 1657
Notitiesin het boterpachtkohier van 1646, in dat jaat betaalt Jasper 1 "cop"boter voor het erf van Berend Wolters. Gezien de gefingeerde doopdata van een aantal kinderen moet het huwelijk echter reeds eerder 1635 of daaromtrent hebben plaatsgevonden
Kinderen  NN
Eefse
Hendrickje Jaspers
Trijntje Jaspers
Notities persoon"Smelten Mette" wordt in het boterpachtregister van 1658 en 1668 genoemd aan het Westeinde (richting het Midden); ze heeft 1 akker land. Tussen 1657 en 1679-1683 wordt ze in de boterpachtregisters als de weduwe Jasper Hendrix vermeld (zie notitities bij haar vermeende vader Hermen Smelt geboren ca. 1580). Het erf moet ongeveer op de lokatie van het Westeinde 76 hebben gelegen (het latere Mosgoed is nl. een afsplitsing van het erve Smelt). Het patroniem Hermsen bij Mette is afgeleid uit het boterpachtregister van 1672. In dit register staat ze als Mette Hermsen te boek. Ook uit de volgende archiefvondst blijkt het patroniem Hermsen.
In een aantekening van de Resoluties van Gedeputeerde Staten van Overijssel staat het volgende vermeld (dank voor de vondst en de transcriptie van Gezinus Grissen!):
Den 25 Octobris 1658 Mette Hermens contra de pachter van de 50 penning op ’t Vrieseveene. Mette Hermß, weduwe van wijlen Jaspar Henricx, mitsgaders Harmen Pauwels, getrouwt sijnde Aeltien Berents, dochter van de geseide weduwe, dolerende dat de pachter van den 50sten penning op ’t Vriesenveene haer luiden doet afvorderen betalonge van den 50sten penning van eenige Landerien, die sij weduwe aen haere dochter bij manier van verkopinge heeft overgelaten, om daeruyt te vinden de penningen, soo sij aen haer kinderen als Erffuitersche, volgents testament van de kinderen vorder moste uytkeren, blijvende evenswel haer weduwe daeraen eenige Lijfftucht geconserveert.
Bron: Historisch Centrum Overijssel Statenarchief Overijssel, Toegang 3.1, Inventarisnummer 364 Resoluties van Gedeputeerden van Ridderschap en Steden 1658-1659

Uit bovenstaande notitie blijkt dat Mette eerder gehuwd is geweest met een zekere Berent, immers haar dochter heet Aeltien Berents. Aangezien Voor Jasper Henrix, Berent Wolters het Smeltenerf bewoonde ligt het voor de hand te veronderstellen dat de eerste man van Mette Berent Wolters is geweest, met dank aan Gezinus Grissen voor deze vondst die klaarheid heeft gegeven in een deel van de familierelaties van de toch wel complexe genealogische familie Smelt.

Mette Smelt is de spil van veel Smeltfamilies in Vriezenveen. De familienaam Smelt is hierbij via de vrouwelijke lijn doorgegeven.

Na de verdeling van het erf van Jasper Hendrix (omstreeks 1658) behoudt Mette Smelt 1 akkertje, waarschijnlijk om als weduwe in haar eigen levensonderhoud te kunnen voorzien. In 1657 staat het erf nog vermeld onder de naam "de weduwe van Jaspar Henriks" (daarbij staat nog vermeld dat 1/2 kop boter van dit erf door Geert Luichiens aan de heer van Almelo moet worden voldaan en ook nog een halve kop boter door Geert Hermans).
In 1657 voldoet een buurman van Metten Smelt al een deel van de boterpacht van haar erf. Het is Wolter Derks die mogelijk door koop van de erven een deel van het Smeltserf verworven heeft (of is hij een schoonzoon?). Ik noem dit erf het Smeltserf vanwege Mette, maar ook vanwege het feit dat de nakomelingen van de andere deelgenoten van dit erf zich later inderdaad met de naam Smelt aan laten spreken.
Maar niet alleen Smelten Mette wordt in verband met het Smeltserf tussen 1658-1668 genoemd, al eerder in 1648 en ook in 1653 en 1656 staat Smelten Goordt (Geert of Gerrit Smelt) in het boterpachtregister in verband met dit erf vermeld. In andere jaren staat Goordt vanaf 1644 regelmatig ook onder de naam Gerrit of Geert, dan wel Goordt Hermsen, vermeld. Geert Hermsen had een erf op het Oosteinde en had kennelijk een klein aandeel (1 akker) in zijn ouderlijk erf. Ook Smelten Mette (gehuwd met Jasper Hendriks) komt overigens ook wel onder haar patroniem Hermsen in de boterpachtregisters voor, zodat het aannemelijk lijkt dat we hier met broer en zus te maken hebben. Dat veronderstelt toch zeker een vader Hermen Smelt die op dit erf moet hebben gewoond. De eerste Hermen die we op dit erf tegenkomen in de boterpachtregisters staat op dit erf vermeld tussen 1601 en 1632 is Hermen Johansz. Na 1632 staat Berendt Wolters (eerste echtgenoot van Mette en dus schoonzoon van Hermen Johansz Smelt) als eigenaar van het erf vermeld.

Naast Berendt Wolters (gehuwd met Smelten Mette) die dus bijna 5 akkers verwerft van het oorspronkelijke goed dat aanvankelijk zo´n 7 akkers groot is (o.a. boterpachtregister 1652), verwerft dus buurman Wolter Derks een miniem stukje land, het is nog geen akker groot. De rest gaat naar Frerick Engberts en Hermen Pauwels of Pouwels. Laatstgenoemde was een schoonzoon van Mette Smelt (zie uiteenzetting hiervoor) en de eerste was dit naar grote waarschijnlijkheid. Ieder verwerft bijna 3 akkers. Van deze laatste twee gaan de kinderen die op het Smeltserf wonen zich later Smelt noemen. De zoon van Frerick Engberts die later het ouderlijk erf bewoont heet in het boterpachtregister van 1713 Jasper Frerix Smelt (Jasper is kennelijk vernoemd naar z´n grootvader, de man van Mette Smelt). De zoon van Hermen Pouwels die later z´n vaders erf aan het Westeinde bewoont, Berent Hermsen, wordt in het boterpachtregister van bijvoorbeeld 1692 aangeduid met de familienaam Smelt. Voor deze families Smelt geldt dat de naam dus door de vrouwelijke lijn is verworven nl. via moeder Smelten Mette.

04-09-1703 comparen voor desen gerichte: Freerijck Engbers Smelt, Berent Pauwels, Berent Herms Smelt, Jan Luix, Gerrit Berens, Ke…. Berents, wed. Gerrit Luix geassisteert met Freerijck Engberts en Berent Herms Smelt en de huisvrouw van Jan Herms geassisteert met de onderscholtus Gerrit Bartelink. Het gaat om de verkoop van 3 akkers land met hierop staand huis, oostert Herman Hendrijcx en westert Gerrit Jansen alsoo comparanten deselve landerijen met Athenals(?) waarvan comparanten het recht hadden ingewonnen en aangekocht op 28-11-1685 [van de vader van Derk Coops, Coop Berends] verkopen nu aan Derk Coops en Trintjen Engberts, voor 600 gulden op voorwaarde dat de 4 kinderen (Berent d´oudste, Berent de jongere en de twee dochters Jennigje de oudste en Jennigje de Jongste, zolang ze ongetrouwd zijn een stede bij den heert houden in dit huis.(bron: archief schoutambt Vr. veen inv. nr. 2673 foto 042). De akte is zeer interressant vanwege alle verwanten van de familie Smelt en het lijkt erop dat Mette Hermsen (als ze in 1685 nog leefde?) de familie van Coop Berends uit de brand heeft geholpen met schulden, waarbij de familie gewoon op haar erf mocht blijven wonen, maar de contanten verwierf ongetwijfeld om schulden te betalen. Coop Berends staat in het vuurstedengeldregister van 1683 als pauper te boek dwz hij was armlastig. Kennelijk verging het zijn zoon Derk beter, die het erf weer terug kocht van de familie Smelt. Het kan ook zijn dat de erven van Mette Smelt na het overlijden van Mette de familiegelden gezamenlijk in dit erf hebben gestoken als belegging.

copyright: E.Berkhof 2016 Amsterdam