De Jan Butens.


Van welk erf kwam Jan Buten ?

Hendrikus Berkhof (1857-1924), die inhuwde op het Onweerserf, was zelf afkomstig van het erf van de Jan Butens, een erf aan het Oosteinde 390, waarvan het spoor terug gaat tot ongeveer 1750. In dat jaar ging de stamvader van de Jan Butens, Jan Jansen Berkhof de Jonge, of Jan Berkhof junior, op zichzelf ging wonen. Hij leefde van 1726 tot ca. 1790 en werd in het dagelijks leven meestal als Jan Buten of Buiten aangesproken. Deze naam zien we vaak terug in de diverse belastingkohieren uit die tijd. De naam Buten komen we voor het eerst tegen in 1753, in het belastingregister op de reliqua (schapen, bijenkorven en varkens). In de belastingregisters wordt hij trouwens vaker met de naam Buten of Buijten aangeduid, dan met de naam Berkhof.

  

afbeelding 5: De Jan Butens boerderij in 2004.
Uit de oude belastingkohieren, welke te vinden zijn in het Archief van Huize Almelo, blijkt dat Jan Buten, die zichzelf aan de zuidzijde van de dorpsstraat had gevestigd, zelf afkomstig was van een woning aan de noordzijde van de dorpsstraat. Deze woning had, volgens de huidige nummering, het adres Oosteinde 409. Voor 1963 stond hier, naast het oude Feijers erf, een prachtige oude boerderij, die helaas dat jaar, net als vele andere boerenwoningen in deze periode, werd afgebroken. De broer van Jan Buten, Johannes, bewoonde dit ouderlijk erf van Jan Buten met zijn echtgenote Metje Jansen Tuttertjen. Johannes, die in 1728 geboren was, overleed echter voor 1766, want in dat jaar hertrouwde de weduwe Tuttertjen met Jannes Albersen, die zich ook wel Weijteman noemde. Hierdoor kreeg de familie Weijteman dit oude Berkhofserf in bezit. In de kadastrale leggers van 1834 staat een zoon van Jannes, Jan Weiteman, als eigenaar van dit erf vermeld en in 1876 staat de familie Aman (de Baais) als eigenaar van het erf in de het kadaster vermeld . De weduwe van Cornelis Lambertus Aman, genaamd Johanna Jesina Aman, stond toen als hoofdbewoner van de ouderlijke woning van Jan Buten te boek. Waarschijnlijk heeft de familie Aman de woning door koop in bezit gekregen. Mijn moeders grootmoeder Janna Aman (1865-1928), die gehuwd was met Berend Bramer (Gjötten), was dus, net als Jan Buten, ook van dit erf afkomstig. Janna Aman was een dochter van voornoemde Cornelis Lambertus Aman.

  

afbeelding 8: Links het ouderlijk huis van Jan Buten, gelegen aan het Oosteinde 409.
Afgebroken in 1963. (Bron: Stichting Ken uw dorp, 1999)

     

Relatie met het Feijerserf en de wortels van dit erf teruggaand tot 1583.

Het ouderlijk erf van Jan Buten omvatte niet veel grond. In elk geval staat de vader van Jan Buten, Jan Jansen Berkhof (ca. 1695-ca. 1758), die gehuwd was met Hendrikje Jansen Smelt, niet als eigenaar van landerijen in de boterpachtregisters te boek. Mogelijk was vader Jan, net als zijn zoon Jan Buten, timmerman of turfschipper van beroep, maar het is ook mogelijk dat hij alleen landerijen bezat waarop geen boterpachtplicht rustte.
Jan Buten had, ook al was hij timmerman en turfschipper, redelijk wat land. In de boterpachtregisters komt hij voor als eigenaar van 2 akkeren lands. Deze landerijen had hij uit de boedelscheiding van zijn vrouws familie Faijer verworven. Jannes Faijer, de zwager van Jan Buten, behield de ouderlijke woning van het Feijers erf en twee akkers land van het, aanvankelijk 4 akkers grote, Feijers erf. De resterende twee akkers land gingen naar Jan Buten en zijn echtgenote Kunnigje Derks Faijer, die op deze grond hun woning bouwden. Het was in deze tijd trouwens heel gebruikelijk dat iemand meerdere beroepen had.
Vermeldenswaard is dat het aloude Feijers erf oorspronkelijk ook aan de familie Berkhof behoorde. Het was door aantrouw rond 1713 in het bezit van Derk Jansen Faijer gekomen. Hij was gehuwd met Aaltje Hermsen Berkhoff en daarmee namen de Feijers of Faijers bezit van deze oude Berkhofs boerderij, die later beter bekend stond als het Feijerserf. Over Derk Faijer en zijn schoonvader Hermen Berkhof heeft Herman Jansen (Mieten Herman) nog wat leuke anekdotes geschreven in de artikelenserie Ken uw dorp en heb het lief. Hermen Berkhof en Derk Feijer, die bij elkaar in huis woonden, schijnen in 1714 ruzie te hebben gekregen over 40 pond spek en 12 pond vet, waarbij Hermen Berkhof bij de schout verklaarde dat hij dit aan Derk geleend had en Derk verkeerde toch echt in de veronderstelling dat hij het gekregen had. Aldus verklaarde hij in elk geval.

afbeelding 9: Het Feijerserf, van oorsprong een Berkhof's boerderij,
voorheen gelegen aan het Oosteinde 407. (Bron: Stichting Ken uw dorp, 1999)
Jan Butens verwierf, met de 2 akkers land uit de Feijersboedel, dus eigenlijk 2 akkers grond, die van oudsher de Berkhof's hadden toebehoord. Maar ook de vader van Jan Buten, Jan Jansen Berkhof, die zijn woning had aan het Oosteinde 409, bewoonde oude Berkhof's gronden. Ze behoorden oorspronkelijk alle tot de 10 akkers die in 1583 in bezit waren van Johan Berckhoff. Het erf lag toen nog aan de oude Buterweg, want de Oosteinders hadden zich pas na het bombardement van Bommenberent in 1666, aan de huidige dorpsstraat gevestigd. Het omvangrijke Berkhofs goed was in 1583 10 x 7 meter breed (70 meter!) en omvatte zowel de akkers aan de zuidzijde, als de noordzijde van de dorpsstraat. Een erf van 70 meter breed was ook voor die tijd wel groot, maar niet ongebruikelijk. De eerste opsplitsing van het grote Berkhofs erf vond al rond 1645 plaats. Toen werd het erf opgedeeld, tussen de twee kleinzonen van Johan, te weten, Hendrick Berkhof (1614-ca.1680) en Berent Berkhof (1618-ca.1676). Johan Berckhoff, de stamvader van alle Vriezenveense Berkhofs, moet ongeveer tussen 1550 en 1600 geleefd hebben. Hiermee behoren de Berkhofs toch wel tot één van de alleroudste geslachten van Vriezenveen.
afbeelding 10: De oudste vermelding van de naam Berckhoff in het boterpachtregister van 1583.
De wirwar van Berkhof's op het uiteinde van het Oosteinde in vroeger tijden, maken het niet altijd even eenvoudig de juiste verbindingen en verhoudingen tussen de vele Berkhofs, die hier gewoond hebben, te onderkennen. Bovendien vestigden ook de afstammelingen van de Berkhofs, die kooiker van beroep waren, zich hier in 1801 en wel op het adres Oosteinde 411. Zij vestigden zich dus naast het ouderlijk erf van Jan Buten. De latere Russische admiraal Wicher Berkhof, die in 1820 te Sint Petersburg huwde met Alexandrine Wolkow, de dochter van de mondschenker van de czaar, groeide hier op.

De Jan Butens en de schapenfokkerij.

Uit de belastingkohieren is een aardig beeld te krijgen van de omvang van de veestapel van Jan Buten. Zo had hij volgens het reliqua-belastingregister uit 1753 16 schapen. Dat was behoorlijk wat voor die tijd. Slechts 3 boeren op het Oosteinde konden zich in 1753 eigenaar van een grotere schaapskudde noemen, waaronder ook de oom van Jan Buten, Berent Jansen Berkhof, die 20 schapen bezat en naast hem woonde. Ook had Jan Buten dat jaar nog een varken en 4 hoornbeesten (runderen ouder dan 3 jaar). Hoornvee jonger dan 3 jaar was vrijgesteld van belasting en werd dus niet meegenomen in de veetellingen van de belastingkohieren. Verder moest hij in 1753 belasting betalen voor meer dan een halve hectare bezaaid land. In 1762 bezat Jan zelfs 25 schapen, waarvoor hij toen bijna 2 gulden aan belasting moest betalen. Hij was dat jaar haast de grootste schapenboer van Vriezenveen, alleen Berent Wippe en Jan Jansen Jonkman hadden toen meer schapen. In later jaren moet de schaapskudde van Jan Buten, gezien het belastingbedrag dat hij moest betalen, nog groter geweest zijn. Alleen toen werden het aantal stuks vee, helaas, niet meer genoemd. Louter de belastingbedragen geven dan nog een indicatie van de grootte van de veestapel. Met name rond 1780 moet Jan Buten, samen met zijn zwager Jannes Faijer, tot de grootste schapenboeren van Vriezenveen hebben behoord. Zij betaalden toen veruit de meeste belasting voor de reliqua. Jan Buten betaalde, 65 stuivers, en zwager Jannes Faijer was een goede tweede met 62 stuivers.
Overigens behoorden de Berkhof's reeds rond 1600 tot de boeren met de grotere schaapskudden, tenminste voor Vriezenveense begrippen, want je moet alles wel in perspectief blijven zien. In 1601 had Berent Jansen Berkhof, een voorvader van Jan Buten, 23 schapen en dat was ook voor die tijd veel. Slechts 6 boeren hadden toen in Vriezenveen een schaapskudde die in omvang groter dan 20 schapen was. Het was dus echt een familiegebeuren die schapenteelt.
Jan Buten was trouwens niet alleen boer, maar ook timmerman. Een combinatie van beroepen was in die tijd heel gebruikelijk. De oude waterput voor het Jan Butenserf met de initialen van hem en zijn vrouw, zijn dan ook mogelijk van zijn eigen hand. In de oude Bentheimer waterput staan de initialen J.B.H. voor de naam van Jan Berk Hof en K.D.F. voor de naam van zijn vrouw Kunnigje Derks Faijer, met het jaartal 1784. Dat zal mogelijk het jaar geweest zijn dat Jan Buten zijn woning dichter bij de dorpsstraat heeft geplaatst. Hij heette namelijk niet voor niets Jan Buten. Dat had te maken met het feit dat hij aanvankelijk vrij ver van de dorpsstraat woonde. Als je Google Earth (een programma dat je op internet kunt down-loaden) bekijkt en inzoomt op het oude Jan Butenserf aan het Oosteinde, lijkt de oorspronkelijke locatie van de Jan Butens, ongeveer 70 meter zuidelijker van het ons bekende erf, gelegen te zijn geweest. Daar is namelijk een stuk grond herkenbaar dat, vanuit de lucht gezien, duidelijk afwijkt van de omgeving. Herman Jansen, de Vriezenveense dorpshistoricus, beschrijft in zijn artikelreeks, "Ken uw dorp en heb het lief", in een artikel uit 1951, dat de bewoners destijds de oude locatie nog aan konden wijzen. Waarom de oude locatie zo kort (vanaf ca. 1750 tot 1784) bewoond is geweest is onduidelijk. Mogelijk is de boerderij verbrand en is dat de aanleiding geweest om een boerderij dichter aan de weg te bouwen. De huisnaam Jan Butens zou echter met de verplaatsing van de boerderij naar de dorpsstraat niet meer verdwijnen.

De Jan Butens als bestuurders.

Een bekende afstammeling van de Jan Butens, die de oudere Vriezenveners nog wel zullen kennen, was wethouder Berkhoff (Jan Butens Freek 1888-1967).
afbeelding 6: zegel van de verwalter-schultus Berent Jansen Berkhof anno 1737.
Twee letters B met een anker in het midden.
Hij was een bekend Vriezenvener die vele bestuurlijke functies in kerk en gemeente vervulde. Hij trad daarmee in het voetspoor van zijn voorvaderen, want ook zijn vader Johannes (1852-1895), en grootvader Fredrik Johannes (1823-1891), hadden hun sporen in het gemeentelijk en kerkelijk bestuurlijke apparaat van Vriezenveen verdiend. Zij vervulden diverse functies, waaronder ook die van gemeenteraadslid. Johannes, die beter bekend zal zijn geweest als Jan Butens Jans, had, evenals zijn zoon, ook het wethouderschap vervuld. Je zou kunnen zeggen dat de gemeentepolitiek de Jan Butens echt in het bloed zat. Een voorvader van ouder datum, die actief is geweest in het dagelijks bestuur, was Jan Buten zelf. Wat zijn functie precies is geweest is onduidelijk, maar hij heeft in elk geval een bestuurlijke functie vervuld (ofwel kerkmeester, ofwel sestiene, ofwel setter). Een sestiene had, evenals een kerkmeester, een rol in de locale belastingheffing. Zo kozen zij bijvoorbeeld gezamenlijk de setters. Dat waren weer degenen die de belastingheffing van hun buurtgenoten op individuele basis vaststelden. Dat dit tot problemen met de buren kon leiden, spreekt haast vanzelf.
Van nog ouder datum is, Berent Jansen Berckhoff, die in 1626 als keurnoot bij een proces optrad. Keurnoten waren mensen die bij een proces bijzaten als getuige en in die tijd waren zij altijd afkomstig uit de bestuurlijke lagen van de bevolking. Dat wil zeggen dat Berend hoogstwaarschijnlijk in het college van kerkmeesters of sestienen zal hebben gezeten. Berends zoon Hendrik zou, volgens de historicus Trompetter, in 1659 zelfs schout van Vriezenveen zijn geweest. Mogelijk was dit in de functie van verwalter-schout. Ook komt Hendrick Berentsen Berckhoff in 1666 nog voor in de functie van sestiene. Hij moest toen samen met een aantal andere sestienen voor de Heer van Almelo schuld betuigen. Dit voor het feit dat het college van sestienen eigenmachtig de verwalter-schout, Jan Bour de Jonge, had benoemd. En dat was buiten medeweten van de Graaf van Almelo en Otto Frederix, de schout van Vriezenveen, gebeurd. De heer van Almelo had namelijk in die tijd de regie in Vriezenveen en zijn instemming was voor vrijwel alles nodig, dus zeker voor de benoeming van de bestuurders van zijn Vriezenveen! Het eigenmachtige optreden van de Vriezenveense bestuurders had natuurlijk consequenties. De sestienen, te weten, Hendrick Berentsen Berckhoff, Geert Berentsen Scholte, olde Jan Bour, Jan Berentsen Peters, Roeloff Lamberts, Egbert Geurs, Jan Derricksen, Jan Egberts, Hendrick Aelberts, Berent Schuirman, Berent Luickas Cate, Jan Glas en Geert van Spangien, kropen diep door het stof en beloofden zoiets onbetamelijks nooit meer te doen. Gelukkig liet de Heer van Almelo het daarbij. De schout Otto Fredrix en de predikant van Almelo, Christianus ten Ham, hadden voor de Vriezenveense bestuurders een goed woordje gedaan. Het idee om meer zeggenschap te krijgen over de aanstelling van de eigen Vriezenveense bestuurders zou ook in later tijd opspelen, met natuurlijk als hoogtepunt de Franse Revolutie, toen de Heer van Almelo het einde van zijn almacht moest erkennen.
Ook de bekende verwalter-schout Berent Jansen Berkhof, die dat ambt uitoefende van 1734 tot en met 1752, heeft een rol gespeeld in de oppositie van de Vriezenveners tegen de Heer van Almelo. Overigens is hij een representant van een andere tak van de familie Berkhof, te weten de Keibeernds. Dit blijkt uit recente vondsten in het archief van Huize Almelo. Het is misschien aardig om in een ander artikel de rol van Berent Jansen Berkhof, als pion in een ruzie met de Heer van Almelo, een keer nader toe te lichten.

  

afbeelding 7: De familie Berkhoff in ca. 1894 gefotografeerd bij de Jan Butens boerderij.

     

De huisnaam Jan Butens krijgt opnieuw zijn letterlijke oude betekenis.

In 2004 is de Jan Butens boerderij verkocht, omdat de familie Berkhoff op de huidige locatie het boerenbedrijf van de gemeente niet mocht uitbreiden. Net als tussen 1750 en 1784, woont men nu weer verder naar achteren, aan de Walstraat. Of, zoals men op z´n Vriezenveens zegt "hen buten", zodat de oorspronkelijke betekenis van de bijnaam Jan Butens weer helemaal van toepassing is. Dit betekent dat er nog steeds geen einde is gekomen aan onafgebroken bewoning van Berkhof´s op de oorspronkelijke percelen land, die sedert 1583 (geheel of gedeeltelijk) in het bezit zijn geweest van de familie Berkhof(f)!! Meer dan 400 jaar is onafgebroken een Berkhof eigenaar geweest van één van de opgesplitste erven van Johan Berckhoff. En dat is echt heel bijzonder! De enige andere voortzetting van een erf, waarbij de familienaam door de eeuwen heen behouden bleef, is, voor zover ik weet, het Schöppenerf van de familie Bramer. Ook daar heeft de familienaam Bramer, zich door de eeuwen heen weten te handhaven op oude voorvaderlijke gronden en dat is net zo bijzonder!


Voor dit artikel heb ik gebruik gemaakt van:
- het internet stamboombestand van Vriezenveense families van André Idzinga
- het boek "Ken uw dorp en heb het lief" met de verzamelde artikelen van de Vriezenveense dorpshistoricus Herman Jansen
- mondelinge informatie van levende, dan wel reeds overleden personen, meestal familieleden en
- eigen archiefonderzoek
- het door de Theologische Faculteit van Kampen recentelijk gepubliceerde archief van de Nederlands Hervormde Kerk van Sint Petersburg
 

een algemene introductie en persoonlijk voorwoord         

meer over de geschiedenis van de Onweersboerderij      

© Erik Berkhof, Amsterdam 2007

Last updated 14.03.2007